Toekomst zonder ziekte

Bij Janssen werken we aan een toekomst waarin ziektes tot het verleden behoren. Deze reclame van farmaceutisch bedrijf Janssen hoorde ik onlangs op BNR Nieuwsradio. Janssen is een onderdeel van het Amerikaanse Johnson&Johnson, dat in 1886 werd opgericht door de drie broers Johnson. Allerlei drankjes, zalfjes, poeders, pillen en pleisters brengen Johnson en Janssen op de markt. Op zich is daar niets mis mee. Hun doelstelling is echter te hoog gegrepen. Het doet aan de torenbouw van Babel denken.

Janssen staat daarin niet alleen. Medisch bioloog Aart Griffioen van het VUmc werkt aan een vaccin tegen kanker waarvan hij beweert dat er over twintig jaar geen kanker meer behoeft te zijn. Een beetje surfen op internet levert de volgende persberichten en slogans op: „Een toekomst zonder malaria, tegen 2050 is de ziekte verdwenen”; „LUMC werkt hard om ziekte van Huntington de wereld uit te helpen”; „Stop alzheimer, help deze mensonterende ziekte de wereld uit”; „Poliovirus de wereld uit”; „Het kan, lepra de wereld uit!”; „Stukje bij beetje ziekte van Parkinson uit de wereld trappen”; „Aids de wereld uit is een haalbaar ideaal”; „Naar een wereld zonder tuberculose”. Zelfs las ik eens dat men medisch ooit zo ver zal komen dat men zal zeggen: „Vroeger gingen de mensen nog dood.”

Uiteraard wil ik niet de indruk wekken dat medische zorg overbodig is. De Zaligmaker heeft Zelf gezegd: „Die gezond zijn, hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn.” Daarbij laat Hij duidelijk horen dat het gebruik van de middelen geoorloofd is, al zegt Hij ook: „Ik ben de HEERE, uw Heelmeester!” Jan Luyken zegt het zo: „God is de medecijn voor doodlik hels fenijn.”

Wie geen vreemdeling in de Heilige Schrift is zal weten dat we geen wereld zonder ziekte zullen realiseren. In het einde der dagen zullen er juist besmettelijke ziekten zijn, naar het woord van Christus in Mattheüs 24:7 en Lukas 21:11. Letten we erop dat Lukas de dokter er ook melding van maakt?

Bisschop J.C. Ryle –wiens zoon arts was– schreef een boekje getiteld ”Ziekte”. Ik citeer: „Ziekte is niet te voorkomen door iets wat een mens kan bewerken. De gemiddelde levensduur mag ongetwijfeld wat verlengd worden. De kundigheid van doktoren mag voortdu rend nieuwe middelen ontdekken en verrassende geneesmiddelen voortbrengen. De uitvoering van verstandige sanitaire voorschriften kan het sterftecijfer in een land sterk verlagen. Maar per slot van rekening –hetzij in gezonde of ongezonde streken, hetzij in een zacht of koud klimaat, hetzij behandeld door homeopathie of allopathie– zullen de mensen ziek worden en sterven.”

Toch zal er inderdaad een toekomst zijn waarin ziektes tot het verleden behoren. Dat is niet in deze bedeling maar in de toekomende. Jesaja zegt daarover: „En geen inwoner zal zeggen: Ik ben ziek, want het volk, dat daarin woont, zal vergeving van ongerechtigheid hebben” (Jes. 33:24). Dat geldt echter alleen degenen die aan deze kant van het graf hun geestelijke kwalen leerden kennen en de toevlucht namen tot Hem van Wie we lezen: „Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze ziekten gedragen” (Matth. 8:17). Nog een keer citeer ik Ryle: „Een weinig meer ziekten en alles zal voorbij zijn. Nog een enkele begrafenis en onze eigen begrafenis zal plaatsvinden. Nog enkele stormen en slingeringen en we zullen veilig in de haven belanden. We reizen naar een wereld waar geen ziekte meer is, waar scheiden, pijn, schreien en treuren voor eeuwig hebben afgedaan. De hemel wordt ieder jaar voller en de aarde leger. (…) De laatste vijand die tenietgedaan wordt, is de dood.”

Ds. M. van Kooten, Elspeet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen