Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Duurzaam eten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Duurzaam eten

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

De gemiddelde Nederlander houdt van een goed stuk vlees op zijn bord. Anti-vleescampagnes brengen daar geen verandering in. Toch zeggen steeds meer mensen dat ze weleens een dagje overslaan. Het is trendy om jezelf flexitariër te noemen.

De populariteit van vegetarische producten neemt toe. Elk zichzelf respecterend restaurant heeft ze tegenwoordig op de kaart staan. Ook het winkelschap is een betrouwbare graadmeter. Supermarkten hebben een gevarieerd aanbod ‘vega(n)’ van een groeiend aantal merken.

Opvallend genoeg sieren veel van die producten zich met namen die aan vlees doen denken. Een producent als De Vegetarische Slager munt daarbij uit in creatieve spelling met zijn kipstuckjes, speckjes, gehacktbal en visvrije (!) tonyn. Eind 2017 noemde de Nederlandse Voedselen Warenautoriteit zulke namen misleidend. Al snel slikte de toezichthouder die kritiek weer in: als er maar duidelijk bij staat dat het om plantaardige producten gaat, mag het.

VERKNOCHT AAN VLEES

Dat makers van vleesvervangers willen meeliften op het imago van echt vlees, zegt iets over de voorliefde van veel consumenten. Zij waarderen de smaak en de textuur van vlees. In rond Hollands: ze happen liever in een sappige biefstuk dan in een melige sojaburger. Toch is die laatste kwalificatie te kort door de bocht. Fabrikanten van vleesvervangers werken hard aan verbetering van hun producten. Niet alleen de smaak, maar ook het bereidingsgemak gaat hard vooruit. „Je hoeft niet meer anders te leren koken. Er zijn tegenwoordig zelfs vleesvervangers die zich prima houden op de barbecue”, zegt senior onderzoeker en consumptiesocioloog Hans Dagevos van Wageningen Economic Research.

Dit instituut is onderdeel van Wageningen University & Research en berekent elk jaar de vleesconsumptie in Nederland. In 2018 was dat gemiddeld 77,2 kilo vlees per persoon (berekend in karkasgewicht, dat is inclusief been, vet en zwoerd; wat we daadwerkelijk opeten is ongeveer 39 kilo). Dat is, ondanks de vleesschandalen van de afgelopen jaren en de promotie van vleesarme menu’s, ongeveer evenveel als in 2006 en zelfs iets meer dan in 2017. „Nederlanders zijn verknocht aan vlees”, constateert Dagevos.

In 2019 deden hij en zijn collega’s onderzoek naar de keuzes van vleesliefhebbers en van mensen die minder of helemaal geen vlees eten. De resultaten van dit onderzoek, dat eerder in 2011 was uitgevoerd, worden deze zomer verwerkt. Dagevos kan alvast melden dat meer mensen zich vandaag flexitariër noemen: 43 procent, tegen 14 procent in 2011. Flexitariërs zijn mensen die vlees niet in de ban doen, maar er wel bewuster mee omgaan. De variatie in die groep is groot: sommigen eten één of twee dagen per week vlees bij de hoofdmaaltijd, anderen wel vijf of zes keer. Je vindt ze door het hele land. Het cliché dat mensen die minder vlees eten vooral in de Randstad wonen, blijkt niet te kloppen. Wel zijn vrouwen en mensen met een (middel)hoge opleiding onder flexitariërs nog altijd in de meerderheid. Nederland telt dus meer flexitariërs, en toch eten we gemiddeld niet minder vlees. Hoe kan dat? Dagevos: „Mensen kiezen wat vaker in de week voor een maaltijd met vlees dan in 2011. Dat geldt zowel voor de verstokte vleeseters als voor de flexitariers.”

Of er bij een gemiddelde zelfbereide maaltijd een groter stuk vlees op tafel komt, hebben hij en zijn collega’s niet onderzocht. Hij vermoedt van niet, want de vleesverkopen via de supermarkten nemen al jaren af. Volgens marktonderzoeksbureau IRI was de daling vorig jaar 3,6 procent. Wel weet Dagevos dat Nederlanders vaker buiten de deur eten. „En in een restaurant kiezen mensen relatief vaak voor vlees”, zegt hij. Ook laten mensen vaker vleesgerechten op bestelling thuis bezorgen.

Het heeft iets dubbels om jezelf flexitariër te noemen, terwijl je levensstijl nauwelijks verandert. Dagevos denkt dat de term wat aan slijtage onderhevig is. Vijf of zes keer per week vlees op tafel heeft met „duurzaam eten” in ieder geval weinig te maken, vindt hij.

Bij echte ‘vleesmijders’ is dat anders. Vegetariërs –mensen die geen vlees en soms ook geen vis eten– en veganisten –mensen die alle dierlijke producten weigeren, dus bijvoorbeeld ook melk en eieren– zijn ervan overtuigd dat zij gezonder leven, dat ze dierenleed tegengaan of dat ze helpen om het klimaat te redden. Die intenties mogen oprecht zijn, niet alles wat in dit verband geroepen of geschreven wordt, is betrouwbaar. Isabel Boerdam, bedenker van de Nationale week zonder vlees en schrijver van de zogeheten Vegabijbel, doet op haar website De Hippe Vegetariër bijvoorbeeld boude uitspraken over de veehouderij en de visserij. Soms zijn die alleen gestoeld op uitlatingen van actiegroepen als Peta en Wakker Dier.

BROEIKASGASSEN

Een bekende stelling is dat één koe net zoveel broeikasgassen uitstoot als 70.000 kilometer autorijden. Wat Boerdam niet zegt, is dat het gras dat koeien eten, kooldioxide uit de lucht haalt. Ofwel: hier is sprake van een kringloop. Maar gassen die auto’s uitstoten, ontstaan door verbranding van benzine of diesel en verhogen wél het broeikaseffect.

Nog zo’n veelgehoorde tip: als je een kilo rundvlees minder eet, bespaar je 15.000 liter water, want dat is nodig om die kilo te produceren. Nog afgezien van het feit dat die 15.000 liter uit berekeningen op wereldschaal komt –Nederlandse koeien ‘consumeren’ tijdens hun leven 6.500 liter per kilo vlees– blijft het een rare redenering. Negentig procent van dat water is namelijk regenwater, dat op het land valt en waar het gras en andere gewassen die koeien eten van groeien. Daar kun je helemaal niet op besparen.

En wat te denken van Boerdams bewering dat Nederlandse vissers veel vissoorten bedreigen met uitsterven? In werkelijkheid is de door hen beviste Noordzee de best beheerde zee ter wereld, waar de meeste soorten er juist heel goed voor staan.

Opmerkelijk is ook de neiging van opiniemakers uit het vegakamp om dieren te vermenselijken. Varkens „zitten levenslang opgesloten”, kuikens en ‘babykalfjes’ krijgen „geen contact met hun moeder”, schrijft Boerdam. De extremistische dierenrechtenorganisatie Peta maakt het nog bonter. Die noemt de vleesindustrie „de grootste moordenaar van dieren” en stelt dat ‘vrouwtjes’ met geweld kunstmatig worden bevrucht, dat ‘baby’s’ (bedoeld wordt: jongen van dieren, TR) worden „weggerukt van hun moeders” en na een kort, slecht leven „een angstaanjagende reis” maken naar het slachthuis.

Zulke teksten spelen in op de emoties van mensen. De werkelijkheid is genuanceerder. De Europese Unie stelt strenge eisen aan dierenwelzijn en Nederland doet daar vaak nog een schepje bovenop. De tijd dat vleeskalveren in kleine hokjes werden gehouden, ligt ver achter ons. Ook zeugen (moedervarkens) leven tegenwoordig in ruime groepshokken. Legbatterijen voor kippen zijn al jaren verboden.

Soms stellen Nederlandse supermarkten zelfs extra voorwaarden. Zo spraken ze enkele jaren geleden af dat ze alleen kip verkopen van vleeskuikens die minder snel groeien en meer ruimte in de stal hebben dan wettelijk is voorgeschreven. Ook vlees met één of meer sterren van het keurmerk Beter Leven is in opmars.

Intussen gaan grootwinkelbedrijven door met het stunten met vlees. In 2019 hielden de elf grootste supermarkten 8400 zogeheten kiloknalleracties, meldde Wakker Dier begin dit jaar. Dat waren er zo’n driehonderd meer dan het jaar daarvoor. Consumptiesocioloog Dagevos vindt dat er minder van die acties zouden moeten komen. „Het zou de branche sieren als ze experimenteerde met een minder prominente plek van het vleesschap”, zegt hij.

MINDER VLEES

Volgens Dagevos zijn wetenschappers het erover eens dat het beter is voor de gezondheid om minder vlees te eten en meer plantaardige eiwitten. „Dat adviseert de Wereldgezondheidsorganisatie en ook het Nederlandse Voedingscentrum”, zegt hij. „De richtlijn vanuit de Schijf van Vijf is maximaal 500 gram vlees per week, inclusief vleeswaren. We eten nu gemiddeld 750 gram.

Als daar elk jaar wat vanaf gaat, zitten we misschien over twintig jaar op de norm.”Het groeiende aantal consumenten dat zichzelf als flexitariër beschouwt, ook al eten ze niet direct minder vlees, duidt in ieder geval op een mentaliteitsverandering. „Bij hen staat een biefstuk niet automatisch bovenaan als ze aan lekker eten denken. Een groenteburger vinden ze ook oké.”


VEGA GEZOND?

Nooit vlees, vis, zuivel en eieren eten: dan lijkt een tekort aan allerlei voedingsstoffen onontkoombaar. Toch zijn er mensen die al tientallen jaren veganistisch eten zonder daar ooit gezondheidsklachten aan over te houden. Dus het is mogelijk. Maar waar moet je op letten, en hoe doe je dat?

KIKKERERWTEN

Vlees, vis, zuivel en eieren bevatten veel eiwitten, ijzer, vitamine B1, B2, B12 en calcium. Dat zijn stuk voor stuk onmisbare stoffen voor het lichaam. Wie veganistisch eet, moet dus op zoek gaan naar plantaardige alternatieven. En die zijn er.

Eiwit, ijzer, vitamine B1 en B2 zitten in peulvruchten zoals bruine bonen, kikkererwten en linzen, tofu en tempé, en noten, pinda’s, pitten of zaden. Een veganist doet er daarom goed aan om dagelijks iets uit dit rijtje te kiezen.

HEEMIJZER

Plantaardige voedingsmiddelen zoals bladgroente (spinazie, andijvie, sla), volkoren graanproducten en aardappels bevatten het zogenaamde non-heemijzer. Dit neemt het lichaam minder goed op dan heemijzer uit vlees. Vegetariërs hebben daardoor soms lagere ijzervoorraden dan bij de algemene bevolking. Volgens het Voedingscentrum is dat niveau meestal niet zo laag dat ijzersupplementen nodig zijn.

Wel is het verstandig dat zij voldoende van de genoemde ijzerbevattende voedingsmiddelen eten. Een goede tip: neem groente of fruit bij elke maaltijd te nemen. Die bevatten namelijk vitamine C, wat de ijzeropname bevordert. Thee of koffie drinken tijdens het eten, is minder slim, omdat die de opname van non-heemijzer remmen. Ook fytaat, een stofje in granen en peulvruchten, vermindert de ijzeropname.

SOJA

Veganisten dienen 30 procent meer eiwitten via hun voeding binnen te krijgen dan mensen die vlees eten. Dit heeft te maken met het feit dat plantaardige eiwitten over het algemeen minder goed worden opgenomen door het lichaam. Ze hebben bovendien een andere samenstelling dan dierlijke eiwitten.

Een uitzondering vormt soja, een peulvrucht afkomstig van de sojaboon. Sojabonen bevatten hoogwaardige kwaliteit eiwitten, even goed als die van dierlijke oorsprong. Deze bevatten namelijk niet alleen alle essentiële aminozuren –bouwstenen die het lichaam niet zelf kan aanmaken– maar zijn ook goed verteerbaar. Dat wil zeggen: vrijwel alle eiwitten worden door het lichaam verteerd en opgenomen.

KIDNEYBONEN

Een aandachtspunt is calcium of kalk. Dit mineraal is nodig voor de opbouw en het onderhoud van je botten en gebit, maar ook voor de bloedstolling en een goede werking van zenuwen en spieren.

Koemelk, dat veel calcium bevat, is aan een veganist niet besteed. Gelukkig zijn er ook andere voedingsmiddelen waar dit mineraal in zit: noten (met name amandelen), peulvruchten (kidneybonen), bladgroenten (spinazie) en zeewier. Daarnaast worden sojadrinks vaak verrijkt met calcium.

ZALM

Een lastige stof voor veganisten is vitamine B12. Dit molecuul is onder meer belangrijk voor de aanmaak van rode bloedcellen en van DNA, de informatiedragers van het lichaam.

Probleem is dat deze vitamine door darmbacteriën wordt aangemaakt en daardoor vrijwel uitsluitend in dierlijke producten voorkomt, zoals vis (zalm), rundvlees, yoghurt, melk en eieren. Uitzonderingen zijn zeewier en algen, maar die bevatten een slecht opneembare variant van deze vitamine.

Vitamine B12 wordt daarnaast vaak aan plantaardige zuivel en vleesvervangers toegevoegd, maar steevast in heel kleine hoeveelheden. Daarbij komt dat het lichaam dit stofje vrij slecht opneemt. Als veganist ontkom je daarom eigenlijk niet aan vitamine B12-supplementen.

STRUMA

Nog niet genoemd zijn vitamine D en jodium. Vitamine D zit vooral in vette vis en -in kleine beetjesook in vlees en eieren. De belangrijkste bron is voor de meeste mensen echter zonlicht, dat zorgt voor de aanmaak van vitamine D in de huid. Veganisten die geen vis eten én weinig buiten komen, kunnen daarom baat hebben bij supplementen. Jodium zit in vis, eieren, zuivel, zeewier en brood met gejodeerd bakkerszout. Wie dus geen dierlijke producten neemt én geen brood eet met gejodeerd zout, loopt een groot risico op een jodiumtekort. Met een gevarieerd palet aan plantaardige voedingsmiddelen en vitamine B12-supplementen is veganistisch eten dus goed mogelijk. Belangrijk is dat veganisten niet alleen op hun voeding letten, maar ook op hun lichaam. Dat kan namelijk vertellen als het te weinig voedingsstoffen krijgt. Zo kunnen vermoeidheid, duizelingen, hartkloppingen, bleek zien, tintelingen in de vingers en spierzwakte wijzen op een tekort aan ijzer of vitamine B12.

Te weinig calcium of vitamine D kan op de lange termijn leiden tot botontkalking en bij kinderen tot spierkrampen en skeletvervorming.

Een tekort aan jodium uit zich ook pas later en is te merken aan een traag werkende en opgezwollen schildklier (struma of krop). Dit veroorzaakt andere klachten zoals gewichtstoename, het veel koud hebben, traagheid en obstipatie.

Een gebrek aan eiwit en vitamine B1 komt overigens nauwelijks voor.

KANKERVERWEKKEND

Tegenover de kans op tekorten bij een veganistisch dieet staan ook gezondheidsvoordelen. Zo zijn er aanwijzingen dat rood vlees het risico vergroot op darmkanker en, minder bekend, longkanker. De WHO noemt bewerkt vlees en vleeswaren zelfs kankerverwekkend. Wie geen rood en bewerkt vlees eet, bespaart dus dit risico.

Over het algemeen zijn veganisten gezonder dan niet-veganisten, stelt Astrid Postma van het Voedingscentrum tegenover de NOS. Ze lopen minder risico op hart- en vaatziekten. Dat heeft volgens haar echter niet zozeer te maken met hun eetpatroon, als wel met hun leefstijl: ze roken minder en bewegen meer. De vraag blijft dus of veganistisch eten écht zo gezond is.


Gebrande paprika met bloemencouscous

Nee, vegaburgers of bitterballen gemaakt van zeewier, of nuggets bestaande uit een mengsel van bonen en micro-algen heeft restaurant De Duikenburg in het Betuwse Echteld niet op de menulijst staan. Maar als iemand vegetarisch of veganistisch wil eten, kan dat zeker, zegt sous-chef Tim Conijnenberg. „We passen alles aan op de wensen van de gast. Een vegetarisch driegangenmenu is bij ons prima mogelijk.” Geen exclusief imitatievlees komt er aan te pas. In plaats daarvan heeft de kok een andere, veel eenvoudigere oplossing: serveer eten desgewenst zonder vlees, eieren of zuivel.

BIETENBURGER

Niet dat Conijnenberg helemaal vies is van vegetarische producten. „Als de gast die graag wil, zorgen we daarvoor. Soms werken we met tofu, een sojaproduct bomvol eiwitten. Ook hebben we weleens bietenburgers geserveerd, gemaakt van rode bieten. Dat was bij een bruidspaar dat zelf vegetarisch at. Dus kreeg iedereen ze. Maar als slechts een van de vijftig gasten vleesloos wil, gaan we daar niet speciaal een bietenburger voor maken.”

Onlangs heeft het restaurant een nieuwe brochure gemaakt waarin ook een vegetarisch menu is opgenomen (zie verderop). Mensen die een bruiloft of feestje komen afspreken, krijgen deze brochure mee naar huis. „Naar verwachting gaan we het vegetarische gerecht volgend jaar serveren.”

MINDERHEID

Conijnenberg merkt dat gasten steeds vaker vragen om vleesloze gerechten. Toch zijn vegetariërs nog ver in de minderheid. „Ik schat dat op de duizend gasten zo’n tien tot vijftien vegetarisch eet. Een deel van hen wenst geen vlees, maar wil wel vis. Sommigen hoeven helemaal geen dierlijke producten zoals melk. Maar dat komt bijna niet voor.”

Wel of geen vlees is maar een van de vele wensen die gasten kunnen hebben. „Vaker krijgen we de vraag naar zoutarm eten. Of naar een menu met weinig suiker, of zonder lactose, gluten of andere allergenen. Dat laatste gebeurt veel vaker dan vroeger, omdat baby’s daar tegenwoordig op kunnen worden getest. Soms vragen mensen om een menu gebaseerd op het Atkins-dieet, dat veel vet en eiwit maar weinig koolhydraten bevat.” Conijnenberg, die zelf een vleesliefhebber is, kan wel begrip opbrengen voor vegetariërs. „Ik heb respect voor ze. Er is zo veel lekker vlees, dat moeten ze voor hun principes allemaal laten staan.”

BERGEN VLEES

Het restaurant streeft naar duurzaamheid, zegt de souschef. „We gebruiken vlees zoals longhaas dat normaal gesproken door het gehakt gaat, juist als mooie stukken vlees voor op de Green Egg (barbeque, red.) omdat we voedselverspilling willen tegengaan. We gooien echt niet dagelijks kilo’s vlees weg. Uit ervaring kunnen we op basis van het aantal personen aardig inschatten hoeveel er gegeten gaat worden. Schalen vullen we pas aan als we zien dat ze bijna leeg zijn. Zo zorg je ervoor dat er geen bergen eten overblijven. En wat er wel overblijft, kunnen gasten na aloop meekrijgen.”

Conijnenberg wil wel verklappen wat de ingrediënten zijn van het nieuwe vegetarische menu.

VOORGERECHT:

Carpaccio van rode en gele bieten met gekarameliseerde walnoten, balsamico-azijn, walnotenolie en sechuan cress, een plantje dat een mondgevoel geeft van licht sprankelend (champagne) naar tintelend verdovend

TUSSENGERECHT:

Rode portbouillon met linterdunne crêpes

HOOFDGERECHT:

Gebrande paprika gevuld met bloemencouscous, gegrilde groenten en een jus van tuinkruiden

NAGERECHT:

Dessert van de chef: witte chocolademousse, gekaramaliseerde appel, karamel van kruidenbitter en bourbon vanille-ijs met atsina cress, een tuinkruid dat smaakt als zoete anijs en zoethout

Chef-kok Tim Conijnenberg: “Ik heb respect voor vegetariërs. Er is zoveel lekker vlees, dat moeten ze uit principe allemaal laten staan”


„Wij hebben dierlijke producten niet nodig”

Elke dag vlees op je bord? Ongeveer twee derde van de Nederlanders doet dat niet meer. Steeds meer landgenoten gaan nog een stapje verder en zijn veganist. De Rotterdamse Sander en Marith Rijfers (25) vertellen hoe zij leven zonder vlees, zuivel en eieren en wat zij dan wél eten.

De documentaire Cowspiracy, over de impact van de veehouderij op het milieu, was in 2017 de eye-opener voor Sander en Marith. „Halverwege zetten we ‘m op pauze, keken elkaar aan en zeiden: wij worden vegetarisch!” vertelt Marith. Een andere documentaire, Forks over Knives, gaf drie maanden later het laatste duwtje: ze verbanden alle dierlijke producten uit hun leven en werden veganistisch. „Voor ons werd duidelijk dat we dierlijke producten niet nodig hebben om gezond te zijn.”

ZELFGEMAAKTE DEODORANT

Het stel was al bezig met een milieubewuste, duurzame levensstijl. „We douchten bijvoorbeeld korter”, zegt Sander, „maar we ontdekten dat voor het produceren van een kilo rundvlees 15.000 liter water nodig is. Dan is stoppen met vlees eten een relatief kleine stap, die veel meer oplevert.” Vegan draait voor Sander en Marith om meer dan alleen voeding. Ze kopen ook geen nieuwe leren producten meer en hun kleding is zo veel mogelijk tweedehands. Hun cosmetica en douchespullen proberen ze eveneens plantaardig te kiezen. „We maken zelfs onze eigen deodorant!” lacht Marith.

VOOR DE AARDE ZORGEN

De manier waarop zij nu leven, voelt voor hen als leven zoals God dat van hen vraagt. „We hebben de opdracht om goed voor de aarde, de dieren en onszelf te zorgen”, legt Sander uit. „We mogen de aarde gebruiken, maar God is de Eigenaar. Dat plaatst dingen voor ons in een ander perspectief.” Ze willen daarom de bio-industrie niet stimuleren door vlees te eten. „Dat een kip binnen zes weken geslacht wordt, is volgens ons niet zoals God het heeft bedoeld.”

BETERE GEZONDHEID

Het volledig weren van dierlijke producten heeft voor hen nog een belangrijke reden: gezondheid. Sander kampte tot een aantal jaar geleden met concentratieproblemen. „Sinds we vegan zijn, ben ik minder snel moe en kan ik me beter concentreren. In combinatie met hardlopen ben ik vijftien kilo afgevallen.” Marith had ibromyalgie (chronische pijnklachten, red.), een prikkelbare darm en was vaak moe. „Ik moest er maar mee leren leven, zei de dokter. Maar toen we veganwerden, verdwenen de klachten langzamerhand en inmiddels zijn ze bijna verdwenen. Mijn darmen zullen altijd wel gevoelig blijven, maar ik voel me echt heel goed.”

MEER ETEN

Toch kleven er ook wat kleine nadelen aan veganistisch zijn, bekennen ze. Bijvoorbeeld wanneer je uit eten wilt gaan, hoewel steeds meer restaurants vegan gerechten op de kaart hebben. „Je moet er ook aan wennen om meer te eten”, vindt Sander. „Van peulvruchten en groenten heb je meer nodig om verzadigd te raken. Inmiddels zijn we dat gewend.”

WAT EET JE WEL?

Geen ei, geen vlees, geen zuivel… wat eet je dan wel? Marith schiet in de lach. „Dat vraagt nu iedereen! Er is zelfs een website die zo heet.” Een paar suggesties voor wie wil minderen met dierlijke producten: ontbijt met een sojamelk-fruit-havermoutsmoothie of bananenpannenkoekjes. Brood met hummus, komkommer en tomaat of een salade van peulvruchten vormen een gemakkelijke, snelle lunch. En wat te denken van zelfgemaakte pizza, groentestoofpotjes en wraps boordevol groenten als avondeten?

Onbekend maakt ook onbemind wat betreft vegan, zien Sander en Marith. „Sommige mensen denken dat je niks meer mag. Dat is niet zo, je wílt het alleen niet meer”, aldus Sander. „We eten nu veel lekkerder en gevarieerder en missen niets. Probeer in een restaurant eens een vegan gerecht, dan merk je dat vanzelf!”

“Je moet er ook aan wennen om meer te eten. Van peulvruchten en groenten heb je meer nodig om verzadigd te raken. Inmiddels zijn we dat gewend.” Zie terdege.nl/voedsel voor een recept van een supersnelle rijstschotel.


Vlees eten van eigen schaap

Jonneke en Sjoerd Oskam uit Putten zijn echte vleesliefhebbers. De meeste dagen van de week ligt er dan ook vlees op hun bord. Maar kwaliteit vinden ze belangrijker dan kwantiteit. Jonneke: „Wij hoeven geen groot stuk, als het maar lekker en eerlijk vlees is. Dus van dieren waarvan je weet dat ze een goed leven hebben gehad met enige vrijheid.”

STREEKSLAGER

Vlees kopen ze regelmatig bij de „slager in de polder.” Jonneke: „Die heeft eigen koeien rondlopen. Zulke streekslagers zie je steeds meer. Ze slachten een koe op het moment dat er genoeg mensen een vleespakket willen. Een buurman van ons heeft ook onlangs een van zijn koeien laten slachten. Dan weet je: dat is vlees van dieren die hier in de omgeving zijn opgegroeid. Dat maakt je bewuster van het vlees dat op je bord ligt.” Daarnaast bestellen ze online kippenvlees bij koopeenkip.nl. Dit is een van de elf websites met dierennamen van Grutto, een bedrijf dat staat voor een natuurlijke manier van vleesproductie. Het vlees is vrij van kunstmatige toevoegingen en het is traceerbaar waar het dier heeft rondgelopen. Sjoerd: „Dieren moeten een goed leven hebben gehad en zonder stress zijn geslacht. Daarna laten ze het vlees drie weken rijpen. Dat is een proces dat bij massaproductie van bijvoorbeeld supermarktvlees meestal wordt overgeslagen.”

KLEURSTOF

„In de supermarkt ziet vlees er mooi rood uit, terwijl het van zichzelf een grauwe kleur heeft”, zegt Sjoerd. „Echt vlees heeft een stevige bite, waar je goed op moet kauwen. Supermarktvlees wordt geregeld volgespoten met water; logisch dat het zacht is. Als je kwaliteitsvlees gewend bent, geef je geen voorkeur meer aan supermarktvlees. Soms halen we wel wat uit de supermarkt, als we even iets niet op voorraad hebben. Maar als we het dan eten, zeggen we: dat moeten we niet meer doen.” Jonneke: „Vlees heeft waarde die niet meer is terug te zien bij kiloknallers. Deze aanbiedingen worden

ingezet om klanten naar de winkel te trekken. Liever wat minder vaak goed vlees, dan vlees met water en andere toevoegingen.” De Oskams hebben zelf een paar kippen en vier schapen. Twee daarvan zijn jonge rammetjes, geboren in april. Jonneke: „Die kunnen niet bij de moeder in de wei blijven lopen, dan gaat het mis. Als ze geslachtsrijp zijn, is daarom de keuze: verkopen of slachten. We kiezen voor het laatste. Enerzijds omdat we het leuk vinden om deels zelfvoorzienend te zijn. Als je ze verkoopt, worden ze waarschijnlijk ook geslacht, maar heb je geen grip op het verdere proces.” Niet dat ze zelf het mes in de dieren zetten. Jonneke: „We brengen ze naar de slager, die ze voor ons slacht. Een paar dagen later halen we het vlees op. Daar kunnen we dan een jaar mee vooruit.”

KNUFFELEN

Is dat niet moeilijk, eigen dieren laten slachten? Jonneke: „Die vraag krijgen we vaak. Onze schapen hebben een heel goed leven, we knuffelen dagelijks met ze. Zodra ze geboren worden en je ziet dat het een rammetje is, weet je al: die gaat ergens dit jaar weg. Met dat besef leven we. Maar het is toch veel ijner om vlees te eten van dieren die het goed hebben gehad?”

WILDWORKSHOP

De Oskams geven zo nu en dan wildworkshops, waarbij een wild zwijn of ree wordt ontleed. Sjoerd: „Met een groep mensen kijken we dan hoe het dier in elkaar zit. Dat creëert een stukje bewustwording. Mensen beseffen opeens dat er maar twee varkenshaasjes van een varken komen. Terwijl de supermarkt er vol mee ligt. Met dat besef ga je de waarde van vlees inzien. De waardering voor vlees tijdens zo’n workshop groeit enorm. Je eet het dan met meer dankbaarheid en aandacht.” Jonneke vindt het „prima en mooi” als Nederlanders minder vlees zouden gaan eten. „Ik hoop alleen niet dat het wettisch wordt. Zo van: je mag geen vlees eten. In sommige kringen durf je bijna niet meer te zeggen dat je geniet van een lekker stuk vlees.”

“Als we supermarktvlees eten, zeggen we: dat moeten we niet meer doen”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 augustus 2020

Terdege | 114 Pagina's

Duurzaam eten

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 augustus 2020

Terdege | 114 Pagina's