Een warme deken in hartje Holland
De taken zijn bij Hartje Holland in Ouddorp duidelijk verdeeld. Piek (oftewel Nellieke) bakt landelijk beroemde taartjes, zonder Moos (Madeleine) rijst het zuurdesembrood niet en bij moeder Bianca moet je zijn voor de leukste cadeautjes.
Overal in de sfeervolle woonwinkel staan brandende kaarsjes. Vanachter de toonbank begroet Bianca Groeneveld (46) elke klant vriendelijk. Pratende vriendinnen en echtparen aan de tafeltjes in het zitgedeelte van Hartje Holland overstemmen de zachte achtergrondmuziek. Twee dames laten zich nog niet door de lekkere taartjes onder de grote stolpen verleiden. Ze dwalen eerst langs serviezen, kandelaars, kussens en andere woonaccessoires. „Wat ziet het er allemaal leuk uit.” Naast de toonbank torent een hoge stapel grotere en kleinere doosjes. „We wilden de pallet buiten laten staan”, verontschuldigt Bianca zich. „Maar toen viel die om en moest alles toch naar binnen.”
In het theehuis zijn Moos (27) en Piek (24) druk in de weer. Thee zus, koffie zo. In een mum van tijd staat het overal op tafel. Al dan niet voorzien van een taartje van Piek. „Deze is beroemd”, wijst Bianca. „Zonder suiker. De appeltaart is gezoet met dadel, honing en vijgen. En gemaakt van speltmeel.” Even later staat er een fikse punt op tafel. Slagroom mét suiker in een bakje ernaast. Zie het maar eens te weerstaan...
PASTORIE
Wie denkt dat de Groenevelds geboren en getogen Ouddorpers zijn, komt bedrogen uit. „We kwamen er eigenlijk alleen op vakantie”, steekt Bianca van wal. „Mijn man werkte als kok in een bejaardentehuis.
Onverwachts kwam zijn baan op de tocht te staan. Net daarvoor had ik een oproep gezien voor een kosters-enbeheerdersechtpaar in de hersteld hervormde gemeente van Ouddorp. Ik had de krant voor de grap aan mijn broer gegeven, maar toen heb ik die advertentie toch maar teruggevraagd. Een paar weken later konden we op huizenjacht. In dit pand zat toen een leuke bloemenwinkel. Aan het meisje in de winkel vroeg ik of het oude boerderijtje naast dit pand te koop stond. Ik was er meteen weg van. Dat bleek niet zo te zijn. De eigenaren wilden er niet van af. Elf jaar heeft het leeggestaan. Al die tijd hebben we in verschillende panden door heel Ouddorp gewoond. Vier jaar geleden konden we de woning dan toch eindelijk kopen.”
De eerste jaren in Ouddorp woonde de familie Groeneveld in de pastorie in de dorpsring. Daar ontstond de woonwinkel Hartje Holland heel spontaan. Bianca: „Ik ben altijd al graag creatief bezig geweest. Mijn zus zei vaak: „Neem je strijk mee, die doe ik. Wil jij dan ondertussen mijn kamer gezellig maken?”
De oudste zoon van de familie Groeneveld was op een woensdagmiddag in de schuur wat aan het zagen. Ineens kwam hij trots met een hartje naar binnen. Bianca zag de uitgezaagde plank liggen en kreeg een idee. Ze liet haar zoon uit een andere plank ook een hartje zagen. Tussen de twee planken kwam een scharniertje en de eerste luiken van Hartje Holland waren geboren. Ze zette ze voor het raam in de kamer. Toeristen belden spontaan aan: „Is dit een winkel? Kunnen wij die luiken kopen?” Er kwam steeds meer vraag naar.
Het leek Bianca daarom aardig een voorjaarsfair in de tuin te organiseren. De hele familie hielp mee. Piek: „Ik maakte tien appeltaarten, want toen was ik al gek van bakken. We waren even bang dat we tot de Kerst appeltaarten moesten eten. Maar om elf uur moest ik al naar de bakker rennen, alles was op!”
„Wat deed ik ook alweer?” vraagt Moos zich af. „Jij was van het schuren”, weet Bianca. „O ja, daar had Jaap een hekel aan”, herinnert Moos zich. „Ik heb heel veel geschuurd en geverfd. Eerst vond Jaap het leuk om die luiken te maken, maar toen regende het bestellingen en vond hij er niets meer aan.” „Mijn man was helemaal niet handig met hout”, vult Bianca aan, „maar hij zei: Leer mij het maar. Toen heeft hij Jaap geholpen met het maken van ontelbaar veel luiken.”
GRATIS ADVIES
Na de succesvolle fair in de tuin organiseerde het creatieve drietal ”home fairs”. Bianca: „We gingen het hele land door en de taken waren verdeeld.” Piek: „Als Moos er niet bij was, hadden we een probleem met het meenemen van de spullen in de bus. Zij wist precies hoe alles het best paste. Wij stonden als we de hele bus al vol hadden nog met zware stukken in onze handen.” Ook huurde Hartje Holland een stand op de beurzen Wegwijs en Naar Buiten. Bianca: „We knepen ’m wel, want op Naar Buiten stonden we tegenover een grote stand vol woonaccessoires. Die man kwam verbaasd vragen hoe wij het aanpakten. Bij ons was het net een mierennest. De lampen en kussens vlogen de kraam uit. Dat kwam doordat we landelijke bekendheid hadden gekregen door de home fairs.”
De Groenevelds besloten een winkeltje in de dorpsring van Ouddorp te starten. Vanaf het begin maakte Hartje Holland ook daar een vliegende start. Achter de woonwinkel konden ze al snel een theehuisje erbij huren. In de tussenliggende tuin kwamen gezellige zitjes en in het theehuisje was ook plek voor vijftien mensen. Maar het bleef toch wel een tikje behelpen. Zeker bij regenachtig weer.
Sinds mei zitten de woonwinkel en het theehuis in één pand én naast de woning van Bianca en haar man. Ouddorpers schrokken van de stap. Bianca: „Dan zitten jullie uit de loap. Ik weet niet hoe vaak we deze waarschuwing gehoord hebben. De Ouddorpers hadden natuurlijk een punt, want in de dorpsring zaten we prachtig centraal: elke toerist liep automatisch langs onze winkel. Daardoor gingen we twijfelen. Tot het moment dat we opengingen.”
WACHTTIJD: ANDERHALF UUR
Het drietal krijgt het bij de herinnering aan die hectische periode weer warm. Piek: „We gingen de dag na Hemelvaart van start.” Bianca: „Ik dacht: Als we een verkeerde stap maken, dan hebben we in ieder geval de eerste twee dagen wél mensen. Dat hebben we geweten.” Moos: „We hadden natuurlijk amper horeca-ervaring. Alleen Piek in haar mini-theehuis. Daar was het zo klein dat je altijd binnen drie minuten de koffie kon serveren. Nu hadden we binnen veertig en buiten vijftig plekken. We hadden zelfs niet aan tafelnummers gedacht. Dus schreven we op het briefje: Broodje kip voor man met snor buiten. Kwamen we eindelijk met het broodje op de proppen, zaten er wel zes snorren op het terras.” Bianca: „Nu lachen we erom, maar toen schaamden we ons heel erg. Gelukkig zagen onze gasten, ondanks de wachttijd die opliep tot anderhalf uur, er de lol van in. En ze kwamen nog terug ook.”
Sommige mensen zelfs dagelijks. Piek: „Eerder vond ons buurvrouwtje van 91 onze winkel erg ver lopen. „Ik heb oude benen, hoor”, zei ze. Toen kwam ze twee of drie keer in de week. Nu we hier zitten, komt ze elke morgen langs voor koffie. Niet meer dan twee kopjes, anders krijgt ze „een bruune buuk.” Af en toe komt haar vriendin uit zorgcentrum De Vliedberg ook. Zo gezellig.” Bianca: „Verder komt er elke dag een man in een rolstoel langs. Ons vorige theehuis was niet rolstoeltoegankelijk. Nu kan hij wel naar binnen. Op die manier heeft hij iedere dag een uitstapje. Dat vind ik zo mooi. Je hebt snel contact met mensen. Ze laten ons vaak delen in hun lief en leed. Het mooiste compliment dat ik kreeg? „Het is hier net een warme deken.””
HUWELIJKSDIENST
Elke morgen starten Piek en Moos rond acht uur. Piek begint met bakken en Moos met de broodjes. Zo staat het met kalkverf ook op de grote winkel-ruit. Waar die namen vandaan komen? „Dat weet ik eigenlijk ook niet”, grapt Piek. „Het klinkt lekker makkelijk”, vindt Moos. Bianca: „Soms kijken klanten vreemd op: „Hoe noem je hen nóú?” Maar Madeleine was zo’n lange naam, dat ik haar toen ze nog klein was een keertje Moos noemde. Dat kopieerde iedereen. Nellieke vond ik bij nader inzien ook een mondvol. Dat werd Piek.” Moos glimlacht. „Dit voorjaar ben ik getrouwd. Onze predikant vroeg: Hoe zal ik je tijdens de huwelijksdienst noemen? Na overleg zeiden we: „Zeg maar Madeleine. Maar hij versprak zich en noemde me toch Moos. Zo erg is het ingeburgerd.”
Het drietal is op elkaar ingespeeld. Bianca: „We zitten wel gevangen in ons eigen concept. Als Moos er niet is, zakt het desembrood bij wijze van spreken in. Wij zijn recht voor z’n raap tegen elkaar, maar dan zijn we onze irritatie ook meteen kwijt. En we zijn nooit lang van slag.”
MONCHOUSNOR
Wat ze niet tegen hun moeder moeten zeggen als ze met rode wangen rondrent? Moos: „Dat ze een kruimel op haar sjaal heeft.” Piek: „Dat ze een monchousnor heeft.” Bianca: „Ik een monchousnor?
Zo erg is het niet gelukkig. Maar ik kom wel elk uur graag even iets snoepen.”
Moos: „Soms is het wel lekker hoor, dat ik om halfzes weg ben en ze de volgende morgen pas weer zie.” „Ik bel je ’s avonds toch wel weer”, lacht Piek. Bianca: „We doen het echt met z’n allen. Maar het gezin staat op nummer één. Toen mijn moeder recent ziek was, vertrok ik wel elke middag om 14.00 uur naar het Erasmusziekenhuis.” Piek: „En ik reis vier keer per jaar naar Kenia. Drie jaar geleden ben ik daar samen met Moos voor het eerst geweest. We werden toen erg geraakt door de armoede onder de kinderen daar. Een jaar geleden hebben we de stichting Ruth’s Shelter opgericht. Daarmee willen we kinderen een betere toekomst bieden. De fooien die in ons theehuis worden gegeven, gaan naar Kenia.
Het project leeft echt bij klanten. Soms word je er stil van wat mensen geven. Het gebeurt heel regelmatig dat Duitsers zomaar 50 euro in ons fooienpotje stoppen.”
Bianca: „Af en toe was ik bang dat Piek voorgoed naar Kenia zou vertrekken. Maar ze heeft gelukkig een echte Ouddorper aan de haak geslagen.”
Moos: „Ik verafschuwde Ouddorp. Ik riep altijd: „Als ik 18 ben, verhuis ik terug naar Oud-Beijerland.” Nu heet ik Grinwis. Ouddorpser kun je het niet krijgen. Ik zou hier ook beslist niet meer weg willen.”
Of ze nog plannen hebben voor de toekomst? Eensgezind: „Nee hoor. Zo is het goed.” Moos: „Onze jongens willen niet zo veel met het theehuis te maken hebben. Ze helpen wel hoor, maar zij grapten vorige week dat ze liever een strandtent zouden willen hebben.” Bianca lachend: „Laten de mannen dat idee maar uitvoeren. Wij hebben het druk genoeg.”
HARTJEHOLLAND.COM RUTHS-SHELTER.NL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 februari 2020
Terdege | 108 Pagina's