Appen met de dokter
De digitalisering van de samenleving gaat in hoog tempo door, nu ook in de medische sector. Afspraken maken, de dokter raadplegen, informatie doorgeven, het gebeurt in toenemende mate via computer, tablet of smartphone. Nog een paar jaar en een fors deel van de consulten vindt op afstand plaats.
Met 62 jaar suikerziekte achter de rug draagt Anneke van Aalsburg uit Ugchelen een paar generaties diabeteszorg in zich mee. Ze was 2 jaar oud toen de kwaal werd vastgesteld. „Alle ontwikkelingen heb ik meegemaakt: van grote spuiten en naalden die moesten worden uitgekookt tot de mogelijkheden van nu. Dat is echt een wereld van verschil.”
Sinds een jaar of twaalf heeft ze een insulinepomp; daarnaast intussen ook een glucosemeter die de bloedsuiker bepaalt via een sensor op de huid. „Tientallen jaren moest ik dat doen door een prik in de vingertop, vaak tien keer op een dag. Ik heb geen enkel gevoel meer in mijn vingers.” Als haar bloedsuiker nu boven of beneden een bepaalde waarde komt, geeft de meter een signaal af. „Dan weet ik dat ik wat moet eten of extra insuline moet toedienen.”
Ook de communicatie met haar diabetesverpleegkundige in de Apeldoornse vestiging van Gelre ziekenhuizen veranderde ingrijpend. Ze deed al veel per email. „Dat mocht op een gegeven moment niet meer, vanwege de aangescherpte privacywetgeving. Nu hebben we contact via de app van BeterDichtbij. Loopt het even niet lekker, dan vraag ik de diabetesverpleegkundige via die app wat ik moet doen.”
ENTHOUSIAST
Gelre ziekenhuizen startte als eerste topklinisch opleidingsziekenhuis met BeterDichtbij, een beveiligd webplatform. Na een proef in de locatie Zutphen begon halverwege 2018 de implementatie. Coco Samuels, verpleegkundig specialist neurologie in opleiding, was aanvankelijk kritisch. „Ik begeleid mensen met een kwaadaardige hersentumor. Appen leek me geen geschikt middel voor patiënten met zo’n ernstige ziekte. De mail gebruikten we voor het doorgeven van afspraken en dat soort dingen, de rest deden we telefonisch.”
Binnen een jaar sloeg haar scepsis om in enthousiasme. „De drempel om te appen is heel laag. Patiënten stellen me alle mogelijke vragen. Geregeld word ik ook door partners geappt. Voorafgaand aan een gesprek met de specialist appen patiënten me soms al wat vragen die ze hebben. Die stuur ik dan door naar de neuroloog, zodat hij zich gericht kan voorbereiden.” Ook het maken of bevestigen van afspraken en het bestellen van recepten loopt in toenemende mate via de app. Tikken de appers op de naam van het middel, dan verschijnt de bijsluiterinformatie op hun scherm.
Gelre ziekenhuizen koos niet voor generieke invoering van het systeem, maar voor de olievlekmethode. „Het werkt demotiverend als je medewerkers tot iets verplicht”, licht projectleider Ester Spitholt toe. „Ze moeten zelf enthousiast raken over BeterDichtbij. Coco is daar een goed voorbeeld van.”
ZWART OP WIT
Jaap Bijsterbosch (20) is een van de patiënten die geregeld met de verpleegkundige appen. In juli 2019 werd er bij hem een kwaadaardige hersentumor geconstateerd. Na gedeeltelijke verwijdering ervan kreeg hij in Groningen protonentherapie: een zeer zware, lokale vorm van bestraling. Momenteel is hij bezig met chemotherapie. „Tot nu toe kan ik de behandeling prima doorstaan. Ik heb niets te klagen.”
Heeft hij een vraag of houdt iets hem bezig, dan stuurt hij een appje naar Coco Samuels. „Ze geeft bijna altijd binnen een dag antwoord. Het voordeel van deze vorm van communiceren is, dat je niet aan de telefoon hoeft te wachten tot je aan de beurt bent. En je hebt de informatie zwart op wit, waardoor je die nog eens kunt nalezen.”
Naast concrete vragen, bijvoorbeeld over de inhoud van een komende afspraak, stuurt hij soms een algemeen berichtje. „Hoe het met me gaat, of met de rest van het gezin.” Met zijn behandelend neuroloog appt hij niet. „Misschien zou dat wel kunnen, maar het voegt voor mij weinig toe. Als ik een medische vraag heb, stel ik die aan Coco. Zo nodig stuurt ze de vraag door naar de specialist; het antwoord krijg ik dan via haar. Dat vind ik prettig. Je krijgt een band met elkaar.”
GEEN SMILEYS
Inmiddels heeft Gelre ziekenhuizen 45 patiëntengroepen die via BeterDichtbij communiceren met medewerkers van het ziekenhuis: van artsen tot poli-assistenten, ruim 300 in totaal. Het aantal patiënten dat gebruikmaakt van het systeem is gegroeid tot 4500. Opvallend voor de gespecialiseerde verpleegkundigen is de snel toenemende digitale vaardigheid van ouderen. Vragen worden per definitie binnen drie dagen beantwoord, in de praktijk vaak binnen een dag. Een risico van de app, in het alledaagse leven een laagdrempelig communicatiekanaal, is een zekere nonchalance. Dat kan bij medische zaken vervelende gevolgen hebben. „Je moet er alert op blijven dat je zorgvuldig formuleert”, zegt Monique Hof, verpleegkundige op de polikliniek gynaecologie en verloskunde. Ze gebruikt de app van BeterDichtbij zelf voor het beantwoorden van vragen op het terrein van de voortplantingsgeneeskunde, in het kader van haar functie als fertiliteitsverpleegkundige. „Ik controleer altijd of het bericht inhoudelijk en taalkundig correct is en doe niet aan smileys. Dan krijg je die ook terug, dat wordt me te close.”
Via de app kunnen ook foto’s, documenten en links van websites worden verstuurd. Vooral de mogelijkheid om foto’s te appen vindt Coco Samuels in haar werk erg handig. „Als mensen huiduitslag krijgen door een bepaalde chemotherapie, hoeven ze niet meteen naar de polikliniek te komen. Vaak kunnen we op basis van de foto al bepalen wat ze moeten doen.” Monique Hof ontvangt geregeld foto’s van vrouwen die haar hulp inroepen bij het aflezen van zwangerschaps- of ovulatietesten. „Ze willen dan weten of de streepjes duidelijk genoeg zijn.”
ZIEKENHUISBEZOEK
De app van BeterDichtbij kan ook met de pc of tablet worden gebruikt. Vooral ouderen zonder smartphone gebruiken die route. Voor technische vragen kunnen ze contact opnemen met de servicedesk van BeterDichtbij. Zorgverleners beantwoorden de vragen die binnenkomen via een computer.
Zo nodig vraagt Anneke van Aalsburg haar man om de actuele gegevens van haar insulinepomp en glucosemeter op de pc te zetten. „Dat kan ik niet zelf, omdat de diabetes mijn gezichtsvermogen ernstig heeft aangetast. Vanaf de pc sturen we de gegevens naar de diabetesverpleegkundige. Die heeft dan een overzicht van alle recente waardes en geeft vervolgens via de app adviezen. Ik weet wanneer ze werkt, dus als ik wat wil vragen of doorgeven, doe ik dat op die dagen. Dan heb ik ’s middags antwoord. Súper!” Ze appt zelf via een iPad. „Daarmee kan ik het beeld vergroten en ik kan hem op voiceover zetten; dat is voor mij ideaal.” Het aantal bezoeken aan het ziekenhuis nam door de nieuwe technologie substantieel af. „Ik ga nu twee keer per jaar naar de diabetesverpleegkundige en twee keer per jaar naar de internist. Vroeger zat ik zomaar acht keer per jaar in het ziekenhuis.”
Ester Spitholt, projectleider van BeterDichtbij, verwacht de komende tien jaar een snelle toename van consulten via Skype of beeldtelefoon, al dan niet gecombineerd met een stuk zelfzorg. Ter illustratie toont ze haar smartphone. Aan de onderzijde is een Kardia bevestigd, een plat instrumentje waarmee een hartfilmpje kan worden gemaakt. „De gegevens kunnen veilig worden verzonden via de app van BeterDichtbij. In de toekomst willen we van die mogelijkheid gebruik gaan maken.”
Mensen met een Apple Watch dragen deze technologie al met zich mee. Ze krijgen automatisch een melding als hun hartslag afwijkingen vertoont. De polscomputer herkent ook hoge bloeddruk en slaapapneu.
TIJ NIET TE KEREN
Belangrijk is volgens Monique Hof dat binnen een appgroep voor een bepaalde patiëntenpopulatie een van de zorgverleners de regie houdt. „Regelmatig moet je de niet meer relevante berichten uit de gesprekslijst verwijderen en checken of alle apps zijn beantwoord. De een doet dat wel, de ander niet. Dat vind ik soms eng. Op dat punt valt er nog wel wat te verbeteren.”
In toenemende mate krijgen patiënten zelf de regie toebedeeld. Ze hebben al het recht om bij het ziekenhuis een digitale samenvatting van hun dossier op te vragen. Bij een groeiend aantal ziekenhuizen kunnen ze via een zogeheten portaal de meest actuele gegevens inzien. Een deel van de artsen en verpleegkundigen is er niet gelukkig mee. De doorsnee-patiënt is slechts beperkt in staat om medische informatie op de juiste wijze te interpreteren. „Dat kan een hoop gedoe opleveren”, verzekert Monique Hof.
Ester Spitholt begrijpt de bezwaren, maar het tij is volgens haar niet te keren. „Mensen willen op alle gebieden zelf hun keuzes maken en verantwoordelijkheid dragen. Zeker als het om hun gezondheid gaat, en dat begrijp ik. Bovendien hebben ze volgens de wet recht op inzage in hun medisch dossier.”
HUISARTS
Ook in de huisartsenzorg schrijdt de digitalisering voort. Wilco Bloed, sinds 2006 huisarts in Urk, werkt al jaren met een webportaal waarop mensen digitaal vragen kunnen stellen en herhaalrecepten bestellen. Het maken van afspraken verloopt tot nu toe nog via de assistente, vanwege de gewenste triage. „Zij bepaalt aan de hand van een aantal gerichte vragen of het nodig is dat een patiënt naar de praktijk komt. Voor een deel van de klachten is een advies van de assistente voldoende.”
Het nieuwe portaal dat hij binnenkort krijgt, uwzorgonline van Pharmeon, is voorzien van een elektronisch triagesysteem. „De mensen moeten straks door een aantal vragen heen, waarna ze indien gewenst zelf de afspraak kunnen plannen.” De Urker huisarts verwacht niet dat oudere patiënten er op grote schaal gebruik van gaan maken. De jonge garde wel. „Die doet alles digitaal, via apps op de telefoon. We krijgen een uitgebreide praktijkapp, dus daar zullen deze mensen zeker gebruik van gaan maken.”
Momenteel is pakweg 10 procent van de consulten een e-consult, via e-mail of app. Bloed schat in dat dit aandeel zal groeien naar zo’n 30 procent. „Veel klachten kunnen prima digitaal worden afgehandeld. Ook voor de mannen die doordeweeks op zee zitten, is het e-consult ideaal. Geregeld krijg ik vanaf de Doggersbank een foto of een vraag toegestuurd. „Joh, wat moet ik hiermee?” Ze ontvangen binnen een etmaal antwoord; zo nodig komen ze op zaterdag nog even naar het inloopspreekuur.”
UITVALSVERSCHIJNSELEN
Visser Jan de Boer (51), schipper op de UK 95, weet uit ervaring hoe prettig de moderne communicatiemogelijkheden op zee zijn. Zeker bij calamiteiten. Zelf werd hij enkele jaren geleden geconfronteerd met verlammingsverschijnselen in het gezicht. „Het eerste waaraan je dan denkt, is een hersenbloeding. Na wat googelen kwam ik bij de ziekte van Bell terecht. Ik heb meteen een appje naar dokter Bloed gestuurd.” De huisarts bevestigde zijn vermoeden en vroeg hem de lijst met aanwezige geneesmiddelen door te mailen. „We hebben een halve apotheek aan boord. Daaruit selecteerde Bloed de injecties die ik moest hebben. Jezelf injecteren gaat lastig, dus mijn zoon heeft de spuit toegediend. Ja, we kunnen wel wat.”
Vroeger moest hij in zulke omstandigheden medisch advies vragen via Scheveningen Radio. „Dan kreeg je een dienstdoende huisarts aan de zender. Sinds we internet aan boord hebben, kunnen we rechtstreeks met onze eigen huisarts appen. Die kent je, dus dat werkt veel soepeler. Omdat ik het privénummer van Bloed heb, kreeg ik na m’n appje over die uitvalsverschijnselen binnen een paar minuten antwoord. Dat is ideaal.”
PERSOONLIJK DOSSIER
Vanaf juli 2020 zijn huisartsen verplicht patiënten toegang te verlenen tot hun elektronisch dossier. Ze hadden al het inzagerecht, straks kunnen ze het dossier op elk willekeurig moment raadplegen. „Als je vanmorgen bij mij op het spreekuur komt, moet je vanavond via je computer kunnen zien met welke klacht je kwam, het onderzoek dat is uitgevoerd, de evaluatie en het plan van aanpak”, concretiseert Bloed. „Ook de uitslagen van onderzoek en de brieven van specialisten worden op die manier toegankelijk.”
De nieuwe situatie vraagt een hoge mate van transparantie in de communicatie tussen arts en patiënt. „Als ik de indruk heb dat er bij bepaalde klachten sprake is van een psychische component, moet ik dat pas in het dossier zetten als ik het met de patiënt heb gedeeld. Hetzelfde geldt als ik op basis van bepaalde symptomen een kwaadaardige ziekte vermoed. Vind ik het niet verstandig om dat al met de patiënt te delen, dan zal ik mijn vermoeden buiten het officiële dossier moeten houden. Daar valt niet geheel aan te ontkomen.” Belangrijk is ook dat de communicatie met ziekenhuizen correct verloopt. „Het mag niet zo zijn dat een patiënt via het webportaal van het ziekenhuis informatie ophaalt waarvan ik als huisarts nog niet op de hoogte ben.”
DOKTER GOOGLE
De huisartsenzorg verandert niet alleen door allerlei vormen van e-health. Patiënten hebben vandaag ook de mogelijkheid om via internet informatie over hun klachten en kwalen te achterhalen, en doen dat ook steeds meer.
Wilco Bloed kiest voor een positieve benadering ervan. „Ik vraag mijn patiënten vaak: „Bent u al bij dokter Google geweest?” Zo ja, dan informeer ik wat ze over de klacht hebben gelezen en hun beleving daarbij. Dat is essentieel voor het verhelderen van de hulpvraag. Door de grote hoeveelheid informatie op internet en het ontbreken van de kennis om die op juiste waarde te schatten, komen de patiënten vaak toch op het spreekuur. Om met mij te bespreken wat er werkelijk aan de hand is en zo tot een goede aanpak te komen. Alles wat ze dankzij Google al weten, hoef ik hun niet meer te vertellen.”
Omgekeerd verwijst hij patiënten geregeld naar Thuisarts.nl, een website met enorm veel medische informatie en praktische adviezen. „De patiënt wordt in toenemende mate een soort partner van de dokter. Ik beoordeel dat niet negatief. Het gaat om hún gezondheid, daarvoor zijn ze voor een groot deel ook zelf verantwoordelijk.”
”Ik ga alleen naar mijn huisarts in Urk als het echt nodig is”
Sarah van Haaften, 32 jaar
Gastouder in Espel
Alleenstaande moeder van drie kinderen (van 3 tot 11 jaar)
Hoe vaak komt u jaarlijks bij de huisarts?
„Hooguit twee keer, meestal kan ik het digitaal af. Dat is een uitkomst, zeker in mijn situatie. Voorheen stelde ik mijn vragen per e-mail, nu doe ik dat via de app. Ik ga alleen naar mijn huisarts in Urk als het echt nodig is.”
Hebt u kinderen met chronische klachten?
„Met de oudste kwam ik in het begin veel bij de huisarts in verband met een koemelkallergie. Hij had ook vaak oorontsteking. De eerste twee keer ging ik ermee naar de dokter, daarna herkende ik zelf de symptomen en stuurde ik een e-mail. „Het is weer zo ver.” Dan kreeg ik een recept en kon ik bij de apotheek een kuurtje ophalen. De jongste heeft behoorlijk astma gehad, maar daar is hij intussen aardig overheen gegroeid. Zelf heb ik veel last gehad van huiduitslag in mijn gezicht. Als ik daar een goede foto van maakte, kon de dokter prima vaststellen wat het was.”
U zou de digitale verbinding met de huisarts niet graag missen?
„Ik moet er niet aan denken. Bij mijn oudste zoon is autisme en dyslexie vastgesteld, mijn dochter heeft een verstandelijke beperking en autisme. Als ik voor alle problemen van mezelf en de kinderen naar de dokter moest, had ik heel vaak in Urk gezeten. Loop ik ergens tegen aan, dan hoef ik niet meteen oppas te regelen maar stuur ik gewoon even een e-mail of een app. Meestal heb ik dezelfde dag antwoord.”
Binnenkort kunt u ook uw medisch dossier digitaal inzien. Handig?
„Absoluut. Een paar jaar geleden heb ik een maagverkleiningsoperatie gehad; zo nu en dan moet ik mijn bloed nog laten prikken. Straks kan ik via m’n smartphone zien wat de uitslag is. Met m’n dochter ben ik de afgelopen jaren regelmatig naar het ziekenhuis geweest voor onderzoek. Zodra het ziekenhuis de uitslagen heeft toegevoegd aan het dossier, is ook die informatie binnenkort thuis beschikbaar. Dat lijkt me heel plezierig. Ook om medische informatie uit het verleden nog eens op te zoeken.”
U gaat zich niet nodeloos zorgen maken?
„Absoluut niet. Heb ik ergens vragen over, dan app of mail ik even naar de huisarts. Ideaal toch?”
Therapie aan huis vanuit Engeland
Door de nieuwe baan van haar man verhuisde Aukelien van Abbema naar Engeland. Daar werkt ze nu voor Eleos als therapeut via de beeldtelefoon.
Na een dienstverband van een aantal jaren bij Eleos begon Aukelien van Abbema voor zichzelf, als vrijgevestigde gezondheidszorgpsycholoog en emotionally focussed therapeut. Ze moest haar praktijk opgeven toen haar man in 2018 een betrekking op het hoofdkantoor van de Mission Aviation Fellowship (MAF) in Ashford aanvaardde.
Een eigen praktijk in Engeland opstarten was niet mogelijk, omdat haar papieren daar niet worden erkend. Na overleg met Eleos werkt ze nu weer voor haar oude werkgever. Vanuit Engeland voert ze therapeutische gesprekken via Skype of beeldtelefoon. „Ik spreek voornamelijk mensen met angstklachten, dwangklachten, depressie en burn-out.”
Terwijl haar collega’s in Nederland voornamelijk vrouwen van boven de 30 zien, heeft Van Abbema vooral mannen van onder de 30 in behandeling.
„Die vinden beeldbellen prettiger en logischer. Een gesprek voeren in een kantoor ervaren ze als bedreigender en de reis ernaartoe kost tijd. Ze zijn het gewend alles online te doen, van studeren tot bankieren. Online therapie volgen is voor deze groep heel voor de hand liggend.”
De therapeute verwacht dat ook specialistische ggz-zorg steeds meer online zal worden aangeboden. „Denk bijvoorbeeld aan mensen met extreme angstklachten die te angstig zijn om de deur uit te gaan. Voor zo’n groep is therapie via het beeldscherm een uitkomst.”
Zelf zit ze indien mogelijk liever fysiek tegenover haar cliënten. Therapie
per beeldscherm heeft een aantal schaduwzijden. „Als de verbinding slecht is, heb je een probleem. In een behandelgesprek moeten mensen vrijuit kunnen praten en hun emoties kunnen uiten. Bij een technisch probleem zijn ze meteen uit hun gevoel en in hun hoofd. Ze moeten iets oplossen. Zeker diepgaande emotionele gesprekken vragen om een perfecte verbinding. Cliënten die in hun jeugd emotioneel zijn verwaarloosd, voelen zich tijdens de behandeling via het scherm soms onvoldoende gehoord en gezien.
Als dat het geval is, draag ik hen over aan een collega in Nederland.”
Daar staat tegenover dat ze meer in de thuissituatie van mensen komt. „Dat is het paradoxale van online hulpverlening. Vanuit Ashford zit ik bij mensen aan de keuken tafel. Ze betrekken daardoor veel sneller hun partner bij gesprekken.” Hulpverlening op afstand heeft ook grote voordelen bij cliënten die door hun problematiek moeilijk kunnen omgaan met affectie. „Ik heb verschillende mensen met de diagnose autisme in behandeling. Die zeggen stuk voor stuk dat een gesprek via het beeldscherm voor hen veel prettiger en veiliger voelt dan in de spreekkamer.
Bij beeldbellen kijk je wel naar elkaar, maar je hebt niet echt oogcontact. Bij de meeste gesprekken is dat een nadeel, voor mensen met autisme of ernstige psychische trauma’s kan het zeker in de eerste fase van de behandeling een voordeel zijn.”
Vrijwel alle behandelingen combineert de gezondheidszorgpsycholoog met een aanvullende e-healthmodule over de betreffende problematiek. „Daarmee geef je cliënten meer regie over het proces. Tussen de behandelsessies door kunnen ze zelf met hun probleem aan de slag. Dat versterkt het besef van eigen verantwoordelijkheid.”
Naast haar klinische werk is Van Abbema betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe e-healthmodules door Eleos. „Zo hebben we de module ”Evenwichtig zelfbeeld” ontwikkeld, in twee varianten. De zelfhulpvariant kunnen mensen zelfstandig gebruiken, de uitgebreidere behandelvariant vraagt om tussentijdse bespreking van de antwoorden met de behandelaar.”
Zelf heeft ze haar aarzelingen bij complete zelfhulp in de geestelijke gezondheidszorg. „Het blijft heel lastig om jezelf zonder hulp van anderen uit het moeras te trekken. Therapie is een ingewikkeld samenspel tussen zelf doen en geholpen worden. De kracht van e-health zit voor mij in de combinatie met de reguliere therapie. Die wordt erdoor ondersteund. Met de huidige personeelstekorten in de ggz bieden de zelfhulpmodules ook de mogelijkheid om mensen vast aan de slag te laten gaan. Zelfs bij ernstige problematiek moeten ze soms twintig tot dertig weken wachten eer ze aan de beurt zijn. Dan is er dankzij e-health in ieder geval een tijdelijk alternatief beschikbaar.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 februari 2020
Terdege | 108 Pagina's