Geraakt door kanker
Elk jaar krijgen meer dan 100.000 Nederlanders de boodschap dat ze een vorm van kanker hebben. Een tijding die het leven radicaal verandert. Met de zwarte kanten ervan, maar soms ook onverwachte lichtzijden. ”Vanaf het begin heb ik me gedragen gevoeld.”Een kinderlied wekte bij Reinier de Blois het verlangen werkzaam te mogen zijn in de zending. Het werd Bijbelvertaalwerk, al bijna veertig jaar. ”Voor het maken van de juiste keuzes heb je het licht van de Heilige Geest nodig. Dat vraagt gebed.”
De hoeve in buurtschap Overheicop bij het dorp Schoonrewoerd trekt de aandacht door de met gele stenen aangebrachte versieringen in de imposante gevel en de fraaie tuin. Samen met echtgenote Willemien en een zus en zwager die een ander deel van de kolossale boerderij betrokken, gaf Aart Verrips (36) het agrarische monument de oude glorie terug. Tot dinsdag 17 maart 2020 kent het leven van Verrips, docent biologie aan de Gomarusscholengemeenschap in Gorinchem, enkel zonneschijn. „Een warm ouderlijk gezin, gelukkig getrouwd, fijn werk, nooit ziek geweest... Soms dacht ik: Dat kan toch zo niet blijven? Wanneer valt de bom?”
Op de betreffende dinsdag is hij met Willemien (33), verpleegkundige van professie, in de tuin aan het werk als hij zonder enig voorteken een zware epileptische aanval krijgt. Willemien vreest dat hij in haar armen zal sterven. „Achteraf beseften we hoe bijzonder alles is geleid. Bij het hek stonden net een paar meiden die hier vaak oppassen. Zij hebben meteen de ambulance gebeld en vingen de kinderen op. Ik voelde dat alles in Gods hand lag. Die wetenschap gaf rust toen ik achter de ambulance aan naar het ziekenhuis reed.”
Bidstond
De scan toont een tumor in de hersenen ter grootte van een mandarijn. Aan de wijze waarop de boodschap hem wordt meegedeeld, denkt Aart met waardering terug. „Je merkt dat artsen getraind zijn in zulke gesprekken. De dag erna is er een CT-scan van mijn hele lichaam gemaakt. Er waren geen uitzaaiingen te zien, dat was een enorme opluchting.” In het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam wordt de definitieve diagnose gesteld en krijgt hij te horen dat hem een wakkere hersenoperatie wacht. „Om zo veel mogelijk kwaad weefsel te kunnen verwijderen. Alles wegnemen was onmogelijk.”
Ondanks het diep ingrijpende van de tijding kijkt Aart niet negatief terug op de week die zijn leven radicaal veranderde. „Vanaf het begin heb ik me gedragen gevoeld. In onze familie was al veel openheid over de geestelijke dingen; hoe het met iedereen gesteld is. Hetzelfde geldt voor onze vriendengroep. Om de week hebben we als mannen op zaterdagmorgen een bidstond, de vrouwen op dinsdagavond, al een jaar of elf. Al die vrienden zijn meteen naar ons toe gekomen. Terwijl ik hier geknield lag, hebben ze om de beurt voor me gebeden. Op zo’n moment zie je haarscherp dat uiteindelijk maar één ding belangrijk is: vergeving van zonden en Gods nabijheid. Ik heb me vaak afgevraagd hoe mensen in zulke omstandigheden staande kunnen blijven als ze God niet kennen. Met mijn familie hebben we gegeten, gezongen en gebeden. Het was verdrietig en tegelijk goed.”
Zingen
Door de steun vanuit het eigen netwerk had het echtpaar tot nu toe geen behoefte aan psychologische hulp. „Er was alle ruimte om onze emoties te uiten”, zegt Willemien. „Samen huilen en zingen lucht op. De band in onze familie- en vriendenkring was al hecht, maar is nóg sterker geworden.”
Op donderdag 7 mei, twee dagen na zijn verjaardag, wordt de biologiedocent in Rotterdam geopereerd. „Vooraf hebben we intensief contact gehad met neurochirurg Joost Schouten, anesthesist Markus Klimek en de neurolinguïst, om de ingreep gezamenlijk voor te bereiden. Bij een wakkere hersenoperatie maak je deel uit van het team, omdat je tijdens de operatie opdrachten moet uitvoeren.”
Voordat de neurochirurg zijn schedel opent, doet Verrips een gebed met het team. „Je weet niet of, en zo ja hoe je uit zo’n operatie komt. Ik wilde voor die mensen iets achterlaten voor het geval het fout zou gaan. Bovendien is het ook voor hen een intensief karwei en hebben zij net zo goed Gods zegen nodig. Volgens mij konden ze het wel waarderen.” In de voorbereidingskamer had hij al gebeden met een vrouw die enorm tegen de operatie aan haar schildklier opzag. „Niet omdat ik geestelijk zo heldhaftig ben, God gaf het me op dat moment. Ik had met die vrouw te doen.”
Onbereikbaar
De vijf uur durende operatie verloopt volgens het boekje. „Ik was bang dat ik ineens zou moe- ten hoesten of niesen, of dat mijn geest me in de steek zou laten, maar alles ging goed. Terwijl de neurochirurg de tumor verwijderde, voerde ik gesprekken met de neurolinguïst en de anesthesioloog. Vooraf had ik een aantal onderwerpen aangedragen.”
Voordat de schedel weer wordt gedicht, houdt Klimek hem een telefoon voor, zodat hij kan bellen met Willemien. Die heeft de uren doorgebracht in een park, met een vriendin. Samen biddend, in de wetenschap dat familieleden en vrienden in het kerkgebouw van de hersteld hervormde gemeente van Schoonrewoerd op dezelfde wijze bijeen zijn. „Elk uur kreeg ik via een neef een videoberichtje van Aart. De filmpjes had hij een paar dagen voor de operatie in de tuin opgenomen. Het waren bemoedigingen in de vorm van mooie herinneringen die hij ophaalde en korte Bijbelgedeelten die hij voorlas. Elk filmpje sloot af met een lied. Dat was zó bijzonder.”
De dagen na de ingreep zijn het zwaarst. Aart kan geen enkele prikkel verdragen, zegt nauwelijks iets, reageert als een robot en toont geen emotie of genegenheid. „Dat vond ik heel moeilijk”, bekent Willemien. „Vanwege corona mocht alleen ik op bezoek komen. In m’n eentje zat ik naast zijn bed. Degene met wie ik altijd alles deel, was onbereikbaar voor me.”
Kinderen
Zondagmorgen 10 mei, ruim twee dagen na de operatie, mag de patiënt naar huis. De kinderen zijn bij de grootouders ondergebracht. „Dat waren voor ons helende weken. Veel rust, weinig bezoek, er werd voor ons gekookt… Zomaar stil zaten we bij elkaar. Op woensdag kwam de oudste zus van Aart. Die voelde precies aan wat we nodig hadden. Ze zei niet veel, kookte voor ons, masseerde Aart…”
„Ik ben nog nooit zo verwend”, lacht hij. „Overdag ging het langzamerhand beter, de nachten bleven pittig. Ik had veel pijn, was vroeg wakker en had last van geluiden die me voorheen amper opvielen.”
De kinderen zijn volledig op de hoogte van de situatie. Aart heeft hun verteld dat hij tijdens de operatie mogelijk zal sterven. „Lastig is dat jonge kinderen niet goed overzien wat dat inhoudt, maar ik wilde de realiteit niet verbloemen. Het is wat het is. En het blijft spannend. Elk moment kan die tumor weer gaan groeien. Veel meer dan vroeger besef ik hoe kwetsbaar je bent als mens. En als gezin. Elke avond bid ik of we de volgende dag weer met z’n allen wakker mogen worden. Dat is niet vanzelfsprekend. Ik ben me ook bewuster van het goede van de gewone dingen, zoals het op bed leggen van de kinderen.”
Fietsen
Intussen heeft het leven weer min of meer z’n vertrouwde ritme. In september 2020 hervat hij gedeeltelijk zijn werk als docent. Online, vanwege corona. Willemien ziet er aanvankelijk tegen op om haar baan in de thuiszorg op te pakken. „Ik was bang dat Aart opnieuw een epileptische aanval zou krijgen en durfde bijna het huis niet uit. In het begin was altijd een van onze ouders hier als ik werkte.”
Het echtpaar weet zich niet alleen gezegend met betrokken verwanten, maar ook met een pastorale predikant, slechts enkele jaren ouder dan Aart. „Zo nu en dan gingen we een rondje fietsen, dat praat heel ontspannen. Hij werd behalve mijn predikant een soort vriend. In de gesprekken hoefde hij niet eerst wat omtrekkende bewegingen te maken, we gingen meteen de diepte in.”
De reformatorische docent leest de Bijbel anders sinds hij weet van de kwaal die hij meedraagt. „Vooral de psalmen komen sterker binnen.
Daarin liggen vreugde en zorg dicht bij elkaar. De rust die ik ervaar, komt niet voort uit onverschilligheid, maar ik heb geleerd mijn zorgen bij Christus neer te leggen. Zodra ik merk dat ik begin te piekeren over de toekomst, ga ik tot Hem. Volgens mij is dat wat Hij van ons vraagt.” In een van de vensterbanken staat een kaart met de woorden: „Gisteren is voorbij. Morgen komt nog. Vandaag helpt de Heere.” „Dat is ons motto geworden.”
„Door je zorgen te maken, verdwijnen je problemen van morgen niet, maar wel de kracht voor vandaag”, citeert Willemien Corrie ten Boom. „Voor de zomervakantie zat ik hier in huis maar te tobben. Hoe moet het als Aart sterft? Het idee maakte me zó verdrietig… Dat veranderde toen de Heere tot me sprak door Mattheüs 6; hoe Hij zelfs voor de vogels zorgt. Prompt stond er in de tuin een prachtig, felgekleurd puttertje, als een knipoog uit de hemel.”
Structuur
Hoewel het werken hem nog steeds zwaar valt, ervaart Aart het tegelijk als een voorrecht. „Het geeft structuur, biedt voldoening en verbreedt je wereld weer. Ik ben geen figuur om hele dagen te wandelen of in de tuin te zitten.” Nadat de diagnose van zijn ziekte was gesteld, schreef hij aan zijn collega’s en leerlingen een brief waarin hij hen deelgenoot maakte van zijn omstandigheden, de wetenschap geborgen te zijn in Christus en de rust die dat geeft. „Ik voelde dat ik dat moest doen. Als God ons dit vertrouwen geeft, wil Hij dat we er ook van getuigen. Veel leerlingen zitten met geestelijke vragen. Voordat ik begon te schrijven, heb ik God gebeden of Hij me voor hen wilde gebruiken.”
Het echtpaar beseft dat het voor omstanders lastig is om in te schatten wat mensen in hun omstandigheden nodig hebben. „Je doorloopt verschillende fasen”, blikt Willemien terug, „en daar horen verschillende behoeften bij. In het begin is dat vooral de behoefte aan een luisterend oor en een schouder waartegen je kunt uithuilen. In een later stadium vind je het fijn als iemand op een positieve manier voor wat afleiding zorgt.”
Aart knikt. „Ik heb behoefte aan mensen die de ernst van de zaak inzien, zonder die altijd concreet te benoemen. Het is ook lastig om antwoord te geven op de vraag: Hoe gaat het? Onze dominee zei eens dat je beter kunt zeggen: Hoe gaat het vandaag? Daarmee maak je de vraag een stuk kleiner. Mijn antwoord is afhankelijk van het moment en de persoon die de vraag stelt. In mijn werk vind ik het prettig om net als voorheen te worden benaderd. Ze hoeven me niet te ontzien, al begrijp ik dat het gebeurt. Omgekeerd zou ik waarschijnlijk hetzelfde doen.”
Gezegend mens
Afgelopen maart werd er weer een scan gemaakt, met een gunstige uitslag. De prognose blijft onzeker. „Je leeft van scan naar scan”, zegt Willemien. „Er zijn mensen die al na enkele jaren aan deze tumor sterven. Als dat op me afkomt, klamp ik me vast aan Mattheüs 6. Het helpt dat Aart zo positief in het leven staat.” „Menselijkerwijs komt er een moment dat het tumorweefsel weer gaat groeien”, beseft hij.
„Dan start een behandeltraject met chemo, bestraling en als het nodig is opnieuw een operatie. Die wetenschap zorgt bij het naderen van een scan wel voor enige spanning, maar niet zo dat ik er slecht door slaap.”
De laatste keer was hij tegelijk aan de beurt met een man die exact dezelfde tumor bleek te hebben, en vijftien jaar geleden voor het eerst werd geopereerd. „Mijn hart maakte een sprongetje toen ik dat van zijn vrouw hoorde”, lacht Willemien. „Vijftien jaar!”
Na het gesprek met de oncoloog dronken ze met z’n vieren nog een kop koffie. „Die man bleek in de Gereformeerde Gemeenten te zijn opgegroeid, maar was helemaal klaar met God, zoals hij dat noemde. Wij hebben vooral geluisterd. Bij het afscheid vroeg Aart: „Mag ik voor jullie bidden?” Zij knikte, hij hield eerst de boot af en vroeg: „Ben jij niet bang voor de toekomst?” „Nee”, antwoorde Aart, „want die ligt in Gods hand.”
Dat raakte hem. Na het gebed zei hij: „Ik ga toch maar weer eens nadenken over dat geloof.” Zo sneed het mes aan twee kanten. Ik werd door die ontmoeting bemoedigd omdat deze man nog leeft, hij komt er misschien door tot bezinning. God bestuurt alle wegen.”
Behoefte aan georganiseerd lotgenoten contact hebben ze niet. „Misschien omdat het nu redelijk goed gaat”, zegt Aart. „Door contacten met patiënten bij wie dat niet zo is, kan het bij je gaan malen. Mensen die hetzelfde overkomt, mogen me wel altijd bellen. Dat is ook al gebeurd.”
De relatie met Willemien werd door de ziekte nog dieper. „We waren al open tegenover elkaar, nu spreken we de dingen nog vaker uit. Ik weet dat dit soort omstandigheden een huwelijk ook onder druk kan zetten, of mensen van God afvoeren. Het is genade als het anders is. In dat opzicht weet ik me een gezegend mens.”
Dr. P.C. Hoek: "Reageer in geen geval met eigen ervaringen of die van anderen"
Het woord kanker roept nog altijd schrik en beklemming op. Omstanders weten vaak niet goed hoe ze moeten reageren als ze horen dat iemand door de ziekte is getroffen. Dr. P.C. Hoek, docent praktische theologie en apologetiek aan het Hersteld Hervormde Seminarium, kent het dilemma van nabij. Hij had de ziekte van Hodgkin. „Vooral bij de eerste ontmoeting met iemand bij wie kanker is vastgesteld, ervaren mensen een zekere verlegenheid. Wat moet ik zeggen? Hoe zal hij of zij reageren?”
Wat is de juiste houding?
„Aan die vraag gaat een belangrijke vraag vooraf. Wat beweegt ons: barmhartigheid of nieuwsgierigheid? Zijn we bereid tot werkelijk mede-lijden? Laat de verlegenheid om woorden ons eerst bij de Heere brengen, met een gebed om woorden te ontvangen. Hoezeer we misschien ook tegen de ontmoeting opzien, blijf om die reden nooit bij de zieke weg! Veel beter is het om je verlegenheid kenbaar te maken. „Ik zag er zo tegen op om naar je toe te komen, en nu ik er ben weet ik niet wat ik moet zeggen.” Een zieke zal zich meer uitgenodigd voelen tot gesprek als ook de ander kwetsbaar durft te zijn. Laat bij het bezoek aan een naaste met kanker ons oog én hart echt op hem of haar gericht zijn. Het gaat om die zieke met zijn of haar leed, verdriet, twijfels en vragen. Geef daar alle ruimte aan, ook als het aangrijpende, pijnlijke of confronterende vragen zijn.”
Wat zijn valkuilen?
„De moeilijke vragen willen ontwijken. Daarmee geef je aan niet bereid te zijn in het diepe leed van de ander te delen. Vlucht ook niet in allerhande feitelijke vragen en opmerkingen. Veel belangrijker is hoe de ander de dingen ervaart. Spreken over die ervaring verkleint bovendien de stap naar het gesprek over de geestelijke dingen. Reageer in geen geval met eigen ervaringen of die van anderen. Wie dat zelf weleens is overkomen, weet wat dit met je doet. Zeker als je iets met de nodige moeite hebt verteld.
Ga als bezoeker werkelijk ín op wat de ander vertelt. Dat betekent met fi jngevoeligheid doorvragen. Oprecht geïnteresseerd, niet alleen in wat er allemaal aan de hand is, maar vooral in hoe het de ander in dat alles vergaat. Het betekent dat we zelf uit ons hart spreken; woorden van begrip en mededogen. Ook mag gezegd worden wat ons misschien verbaast, of wat we niet goed begrijpen. Ruimte scheppen voor het verhaal van de ander betekent niet dat we het met alles wat hij of zij zegt eens zijn. Wees altijd oprecht, maar laat de oprechtheid hand in hand gaan met bewogenheid. Misschien geeft dat een opening om samen naar het Woord van God te horen. Vraag vooraf of de zieke dat goed vindt. Zo ja, geef dan aan wat je wilt lezen en waarom juist dat gedeelte. Niets is voor een zieke zo rijk en troostrijk dan een vriend te hebben die met je bedelt bij de Bron.”
Pauline Aalbers: Verlies geeft verbinding over kerkmuren heen
Theodoor Aalbers, financieel manager bij een farmaceutisch bedrijf in Haarlem, heeft al geruime tijd onbestemde buikpijnklachten als hij naar de huisarts gaat. Die kan geen bijzonderheden ontdekken. Ook de uitslag van het bloedonderzoek is niet verontrustend. Aan het eind van 2017 worden de pijnaanvallen heftiger. De maag-darm-leverarts bij wie hij half januari terecht kan, denkt in eerste instantie aan galstenen. Een CT-scan brengt een totaal andere kwaal aan het licht: een tumor in de alvleesklier met uitzaaiingen in de lever.
Echtgenote Pauline (43), verpleegkundige van professie, heeft de week ervoor al een ongerust gevoel. „Een specialist ouderengeneeskunde met wie ik samenwerkte, zei tegen me: „Pauline, dit klinkt echt niet goed. Ik ben bang dat het alvleesklierkanker is.” Hoewel dat hard aankwam, heeft het me erg geholpen toen de arts op 2 februari met de uitslag kwam. Ik was er een beetje op voorbereid. Zo’n boodschap verandert je leven voorgoed. We hebben samen gehuild in die kamer. Er komen allerlei gevoelens bij je boven, ook schuldgevoelens. Waarom heb ik er bij de huisarts niet meer op aangedrongen hem door te sturen naar de specialist? Theodoor wilde van die schuldgevoelens niet horen en nam me niets kwalijk. Thuis heeft hij het zelf aan de kinderen verteld. De reactie van onze jongste was: „Dan hebben mijn kinderen later nooit een opa.” Zo ver dacht die jongen al vooruit.”
Onvermogen
Ondanks de ingrijpende boodschap is Theodoor, vader van vier kinderen onder de 16 jaar, geen moment opstandig. Als zijn oudste dochter jarig is, krijgt ze van hem een kaartje met de woorden: „Om van Gods genade te leven, dat is het mooiste geschenk wat er is.”
„Zo stond hij in het leven”, zegt Pauline. „Op zijn rouwkaart en de grafsteen wilde hij de tekst uit 2 Korinthe 12:9 hebben: „Mijn genade is u genoeg.”
Na verloop van tijd ging hij weer aan het werk, omdat het hem veel voldoening gaf. Eerst thuis, daarna soms ook in Haarlem. Omdat hij een morfinepomp had, reed ik hem dan. Ik had destijds een coördinerende functie bij de Lelie zorggroep en nam mijn laptop mee. Die dagen zaten we samen op zijn kantoor te werken. We zijn in dit jaar ook nog drie keer als gezin op vakantie geweest. Tussendoor kreeg hij behandelingen in het Erasmus MC met radioactief geladen medicatie.”
Buurtbewoners van verschillende kerkelijke gemeenten brengen geregeld een warme maaltijd en komen om de week op zondagavond bijeen om voor het getroffen gezin te bidden. De reacties uit de wijdere omgeving zijn divers. Vaak meelevend, sommigen weten niet goed hoe ze met de situatie moeten omgaan. „Ze negeerden me, uit onvermogen, of kwamen met goedbedoelde adviezen. Terwijl ik behoefte had aan een luisterend oor en oprechte belangstelling; meer is niet nodig. Dan kwamen soms de tranen, maar dat vond ik niet erg.”
Toerusting
Op 16 november 2018 gaat Theodoor voor het laatst naar zijn werk. Hij beseft dat hij er niet meer zal terugkomen. Na een opname van enkele dagen in het Erasmus MC wordt hij op donderdag 29 november met de ambulance naar huis gebracht. „Hij is zelf nog naar boven gelopen. De laatste dagen heb ik hem thuis verpleegd, dat vond hij heel fijn. Zondagavond is hij overleden, in het bijzijn van mij en de kinderen.”
Na de begrafenis ziet Pauline de belangstelling bij een deel van de omstanders afnemen. „Het hoeft niet altijd over Theodoor te gaan, maar het is wel fijn als zijn naam genoemd blijft worden. Tijdens de ziekte zit je in een rollercoaster van behandelingen, scans en gesprekken met artsen, dat valt ineens allemaal weg. Dan heb je dubbel behoefte aan een luisterend oor. Toerusting op dit gebied, ook bij ambtsdragers, is heel belangrijk. Vaak komen mensen te snel met woorden van troost. Het was geen vraag waar Theodoor naartoe reisde, maar dat maakt het verdriet niet minder groot.”
Meer dan voorheen trekt ze op met mensen die ook verlieservaringen kennen of door een andere reden weet hebben van de rafelranden van het leven. „Vriendschappen veranderen daardoor. Je hebt geen zin in oppervlakkige gesprekken. Verlies geeft verbinding over kerkmuren heen. Je hebt aan een half woord genoeg om elkaar te begrijpen.”
Ontmoetingsdagen
Sinds 1 maart 2020 is ze coördinator van stichting ”Als kanker je raakt”. Die organiseert landelijke en regionale ontmoetingsdagen voor mensen met kanker en hun familieleden. Ervaringsdeskundigen bieden individuele ondersteuning. De stichting organiseert ook bijeenkomsten voor nabestaanden en voor jonge mensen die direct of indirect door kanker zijn geraakt. „Vanwege corona zijn we online-ontmoetingen gaan organiseren.”
Een van de adviezen van Pauline bij ongeneeslijke vormen van kanker is niet eenzijdig te focussen op de medische kant, ten koste van praktische zaken en het afscheid nemen van geliefden. „Veel artsen zijn volledig gericht op behandeling van de tumor. Daarin laten mensen zich snel meevoeren, waardoor belangrijke zaken niet zijn geregeld of besproken als de situatie ineens verslechtert. Dan kan het overlijden je nog compleet overvallen. Eerlijk het gesprek aangaan, dat is zó belangrijk. Gelukkig was Theodoor heel realistisch. Hij heeft het huis nog laten schilderen en isoleren om ons zo goed mogelijk achter te laten. Ook allerlei administratieve zaken rond pensioen en hypotheek trok hij zelf na. „Ik ben ernstig ziek en ga overlijden, dus ik wil graag…” Die telefoontjes vond ik confronterend; ik wilde dat niet horen. Tegelijk was ik supertrots op hem en voelde ik nog meer hoezeer ik van hem hield. We hebben in die laatste maanden veel met elkaar gesproken en herinneringen gedeeld. Ook hebben we samen zijn begrafenis voorbereid.”
Correctie
Sinds oktober 2020 is ze zorgvrijwilliger in een hospice in Waddinveen. De ziekteperiode van Theodoor komt daar soms sterk terug, maar er staat veel tegenover. „In deze fase kun je veel voor mensen betekenen. Ik ben niet voor niets verpleegkundige geworden, met een voorkeur voor palliatieve zorg.”
Hoewel haar leven weer meer in balans is, mist ze haar man elke dag. „We vulden elkaar goed aan. Dat maakt mijn leven tot een zoektocht, nu ik er alleen voor sta. Theodoor maakte lange dagen en zat ook nog in de kerkenraad, maar eenmaal thuis was hij er voor de volle honderd procent. Zaten we samen op de bank, dan wilde hij er geen mobieltjes bij hebben. Ik merk dat ik niet alleen mijn geliefde en mijn maatje kwijt ben, maar ook de correctie die hij soms gaf. Ook in de opvoeding vulden we elkaar aan. Nu ligt alles op mijn bordje. Met het wegvallen van de vader worden de verhoudingen anders.” Het spreken met mensen in gelijke omstandigheden gaf en geeft haar steun. „Ik heb veel gehad aan rouwavonden die worden georganiseerd door een christelijke begrafenisondernemer in Waddinxveen. Vanwege die ervaring ben ik gaan werken bij ”Als kanker je raakt”. Ik weet hoezeer het helpt als je ervaringen en gevoelens kunt delen. Het geeft me voldoening om nu zelf de mogelijkheden daarvoor te organiseren.”
VOOR MEER INFORMATIE: ALSKANKERJERAAKT.NL ZIE OOK: WINSTUITVERLIES.NL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 mei 2021
Terdege | 112 Pagina's