Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De strijd met grijs haar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De strijd met grijs haar

9 minuten leestijd

Ze voeren een steeds eenzamere strijd, de dertigers en veertigers die hun grijzende haren onbeschaamd in de wind laten wapperen. Want stiekem hechten we erg aan een jong uiterlijk. En de bijbehorende haardos.

Mijn vriendinnen en kennissen van midden dertig tot midden veertig zien er in veel gevallen nog fris en fruitig uit. Een mooi jasje, rokje en jurkje doen wonderen. Maar dat is het niet alleen. Ook hun haren zijn nog zo glanzend blond, bruin of rood. En dat terwijl ik zelf toch al een paar jaar kamp met langzaam toenemende grijsheid.

De lichtgelokten onder ons hebben een excuus voor hun jonge uitstraling. Grijs zie je nu eenmaal niet zo goed tussen blonde haren. Maar de rest? Zouden die allemaal goede genen hebben?

Ze zijn er hoor, degenen bij wie de tand des tijds geen invloed op hun haren lijkt te hebben. Zestigers en zelfs zeventigers die nog helemaal natuurlijk blond, zwart, rood of bruin zijn. Maar de meesten is een ander lot beschoren.

Mijn eigen haar is ook nog bruin. Ik biecht daarbij maar gelijk op: ik ruk die beginnende grijze haren er met wortel en tak uit. Bij voorkeur voor de grote spiegel in de hal, omdat het licht daar zo lekker fel is. Waarbij mijn man dan standaard vanuit de woonkamer roept: „Niet doen, zo worden het er alleen maar meer!” Daar geloof ik niks van, en zo lang ze nog uit te trekken zijn, doe ik dat dus vol overgave.

Maar ik zie een rap naderende toekomst voor me waarin ik ze niet meer met een pincet te lijf kan gaan zonder kaalheid daarbij op de koop toe te nemen. En dus dringt de vraag zich aan me op: Wat heb ik tegen grijs worden?

De kapper die mij meestal knipt, doet er niet moeilijk over. Straks eerst wat highlights, mevrouw. En als er dan niets meer aan te redden valt, kleuren we uw haar in de tint die u het mooist vindt. Goed voor je haar? Dat niet per se, zegt ze er eerlijk bij. Een kostbare bedoening? Ja, als je de uitgroei een beetje op tijd wilt tegengaan wel. Maar grijs worden voor je vijftigste doet bijna niemand meer, dus ze gaat er voetstoots van uit dat ik dat ook niet wil.

Aan een collega van ongeveer mijn leeftijd vraag ik voorzichtig, wijzend naar haar donkere manen: „Echt of nep?” Nep, zo informeert ze me. Al een tijdje.

Door de kwalitatief goede verf van tegenwoordig zie je dat er niet aan af. Nog een reden om voor een spoelinkje te gaan. Geen haan die ernaar kraait. Behalve dan als je rond ergens tussen je vijftigste en zestigste natuurlijk toch besluit grijs te worden. „Erg geschrokken van iets”, kun je dan hooguit nog quasi-grappig proberen als je plots volledig grijs ten tonele verschijnt.

Stigma’s

Gek is dat eigenlijk, onze weerstand tegen de beginnende tekenen van ouderdom. Want ik merk dat ik wel bewondering heb voor die kennis die al vroeg grijs was en er maling aan had wat anderen daarvan vonden. Maar waarom wil ik er dan zelf niet aan, en vermoedelijk heel wat leeftijdsgenoten evenmin?

Dat heeft er alles mee te maken dat we wel oud willen worden, maar niet oud willen zijn. Want er is vrijwel geen enkele groep die zo gestigmatiseerd wordt als ouderen. Ouderdom staat in westerse landen gelijk aan allerlei negatieve termen: immobiel, uitgerangeerd, onaantrekkelijk, langzaam, eenzaam en zwak. De bekende Amerikaanse psycholoog Mary Pipher zegt over haar vriendinnen van zeventig jaar en ouder: „Ze voelen en gedragen zich niet als de culturele stereotyperingen over vrouwen van hun leeftijd. Oud betekent bazig, waardeloos, ongelukkig en een stain-de-weg.”

En wie wil er deel uitmaken van een groep waarmee je je niet verbonden voelt, ook al ben je grijs en op leeftijd?

Uit een groot Amerikaans onderzoek onder een half miljoen mensen blijkt dat er zoiets bestaat als leeftijdsdissociatie. Dat houdt in: we voelen ons meestal jonger dan we zijn en hebben dus ook automatisch weerstand tegen de grijze haren die onze werkelijke leeftijd bevestigen. Onze zichtbare veroudering betekent dat we moeten accepteren wat we in ons hart niet zo voelen: dat we de jongste niet meer zijn.

Druk

Onze aversie tegen ouderdom is niet nieuw. We denken weleens dat in de goede oude tijd ouderdom nog gerespecteerd werd. Maar of we toen met ouderen van plaats hadden willen ruilen? Zelfs in de Bijbel, die ouderen roemt om hun wijsheid, staat dat ouderdom met veel moeiten gepaard gaat.

Aan het begin van onze jaartelling werd er al volop geëxperimenteerd met middelen die het haar lieten verkleuren. De Romeinen hadden tientallen recepten die konden zorgen voor donkerder haar. En de Egyptenaren hadden, nog eerder, al hennamengsels om het grijze haar te bedekken. Toen in de zeventiende eeuw blond in de mode kwam, waren er allerlei (soms zelfs giftige) mengvormen in trek om maar de begeerde haarkleur te krijgen. En ook het zilvernitraat uit de negentiende eeuw was populair als haarverf, al deed het meer kwaad dan goed.

Grappig feitje: de eerste synthetische kleurstof ontstond in de negentiende eeuw per ongeluk, toen de Engelse chemicus Perkin zocht naar een remedie tegen malaria. Een gouden vondst: zijn formule vormt nog altijd de basis voor de meeste permanente haarverven.

Schoonheid

Maar zonder gekheid: we zijn natuurlijk wel als een stel malloten onze leeftijd aan het ontkennen als we per se niet meer grijs willen worden. Is dat erg? Misschien niet. Maar het is zo veel gemakkelijker als we met z’n allen onze grijzer wordende hoofden zouden accepteren. En willen we er op middelbare leeftijd echt per se nog uitzien als een jonge vrouw, of heeft een ouder wordend gezicht zijn eigen schoonheid? Voor alles is een tijd, zegt de Prediker. Dat geldt ook voor het jong zijn. Bovendien: oudere vrouwen die wanhopig vasthouden aan een jong uiterlijk zijn nou niet per se mooier dan zij die gracieus hun leeftijd accepteren.

Dan is er ook nog de vraag waar we als christen goed aan doen. Ouderdom is beslist geen schande, lezen we in de Bijbel. Spreuken 16:31: „De grijsheid is een sierlijke kroon.” Psalm 92:14: „Die in het huis des HEEREN geplant zijn, dien zal gegeven worden te groeien in de voorhoven onzes Gods. In den grijzen ouderdom zullen zij nog vruchten dragen; zij zullen vet (HSV: fris) en groen zijn, om te verkondigen dat de Heere recht is.” Grijs worden is een teken van verval, maar als het goed is niet van het einde. Prediker 12: „De mens gaat immers naar zijn eeuwig huis.”

Misschien is vooral de acceptatie van onze beginnende grijsheid pittig. En moeten we ons daar even doorheen worstelen. Want ondanks al het bovenstaande weet ik nu al dat m’n handen gaan jeuken als ik straks in de spiegel in de hal die eerste grijze haren weer terug zie komen.


Reacties lezers

RIANNE LANDWAART: Mooi grijs is niet lelijk. Ik begin ook aardig wat grijze haren te krijgen. Ze mogen lekker blijven zitten.

WILMA VAN DEN BRAND: Ik was ook al heel jong grijs, erfenis van mijn moeder. Ben nu 44 en al helemaal grijs, mijn man en kinderen hebben er absoluut geen moeite mee. De jongste is 1. Als zij naar de kleuterschool gaat, ben ik wit...

JANNEKE DE RIJKE: Bij mij zijn ze ook goed te zien. Echt mooi of leuk vind ik het niet, maar ik ga niet verven. Vind ik te onnatuurlijk. Je wordt toch echt met je neus op de feiten gezet dat je ouder wordt en daar zit ’m de kneep.

CHRISTINE SMIT-VAN KREUNIN- GEN: Baal wel een beetje dat ik eerder grijs ben dan mijn man, die vijf jaar ouder is. Maar hij vindt het niet lelijk. In de Bijbel staat dat je het als een kroon mag dragen. Dat doe ik dan maar. Geen make-up en geen verf dus (51 jaar).

TB RIA: Nu ben ik soms voorzichtig blij met grijs haar. Maar ik werd ’t toen ik 44 was, helemaal in één keer nadat mijn lieve man jong overleed. Ik vond grijs verschrikkelijk. Maar ik wilde geen pot verf. God schiep mij, onderhoudt mij en ook mijn haar.

RIANNE HAVERHALS: Ik vond het wel een dingetje, hoor... Niet zozeer om mijn eigen leeftijd, maar omdat ik kleine kinderen had. En ik vond het maar niks om als grijze moeder mee te kleuteren. Een aantal jaren haren geverfd dus. Het volgende gedichtje was voor mij echt een stimulans voor acceptatie: ”Bij het niet aanvaarden van grijs, betaal je voor niets een hoge prijs. Laat het natuurlijke zijn beloop. Je persoonlijkheid is niet te koop!”

ELLEN WENTINK: Ik had voor m’n twintigste de eerste grijze haren al. Dat vond ik al te erg. Ik heb het een tijd zo veel mogelijk gekleurd in m’n eigen natuurlijke kleur. Nu ben ik 44 en word ik steeds grijzer, al verschilt het per dag, zo lijkt het. Net hoe de plukken vallen. Of hoe druk ik me erom maak.

RIA BENNINK: Ik verf mijn haren al zolang ik me kan herinneren. Nu ik 39 ben, begint het me steeds meer tegen te staan. Elke zes weken weer die grijze uitgroei bijwerken. Toevallig vorige week nog met mijn vriendin erover gesproken om toch maar onze grijze haren te laten staan, dat is in de mode tenslotte.

INA ZWEISTRA: Voor mij geen geverfde haren. Laat het jong zijn over aan de volgende generatie. En ik voel me er echt niet ouder door. Ben dik tevreden met mijn haarbos.


Feiten en cijfers

De allereerste synthetische haarverf, van L’Oréal, kwam in 1907 in Australië op de markt. Een aantal jaren later kwam Clairol met een verf die je veel gemakkelijker kon aanbrengen. Pas toen werd haarverf een stuk populairder. Sindsdien zijn er miljarden verdiend aan haarkleurproducten. Alleen al in Amerika verft naar schatting 70 procent van de vrouwen het haar. Van de Europese vrouwen boven de vijftien jaar gebruikt ongeveer de helft synthetische haarkleurproducten, aldus een onderzoek uit 2015.

De meeste klanten zijn tussen de 35 en de 60 en kopen het product om hun (eerste) grijze haren te camoufleren. Vooral blonde haarverf is populair en goed voor 55 tot 75 procent van de verkoop in Europa. Slechts 5 procent van de haarververs wil zwart haar.

Het meest verkochte type verf is verder de permanente haarverf. Zo’n 70 tot 80 procent van de consumenten kiest hiervoor. Deze verf is niet uitwasbaar, geeft 100 procent grijsdekking en kan alleen door uitgroei weer verdwijnen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 januari 2021

Terdege | 98 Pagina's

De strijd met grijs haar

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 januari 2021

Terdege | 98 Pagina's