Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Livingstone stopte schandalige slavenhandel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Livingstone stopte schandalige slavenhandel

5 minuten leestijd

”Doctor Livingstone, neem ik aan?” De woorden waarmee journalist Henry Morton Stanley de beroemde Schotse zendeling en ontdekkingsreiziger in 1871 begroette, zijn overbekend. Minder bekend is de heldenrol die Livingstone speelde bij de afschaffing van de slavenhandel in Oost-Afrika.

David Livingstone werd in 1813 geboren in Blantyre, een stadje in de buurt van Glasgow. Als kind werkte hij in een katoenfabriek. De erbarmelijke omstandigheden van de kinderarbeid verhinderden de jonge David niet om uiteindelijk medicijnen en theologie te gaan studeren. Had Jezus tijdens Zijn leven niet talloze mensen genezen? „Mijn grootste doel was om als Jezus te zijn, om Hem na te volgen voor zover Hij nagevolgd kon worden. Wij kunnen geen wonderen verrichten, maar wij kunnen wel wat doen door zieken te genezen.” Hoewel Livingstone eerst als zendeling naar China wilde, vertrok hij uiteindelijk in 1840 naar Afrika. Daar raakte hij zwaargewond door een aanval van een leeuw. Hij liep blijvend letsel op, waardoor hij de rest van zijn leven zijn arm niet boven zijn schouder kon tillen.

Naast het zendingswerk dat hij in Afrika verrichte, verkende hij het gebied, in de hoop een gemakkelijke route voor de verspreiding van het Evangelie te vinden. Hij slaagde erin de gevaarlijke Kalahariwoestijn over te steken en ging op zoek naar de rivier de Zambesi. Het water was, dacht Livingstone, „Gods snelweg” door Afrika.

Beschaamd

Toen Livingstone in 1856 in Engeland terugkeerde, bleek de Londense zendingsorganisatie die hem had uitgezonden niet helemaal gelukkig met zijn ontdekkingsreizen. De organisatie kon niet meewerken aan „plannen die nauwelijks verband hielden met de verspreiding van het Evangelie.”

In Afrika had Livingstone kennisgemaakt met de slavernij. In zijn lezingen in Engeland vertelde hij over de mogelijkheden die hij zag voor handel met Afrika, waardoor die slavernij bestreden kon worden. „Ik ben ervan overtuigd dat als wij een systeem van vrije arbeid in Afrika kunnen opzetten, dat van beslissende betekenis zal zijn voor de slavernij in de wereld”, beweerde Livingstone.

Na bijna anderhalf jaar vertrok Livingstone opnieuw naar Afrika, nu niet in dienst van de zending maar als Britse consul. Tijdens zijn tweede zendingsreis probeerde Livingstone per schip de Zambezidelta te bereiken, maar de vaarroute bleek onbegaanbaar. „Jezus Zelf zei: „Bid en u zal gegeven worden”, maar dit hart is soms zo vreselijk schuldig aan wantrouwen. Ik ben beschaamd als ik eraan denk”, schreef Livingstone, in zak en as.

Stoomboot

In plaats van verder te varen, liepen Livingstone en zijn reisgenoten richting de hooglanden van Shire, in het huidige Malawi. De zendeling-ontdekkingsreiziger was geschokt door de toestanden die hij daar, bij het Nyassameer, ontdekte. Slavenhandelaren gingen als beesten tekeer, plunderden dorpen, verbrandden huizen, vernietigden valleien. Handelaren moedigden Afrikaanse stammen aan om andere stammen aan te vallen en mensen gevangen te nemen.

Met de woorden van de apostel Johannes verzuchtte Livingstone dat hier de ”troon van de satan” was. „Zo veel skeletten zagen wij, tussen rotsen en bossen, naast kleine plassen, en langs de paden door de wildernis, als getuigen van de vreselijke opoffering van menselijk leven die moet worden toegeschreven aan deze helse handel.”

De Britse marine patrouilleerde al sinds het begin van de negentiende eeuw op de Atlantische Oceaan, op jacht naar handelaren die probeerden slaven richting Amerika te transporteren. Tussen 1807 en 1860 werden jaarlijks zo’n 3000 slaven door de marine bevrijd. Livingstone droomde van zo’n Brits marineschip op het Nyassameer. „Een kleine, bewapende stoomboot op het meer zou de nek kunnen breken van deze schandalige handel.”

Zo ver kwam het niet. Het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken zag niets in de ideeën van Livingstone, maar gaf wel toestemming de reis met drie jaar te verlengen. Een succes werd het niet: Livingstone bevrijdde tientallen slaven, maar raakte op die manier betrokken bij een conflict met een van de stammen.

In 1862 arriveerde Mary, de vrouw van Livingstone, in Afrika. Zij was er slecht aan toe: ze dronk meer dan goed voor haar was, geloofde niet meer in de roeping van haar man en was ervan overtuigd dat de Voorzienigheid haar leven had verwoest. Niet lang daarna kreeg ze malaria en in april 1862 overleed ze. „Mijn liefste, mijn liefste, ga je me nu verlaten?” riep Livingstone uit. „Rust je nu op Jezus?”

Gruwelen

Livingstone keerde in 1864 terug naar Groot-Brittannië. Daar maakte hij plannen voor een derde reis naar Afrika, en twee jaar na zijn terugkeer vertrok hij opnieuw naar ‘zijn’ continent. Zeven jaar lang trok hij door Oost- en Centraal-Afrika. Opnieuw zag de ontdekkingsreiziger –met zending hield Livingstone zich steeds minder bezig– de gruwelen van de slavernij. In juli 1871 was hij getuige van een slachtpartij waarbij zo’n 300 tot 400 mensen in Nyangwe, een plaats in het huidige Congo, werden gedood. Op krantenpapier maakte Livingstone aantekeningen: „Terwijl ik dit schrijf, wordt schot na schot op de vluchtelingen aan de andere kant van de rivier gelost. Zij jammeren luid over degenen van wie ze weten dat ze al zijn gedood. O, laat Uw Koninkrijk komen!”

Op papier verboden

Zijn verslagen over het bloedbad, dat later bekend werd in Groot-Brittannië, vormden de inspiratie voor Engelse tegenstanders van de slavernij. Het duurde echter tot 1873 voordat de Oost-Afrikaanse slavenhandel op papier verboden werden. Pas in 1909 werd de slavernij definitief afgeschaft in Oost-Afrika. De ontdekkingsreiziger maakte dat niet meer mee. Hoewel verzwakt door al zijn reizen, bleef Livingstone door Afrika trekken tot hij op 1 mei 1873 in Zambia stierf. Zijn lichaam werd gebalsemd en na een lange reis in april 1874 in Londen begraven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 mei 2021

Terdege | 108 Pagina's

Livingstone stopte schandalige slavenhandel

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 mei 2021

Terdege | 108 Pagina's