Onkruid
„Volgens mij is dit onkruid”, wijst oma naar een weelderig groeiende plant in mijn tuin. Ik haal mijn schouders op. „Best een mooi ding toch, oma? Ziet u die leuke zwarte besjes?” Oma lacht: „Het blijft onkruid, jongen.”
Vroeger, toen ik als tiener op woensdagmiddag bij de kweker werkte, wist ik wat onkruid was. Alles wat ik niet als conifeer kon identii ceren, was niet gewenst tussen de stekjes. Als ik een groene boef z’n kop uit de grond zag steken, moest ik bukken en ’m vriendelijk doch beslist met wortel en tak uitroeien.
Nu, met een eigen tuin, is het lastiger om te beslissen wat gewenst is en wat niet. Coniferen laat ik natuurlijk staan. Samen met wat andere boompjes en struiken die ik regelmatig in andere, goed onderhouden tuinen zie opduiken. Distels en grassoorten verdwijnen nog altijd in de groene container. Maar tussen de conifeer en de distel zitten veel twijfelgevallen.
Zo zijn er vrolijke gele paardenbloemen die als minizonnetjes het bloemperk verfraaien. Moet ik ze dan als onkruid bestempelen omdat ze in een oogwenk kunnen transformeren in een bolwerk van vijandelijke parachutisten die vastbesloten zijn de tuin van de buren te bezetten? En de boomtakken die de hele herfst en winter doods de lucht in priemen, is dat onkruid? Ook als ik weet dat ze in de lente herleven en worden bekleed met bladeren en bloemen die mooier zijn dan de chicste kleren van mensen?
Zoals bijna ieder ander ga ik voor een antwoord op de vraag wat onkruid is te rade bij vriend Google. Hij linkt door naar zijn familielid Wikipedia. Die online encyclopedie geeft een heerlijk vrijblijvend antwoord dat elke plant bestaansrecht geeft. Een bloemlezing: „In principe kan elke plantensoort als onkruid worden beschouwd. Er is geen objectieve of biologische dei nitie van onkruid. Het is mogelijk dat een plant in de ene omgeving als onkruid gezien wordt, terwijl deze in een andere omgeving als aantrekkelijk wordt beschouwd. De opvatting over onkruiden kan in de loop van de tijd veranderen.”
Plant met de zwarte besjes, blijf jij maar lekker staan. Je mag groeien en bloeien zoals je bent, kruid.
Arien van Ginkel journalist bij het Reformatorisch Dagblad
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 oktober 2020
Terdege | 162 Pagina's