Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gered uit de vlammen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gered uit de vlammen

12 minuten leestijd

Zijn toewijding aan de Noord-Koreaanse leiders kent geen grenzen. Als jonge militair zet Ahn zelfs zijn leven op het spel voor de regerende Kim-familie. Maar in plaats van een heldenstatus, valt corruptie hem ten deel. Bitter teleurgesteld ontvlucht hij zijn land. „God had daar een plan mee.”

„Brand, brand!” Ahn schrikt op, tijdens zijn ronde als luitenant in het Noord-Koreaanse leger. Een van de barak waar zijn manschappen verblijven, staat in lichterlaaie. Terwijl soldaten het gebouw ontvluchten, aarzelt de jonge officier geen moment. Hij snelt naar binnen en trotseert de vlammen. Niet om de nog achtergebleven soldaten te redden, maar om de portretten van de ”Eeuwige Leider” Kim Il-Sung en de ”Opperste Leider” Kim Jong-il in veiligheid te brengen. „Dat was het enige waar ik aan kon denken”, herinnert Ahn zich.

De dertiger doet zijn verhaal in het Koreaans, op het kantoor van SDOK (Stichting De Ondergrondse Kerk), een organisatie die zich inzet voor vervolgde christenen. Een Amerikaanse predikant uit Zuid-Korea, die met hem meereist, vertaalt het gesprek.

Ahn, gekleed in een zwart pak met dito stropdas, spreekt bedachtzaam. Vanwege zijn veiligheid kan hij niet alle details van zijn levensverhaal prijsgeven. Ahn is dan ook een schuilnaam. Het risico om herkend te worden, is te groot, zowel voor hemzelf als voor zijn familie die nog in Noord-Korea verblijft.

Propaganda

Dat hij zijn leven riskeerde om de portretten van de leiders te redden, is voor buitenlanders vaak onbegrijpelijk, weet Ahn. Maar voor Noord-Koreanen is dat het niet. Het land wordt al sinds de oprichting door Kim Il-Sung in 1948 met harde hand geleid door de Kim-familie. Inmiddels is kleinzoon Kim Jong-un aan de macht.

„Voor ons staat het portret van een van de leiders gelijk aan de persoon zelf”, zegt de Noord-Koreaan. „Christenen hebben de Tien Gebo en den. In Noord-Korea kennen we iets vergelijkbaars, de Tien Principes. Het vierde principe is om een portret van de Kim-leiders met je leven te beschermen.”

Onvoorwaardelijke loyaliteit aan de machthebbers wordt Ahn met de paplepel ingegoten. Zijn familie behoort tot de elite in de samenleving. Zijn vader dient in een speciale militaire eenheid die de leider, Kim Jong-Il, beschermt, de zoon van de stichter van Noord-Korea. Ahns opvoeding is doordrenkt van propaganda die de Kim-familie verheerlijkt. „We moesten absoluut trouw zijn aan de Kim-familie", vertelt Ahn.

Massale hongersnood

Zijn jeugd speelt zich af tijdens een periode van grote onrust. Als hij zeven is, overlijdt Kim Il-sung, de ”Eeuwige President”. Het land is in rouw gedompeld. Kort daarna volgt de ”Zware Mars”, een massale hongersnood in de jaren negentig, die naar schatting 300.000 tot meer dan een miljoen mensen het leven kost. „Als kind zag ik op straat om de vijftig meter een lichaam liggen van iemand die van de honger was gestorven. Het was een tijd van intens lijden in Noord-Korea. Ons, als leden van de hogere klasse, bleven de ergste ontberingen bespaard”, vertelt Ahn.

Hij groeit op in een provincie die aan Zuid-Korea grenst. Vanuit dat land worden al decennia lang ballonnen met nieuws, flyers met politieke boodschappen, maar ook christelijke lectuur naar het zo gesloten land gevlogen. Met als doel de ogen van de Noord-Koreanen te openen voor het regime, dat zijn eigen bevolking haast volledig afschermt van de buitenwereld. Ook Ahn komt daarmee in aanraking.

„Ik herinner me nog goed hoe de ballonnen vanuit Zuid-Korea naar ons zweefden”, vertelt hij. „Die bevatten flyers met daarop afbeeldingen van Zuid-Koreaanse flatgebouwen. Maar ook christelijk materiaal, zoals een klein boekje met een kruis op de omslag. In die tijd wist ik echter niet wat christendom precies was.”

Hoewel het streng verboden is, kan de tiener zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en bekijkt hij de flyers. Bang om gestraft te worden, is hij niet. „Agenten van de staatsveiligheid en onze leraren op school benadrukten dat we het materiaal meteen bij hen moesten inleveren als we het vonden. Maar voor ons voelde dat als extra werk waar we geen zin in hadden. Dus als we het vonden, keken we er even naar en lieten het dan achter. Het werd vanzelf wel opgehaald.”

Hersenspoeling

De inhoud van de ballonnen plant een eerste zaadje van twijfel bij Ahn. „In het begin zag ik het als Zuid-Koreaanse propaganda. Ik dacht dat ze ons alleen de mooie kanten van hun samenleving lieten zien. Maar na verloop van tijd kreeg ik zo veel van dit soort informatie onder ogen dat ik moest toegeven dat de Zuid-Koreanen het veel beter hadden dan wij. Dat zette me aan het denken over het Noord-Koreaanse regime.”

Maar de loyaliteit aan de Kim-familie zit zo diep ingeprent, dat het zaadje niet ontkiemt. „Mijn opvoeding was een vorm van hersenspoeling. Mijn vader drukte ons voortdurend op het hart dat we volledig trouw moesten zijn aan de Kim-familie, zelfs als dat ons het leven zou kosten. Dus ook al had ik lichte twijfel, ik wist dat ik volledig trouw moest blijven aan onze leiders.” Later, wanneer Ahn op bijzondere wijze in aanraking komt met het christendom, doorziet hij pas hoe extreem de verering van de Noord-Koreaanse machthebbers is. Die hebben een bijna goddelijke status en eisen alle eer en aanbidding voor zichzelf op. Wat hem opvalt?

Het regime probeert het christendom na te bootsen. „De eerste keer dat ik naar de kerk ging in Zuid-Korea, was ik verrast. De gebruiken leken erg op wat ik in Noord-Korea had meegemaakt.”

De Noord-Koreaan somt een aantal voorbeelden op. „Zo kennen kerken in Zuid-Korea een ochtendgebed. In Noord-Korea hadden we iets vergelijkbaars. We stonden's ochtends vroeg op om naar een standbeeld van Kim Il-sung te gaan en maakten het schoon om onze trouw aan de Kim-familie te tonen. Daarnaast kent de Zuid-Koreaanse kerk gebeden waarin we schuld belijden. Op dezelfde manier moeten Noord-Koreanen eens per week belijden wat ze verkeerd hebben gedaan tijdens zelfkritieksessies. En zoals christenen het Woord van God hebben, hadden wij de uitspraken van de leiders.”

Zware brandwonden

Op 17-jarige leeftijd moet Ahn tien jaar verplichte militaire dienst vervullen. „Omdat ik in een hogere klasse geboren was, werd ik geselecteerd voor de speciale eenheden.” Ahn wordt lid van de ”Zesde Eenheid”, die gespecialiseerd is in beveiliging, cybercrime en moordaanslagen. De liquidatie in Maleisië van de oudere broer van Kim Jong-un in 2017 was het werk van deze speciale eenheid, stelt Ahn. Hij is belast met de bewaking van de eigendommen van de Kim-familie, zoals hun jacht. „Mocht het regime vallen door bijvoorbeeld een Zuid-Koreaanse of Amerikaanse aanval, dan was de taak van onze eenheid om de Kim-familie in veiligheid te brengen naar Rusland of China”, vertelt hij verder.

Het is tijdens een inspectieronde ronde dat Ahn -die inmiddels opgeklommen is tot luitenantbijna zijn leven opoffert om de portretten van de Noord-Koreaanse leiders te redden uit een brandende barak. „Ik goot water over mij heen en rende het gebouw in”, haalt Ahn het moment in herinnering. „In de eerste ruimte wist ik het portret te redden. Inmiddels had mijn uniform vlam gevat, maar ik moest en zou ook het portret uit de tweede ruimte in veiligheid brengen. Dus goot ik nog een keer water over mij heen en rende opnieuw de brandende barak in. Met dat ik de deur van de tweede ruimte opende, kreeg het vuur meer zuurstof. Ik werd verzwolgen door de vlammen en raakte buiten bewustzijn. Later hoorde ik dat een van de soldaten mij uit het vuur heeft gered.”

De jonge militair loopt zware brandwonden op. Met name zijn hoofd, armen en handen zijn zwaar toegetakeld, vertelt de Noord-Koreaan, terwijl hij de littekens aanwijst. Zijn handen lijken op die van iemand op leeftijd, gevlekt en gerimpeld. Lichtbruine vlekken in zijn gezicht verraden hoe de vlammen ook daar zijn huid hebben aangetast. Ahn spreekt er openhartig over. Zijn grote, zwarte haardos blijkt een pruik te zijn, omdat hij door de brandwonden kale plekken op zijn hoofd heeft.

Groot onrecht

Gedurende zeven maanden ondergaat hij meer dan veertig operaties. „Het was een ontzettend pijnlijke periode.” Meer nog is het een mentale strijd. Ahn is niet meer wie hij was, hij is voor het leven getekend. „Toen ik mijn gezicht voor het eerst zag, was dat een traumatische ervaring. Ik heb daarna tweemaal geprobeerd zelfmoord te plegen.”

Tot zijn grote teleurstelling gaat zijn heroïsche daad onopgemerkt voorbij. Noord-Koreanen die een portret redden van bijvoorbeeld brand of overstromingen, krijgen daarvoor de hoogst mogelijke onderscheiding.

Trouw aan de familie Kim wordt zo aangemoedigd.

„Maar gedurende mijn tijd in het ziekenhuis, overleed Kim Jong-il. Alle overheidszaken werden uitgesteld. Achteraf gezien is dat Gods leiding geweest.”

In plaats daarvan mag Ahn een andere, minder hoge onderscheiding aanvragen. De beambte die daarover gaat, wil steekpenningen zien: 300 dollar. Een vermogen voor Noord-Koreaanse begrippen. „,Ik zei hem dat ik brandwonden had opgelopen doordat ik portretten had gered. „Je bent helemaal niet speciaal, iedereen zou dat gedaan hebben”, kreeg ik te horen. Dat voelde als zo’n groot onrecht dat ik na het gesprek in huilen uitbarstte. Ik voelde me verraden. Dertig jaar lang was ik trouw geweest. Dat veranderde abrupt en ik besloot te vluchten.” Samen met zijn zus neemt Ahn de wijk naar China. Een gevaarlijke onderneming, want landverraad wordt zwaar gestraft, in sommige gevallen zelfs met de doodstraf. In het communistische buurland wordt zijn zus opgepakt en teruggestuurd naar Noord-Korea, waar ze direct in de gevangenis belandt. „Na vijf jaar is ze daar overleden.” Ahn slaagt er uiteindelijk in om Zuid-Korea te bereiken.

Net als alle andere Noord-Koreaanse overlopers brengt Ahn verplicht zes maanden door in een hervestigingscentrum, waar ze alles leren over het leven in Zuid-Korea, een land dat heel anders is dan hun thuisland. Onderdeel van de inburgering vormt een kennismaking met verschillende religies. Op deze manier komt Ahn -opnieuw- in aanraking met het christelijk geloof. „Voorgangers van een kerk bezochten deze faciliteiten. Ik ben hun diensten gaan bezoeken. Drie jaar nadat ik naar de kerk begon te gaan, leerde ik de Heere persoonlijk kennen.”

Een moment dat hij niet vergeten kan. „Ik bezocht een gebedsbijeenkomst op vrijdagavond. Mijn situatie was hopeloos en ik had geen strohalm om mij aan vast te klampen. Ik naderde al huilend tot God in het gebed. Toen vervulde een overweldigende warmte mijn hart en sprak Hij tot mij: „Je bent Mijn kind en Ik houd van je, ongeacht je uiterlijk.” Tot die tijd probeerde ik mij voor anderen sterk te houden. Maar op dat moment kwamen alle tranen los die ik had opgekropt.”

Trauma’s

Het betekent een keerpunt in zijn leven, want al die tijd wordt hij achtervolgd door trauma’s. „Ik zag mezelf door de brandwonden als een lelijk persoon en voelde me afgewezen door de Noord-Koreaanse overheid. Maar toen ik God leerde kennen, kwam mijn leven in een heel ander licht te staan. Ik leerde dat ik niet lelijk ben, maar kostbaar voor God. Hij gaf Zijn Zoon voor mij. Ik was niet langer een stuk vuil. Zo kon ik mijn trauma van me afschudden en kreeg ik nieuwe hoop voor de toekomst.”

Het is deze hoopvolle toekomst die Ahn al zijn landgenoten gunt. Hij ervaart een roeping om het Evangelie te verkondigen, volgt een theologische opleiding en is inmiddels pastor met een speciale bediening onder overgelopen landgenoten. Ook is hij betrokken bij missionair werk onder Noord-Koreanen in een van de buurlanden van Noord-Korea. Het Woord vindt ingang, bemerkt Ahn. „Ze staan er niet allemaal open voor, maar ik denk dat toch wel zeventig procent in eerste instantie positief reageert.”

Terugkijkend ziet hij duidelijk Gods leiding en begrijpt hij waarom hij zo’n lijdensweg moest doormaken. „De Heere gaf me deze ervaringen, zodat ik kan meeleven met andere Noord-Koreanen die ook in moeilijke situaties verkeren en voor hen kan bidden. Daarom besloot ik uiteindelijk naar het seminarie te gaan, omdat ik geloof dat mijn roeping altijd verbonden is met Noord-Korea.”

Dat Ahn zelf als pastor werkzaam is, is uniek, zegt de predikant die hem vergezelschapt. „In Zuid-Korea kijkt men vaak neer op Noord-Koreanen, Zuid-Koreanen voelen zich vaak onbewust superieur. Met andere woorden: bediening kan wel gedaan worden onder, maar niet door Noord-Koreanen. Dat pastor Ahn werkzaam is onder volksgenoten, is ontzettend belangrijk. Het werk voor Noord-Koreanen moet echt door Noord-Koreanen gedaan worden”, benadrukt hij. „Dat roept veel meer herkenning en erkenning op.”

Het gesprek moet worden afgerond. Pastor Ahn heeft tijdens zijn bezoek aan Nederland een druk programma: hij spreekt op verschillende bijeenkomsten, georganiseerd door de SDOK. Wat wil hij het publiek meegeven? Leef dicht bij God, zegt hij. „Ik heb de indruk dat mensen in het vrije Westen, dus ook in Nederland, hun hart voor God verliezen. Wanneer je Hem verlaat, wordt het net zo’n duisternis als in Noord-Korea. Pyongyang, de hoofdstad van Noord-Korea, kende vroeger zo veel christenen dat het de naam Jeruzalem van het Oosten kreeg. Rond 1900 was er een enorme opwekking in dat deel van toen nog Korea. Zelfs het voorgeslacht van de Kim-familie behoorde tot die generatie christenen. Maar doordat een mensenkind zo werd verafgood, is het een hel op aarde geworden.”


SCHRIKBARENDE TOENAME”

Noord-Korea staat al meer dan twintig jaar stipt op nummer 1van de Ranglijst Christenvervolging van Open Doors, een jaarlijkse overzicht van vijftig landen waar christenen het zwaarst worden vervolgd vanwege hun geloofsovertuiging. Elke uiting van geloof buiten de verering van de leiders wordt gezien als een bedreiging voor het regime en met harde hand de kop ingedrukt.

Christenen moeten hun geloof daarom in het diepste geheim belijden. Komt dat toch openbaar, dan leidt dat tot een lange gevangenisstraf in een van de onmenselijke werkkampen, marteling en zelfs executie. Ondanks het gevaar zijn er geheime, ondergrondse kerken in het Aziatische land, dat zo’n 26 miljoen inwoners telt. De meest ruime schattingen gaan uit van zo’n 400.000 christenen. Wereldwijd ervaart een op de zeven christenen op zijn minst hoge niveaus van vervolging of discriminatie. Dat verschilt wel per werelddeel. in Afrika wordt een op de vijf christenen zwaar verdrukt, in latijns-Amerika gaat dat om een op de vijftien christenen. in totaal worden er wereldwijd 365 miljoen christenen vervolgd, becijferde Open Doors. De vervolging is niet altijd zo extreem als in Noord-Korea en heeft verschillende gedaantes. Soms gaat het om uitsluiting of het vernielen van kerken. Maar ook elders op de wereld zijn gevangenisstraffen, marteling of moord aan de orde van de dag.

Volgens Open Doors is christenvervolging gedurende de laatste drie decennia „wereldwijd schrikbarend toegenomen.” Toen de organisatie in 1993 startte met de ranglijst, hadden christenen in veertig landen te maken met zware tot extreme vervolging. in 2023 was dat aantal bijna verdubbeld. Ook de intensiteit van vervolging zou heftiger zijn geworden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 juli 2024

Terdege | 104 Pagina's

Gered uit de vlammen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 juli 2024

Terdege | 104 Pagina's