Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoopverlener in de psychiatrie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoopverlener in de psychiatrie

10 minuten leestijd

Vele jaren tobde Margreet Bijsterveld (37) met een hevige dwangstoornis en een intense angst om zich aan mensen te binden. Langzaam kreeg ze haar leven zodanig onder controle dat ze sinds 2018 werkt als woonbegeleider bij woonvorm De Sandeling in Hendrik-Ido-Ambacht, de plek waar ze eerder als cliënt verbleef. ”Met Gods hulp mag ik daar hoopverlener zijn.”

Tegen de wand staat een wit orgel, aan de andere wand een boekenkast. De eenvoudig ingerichte woonkamer in het appartementje even buiten het centrum van Sliedrecht straalt rust uit. Ze vond het flatje in 2007 en Margreet heeft er heftige dieptepunten meegemaakt. Vaak durfde ze niet onder de mensen te komen. „Dan leefde ik vooral ’s nachts en zonderde me overdag zo veel mogelijk af.”

Margreet kan zich niet anders herinneren dan dat ze altijd erg angstig is geweest. „Het hoorde eigenlijk bij me. Door dwangmatige handelingen wist ik dat te beheersen. Veel tijd bracht ik door op m’n kamer, waar ik intussen ongezien mijn dwanghandelingen kon uitvoeren. Handelingen die onbegrijpelijk voor mezelf waren en waarvoor ik me schaamde. Ik hield ze daarom in ons gezin keurig verborgen. Op die manier word je uitmuntend in het verstoppen van gevoelens. Ik had er geen weet van dat er ook anderen waren die dergelijke angsten kenden. Wel ben je je er terdege van bewust dat er iets mis is.”

Na de havo schrijft Margreet zich in aan de pabo met de bedoeling daar haar propedeuse te halen om door te kunnen stromen naar de universiteit. „Aan het einde van mijn eerste stagejaar ging het mis en zakte ik letterlijk door mijn benen. Doordat ik mezelf jarenlang niet uitte, trok mijn lichaam uiteindelijk aan de noodrem. De angsten kwamen er nu als een explosie uit, gedeeltelijk fysiek. Ik kon nauwelijks meer honderd meter lopen en moest voor revalidatie naar Dordrecht.”

Bij een eerste globaal psychologisch onderzoek worden er enkele vragen over dwangmatigheid gesteld. „Dat was voor mij verbazingwekkend en hoopvol. Ik wist niet dat er een naam voor was. Gaandeweg bleek dat ik veel meer hulp nodig had. Om tot rust te komen belandde ik bij de toenmalige stichting Onder­ Dak, die enkele appartementen had bij De Sandeling, een woonvorm van Eleos. Later zijn die samengevoegd. Als begeleider kom ik nu regelmatig in de woning waar ik maandenlang heb gewoond.”

Masker

Maar de zware weg door de psychiatrie staat dan pas aan het begin. „Ik was ontzettend angstig.” Er volgt een negen maanden durende opname in psychiatrisch ziekenhuis ”de fontein” in Bosch en Duin. Daarna gaat Margreet Bijsterveld van plek naar plek. „Diepgaand psychologisch onderzoek naar de ware oorzaak van mijn klachten is er in die jaren nooit gedaan. Steeds weer was de behandeling gericht op de aanpak van problemen die zich voor het oog openbaarden. Mijn ooit opgezette masker belemmerde me daarbij. Ik kon zelf ook niet meer bij mijn eigen kwetsbaarheid komen, laat staan dat ik die aan anderen kon laten zien.

Ik zie de laatste jaren iets soortgelijks om me heen. Mensen met psychiatrische aandoeningen die van instelling naar instelling gaan, zonder serieus onderzoek naar de diepste oorzaken. En het grote gevaar is dat ze lang buiten de maatschappij verblijven, waardoor een terugkeer steeds moeilijker wordt. Dan ontbreekt op een gegeven moment het vermogen of de wilskracht om er nog iets aan te doen. Gelukkig heb ik daar zelf nauwelijks last van gehad. Ik heb een optimistische aard en heb ik me nooit bij de situatie neergelegd. Dat ervaar ik als een zegen.”

Margreet verlaat in 2007 de psychiatrie. „Probeer met je angsten te leren leven, dat was het advies.” Ze vindt een woning in Sliedrecht en schrijft zich in voor een studie maatschappelijk werk en dienstverlening aan de Hogeschool Rotterdam. „Ik heb in één jaar mijn propedeuse behaald, maar kreeg al snel weer een terugval. Ik ben me toen op vrijwilligerswerk gaan richten. Lesgeven aan vluchtelingen en muziek maken in een verpleeghuis.”

Glimlachend: „Denk niet dat het daarmee begon. Mijn eerste vrijwilligerswerk was in een kliniek op de Veluwe. Ik raapte daar beukennootjes. Ik moest bij nul beginnen. Dat houd ik de bewoners met wie ik nu te maken heb, ook voor. Misschien blijft het ook wel bij iets ogenschijnlijk eenvoudigs. Maar ik ben ervan overtuigd: er is voor iedereen een zinvol bestaan. Voorkom te allen tijde dat je psychische aandoening je enige identiteit wordt.”

Omdat studeren haar goed afgaat, ontstaat het plan zich aan de universiteit in te schrijven. Ze wordt student criminologie. Intussen stapt ze naar de gynaecoloog. „De angstklachten waren nog steeds niet verholpen en in de psychiatrie kon ik niet geholpen worden. Al jaren merkte ik dat mijn hormoonhuishouding de angstklachten in sterke mate beïnvloedde.” Ze ondergaat een operatie waarbij haar eierstokken worden wegge­nomen, met als doel haar psyche tot rust te brengen. De operatie leidt aanvankelijk tot veel fysieke en psychische disbalans, waardoor de studie criminologie afgebroken moet worden. „De operatie was een ingrijpende beslissing, maar terugkijkend heeft die me uiteindelijk toch wel enige rust gebracht. Ik ben wat hormoonhuishouding betreft nu stabiel, ondanks het feit dat angstklachten wellicht juist de effecten op mijn hormonen veroorzaakten in plaats van andersom.” Het contact met de gynaecoloog ziet ze als een begin van herstel. „Zij hoorde me oprecht.”

De psychische klachten zijn echter niet verholpen. In 2012 geeft haar huisarts gehoor aan Margreets verzoek om daarom toch alsnog een diepgaand psychologisch onderzoek te ondergaan. „Drie dagen ben ik helemaal doorgelicht. Voor de eerste keer. Eindelijk werd duidelijk waar de angst- en dwangklachten vandaan kwamen. Altijd was ik bang om mensen te dichtbij te laten komen, ten diepste omdat je hen dan weer kunt verliezen. Dat was het kardinale punt. Eigenlijk heel eenvoudig.” Ze krijgt zeven maanden psychotherapie in Leiden. „In een veilige omgeving werd me geleerd om een hechtingsrelatie aan te gaan. Dat gaf herstel.”

Ex-Verslaafden

Door dit alles is ze ervan overtuigd geraakt dat een effectieve behandeling pas kan volgen op een kloppende diagnose. „Daarna kan er worden gezocht naar een geschikte behandelplaats. Er zijn voldoende supergespecialiseerde centra, maar wie heeft het overzicht? Dat is binnen de psychiatrie nog steeds een kernvraag. In ieder geval weet de cliënt het zelf vaak niet. Dat is een van mijn grote drives: hen hierop attenderen. Het bijltje er niet bij neer te gooien. Nooit.”

Na de psychotherapie krijg de inwoonster van Sliedrecht haar leven steeds beter onder controle. „Ik merkte zelf de verlichting en dat gaf zo veel moed en hoop. Dat wilde ik ontzettend graag delen. Daarom ben ik de opleiding ervaringsdeskundigheid in Rotterdam gaan volgen, een mbo-opleiding op niveau 4. Ik zat in een klas met onder anderen ex-verslaafden en anderen die met psychiatrische problemen te maken hadden gehad en daar allen van hersteld zijn. Ik heb veel kennis opgedaan over de breedte van psychisch herstel en werd tegelijkertijd opgeleid tot professioneel hulpverlener.”

Geleid

In 2018 gaat ze aan de slag als begeleider bij De Sandeling. Eerst voor 16 en later voor 24 uur per week. „Dat had ik niet gedacht. Zeker niet op die plek, dacht ik eerder. Maar toen kwam er een vacature en het is zo geleid. Ik heb een ontzettend fijn plekje gekregen. Ik werk met een heel plezierig team, dat me ruimte geeft om me verder te ontwikkelen. Want het is een misvatting dat je er bent met een baan. Herstellen is geen sprookje. Het is iets anders dan beter zijn. Wel betekent het dat je weer betekenis kunt geven aan je leven, ondanks je aandoening. En ik zeg nu zelfs: dankzij. Ik worstel nog, maar God is me tot grote Hulp en ik kan mijn leven met vallen en opstaan aan.

Sommige bewoners reageerden verbaasd toen ik over m’n achtergrond vertelde. „Ben je eindelijk uit de ellende van de psychiatrie verlost, ga je erin werken”, zeiden enkelen. Ik heb uitgelegd dat ik niet anders kon. De hoop die ik gekregen heb, wil ik met hen delen.”

Margreet ontvangt van collega’s en bewoners waardering. „We zijn gelijkwaardig. Ik voel me niet alleen begeleider, maar ook minimaal even gelijkwaardig aan de bewoners. Ik ken hun taal, hun leven. Tegenover hen draag ik hoop uit. Want die is er zonder enige twijfel.”

Ze wenst dat de belangstelling voor professionele ervaringsdeskundigheid in reformatorisch Nederland aan kracht wint. „De herstelgedachte wordt de laatste jaren breed onderschreven. Dat is geweldig, maar de reguliere visie gaat ten diepste uit van het benutten van de eigen kracht en van de eigen talenten. Dat is gestoeld op een humanistisch mensbeeld. De christelijke psychiatrie heeft echter zo veel meer te bieden. Er is kracht in de hemel. Dat heb ik zelf ook zo mogen ervaren. Ik heb daarom recent iemand van het Hoornbeeck College aan z’n jasje getrokken: Denk eens na over een eigen opleiding ervaringsdeskundigheid. Volgens mij is dat een gat in de markt.”

Een wezenlijk christelijke herstelvisie is volgens haar hard nodig. „In de psychiatrie sta je in de frontlinie van een geestelijke strijd. De geest is een snelle route naar de ziel. De duivel spint daar garen bij. Aan de andere kant moet ik bekennen nooit zo’n teer leven met de Heere te hebben gehad als in de periodes waarin ik was opgenomen. Hij heeft me vastgehouden op momenten dat er sprake was van diepe duisternis. Ik kijk daarom niet met louter nare gevoelens op de voorbije jaren terug. Het is ook een nuttige tijd geweest.”

Soms ziet ze soortgelijke gevoelens bij bewoners. „Ze kunnen een diep afhankelijk leven hebben, te midden van alle strijd. Bij mezelf zie ik, nu het beter gaat, tot mijn beschaming dat ik de Heere minder nodig denk te hebben.”

Ze pakt een Bijbel. „De grote meerwaarde van de christelijke psychiatrie is dat we mogen wijzen op dé grote Ervaringsdeskundige, Hebreeën 4:15. „Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde.” In álle dingen. Christus heeft alles meegemaakt. In de zwartste momenten kunnen we daarom op dit Woord terugvallen. Als hulpverlener –ik spreek liever van hoopverlener– sta ik soms machteloos en vallen woorden weg. Dan is het tijdje stil. Maar dan komt het echte hoopverlenen in het vervolg van de tekst: „Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd.””


Psychiater en patiënt

Enkele weken geleden plaatste Margreet Bijsterveld een stukje ervaringstekst op LinkedIn. In korte tijd werd het 1500 keer gedeeld: „Er was een psychiater. Hij was kortgeleden benoemd in een psychiatrisch ziekenhuis. De beste man had nauwelijks zijn eerste honderd stappen in de ziekenhuisgangen gezet toen een cliënt (bah, naar woord) belangstellend vroeg: „Wanneer bent u opgenomen? Kunt u een beetje wennen?” Beledigd, dat was de psychiater. Gegriefd. Heel diep. Die cliënt was ik, en of de psychiater nog in functie is, weet ik niet. Wat mij betreft was hij af. 

Afgelopen week kwam de directeur van onze landelijke ggzinstelling eten op de woonvorm waar ik inmiddels mag werken. Een van de bewoners kwam binnen, stelde zich voor en vroeg hem of hij een nieuwe bewoner was. Met een hartelijke glimlach en een elleboogbegroeting zei de directeur: „Nee hoor, ik kom gewoon gezellig een keer mee-eten.” Gezegend de psychiatrisch patient die zich gelijkwaardig durft te voelen aan de directeur, de psychiater, de koning, de interieurverzorger en de woonbegeleider. Nog gezegender de directeur, de psychiater, de koning, de interieurverzorger en de woonbegeleider die zich gelijkwaardig durven te voelen aan de psychiatrisch patient. Ze zíjn immers ook gelijk en kunnen elkaars posities bereiken. Nou ja, behalve die van de koning dan.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 mei 2021

Terdege | 112 Pagina's

Hoopverlener in de psychiatrie

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 mei 2021

Terdege | 112 Pagina's