Ruth 25 & 26 : Week 2
Lezen: Psalm 123Ruths verzoek aan Boaz telt drie elementen: een belijdenis, een gebed en een pleitgrond. Ze belijdt een dienstmaagd te willen zijn van Boaz. Ze spreekt hem daarvoor aan op zijn eigen woord. Tot slot: ze pleit op zijn losserschap.
Boaz is een van de lossers. Naast hem is er nog een ander, zo wordt straks duidelijk. Tussen hem en deze nog onbekende losser bestaat een aantal grote verschillen. Onder Gods voorzienige leiding kwam Ruth op de akker van Boaz. Ruth heeft Boaz gesproken. Boaz heeft haar verzocht om op zijn akkers te blijven. Boaz heeft haar van harte in Gods zorg en genade aanbevolen. En ten slotte: Boaz heeft voor haar en haar schoonmoeder gezorgd. Kort samengevat: vóór Ruth Boaz vraagt om voor haar en haar schoonmoeder losser te willen worden, bestaat er al een band. Het initiatief om die band te leggen, nam Boaz. Hij informeerde naar haar, sprak haar aan, bekommerde zich om haar en zegende haar. Hij toonde zich met haar lot begaan. Ten diepste is dit de enige reden waarom Ruth het waagt om in het holst van de nacht Boaz op de dorsvloer dit verzoek te doen. Zijn genegenheid tot haar geeft haar de vrijmoedigheid om hem aan te spreken op zijn verantwoordelijkheid als haar losser.
Net als bij de twee andere elementen kunnen we ook nu een lijn naar het gebedsleven trekken. Wat geeft u en mij vrijmoedigheid om de Heere aan te spreken op Zijn Woord, om zich vrijwillig te onderwerpen aan Zijn heerschappij? Is dat niet uitsluitend Gods genegenheid tot mij? Voor een bidder is het geen vraag meer of God hem wel of niet genegen is. Wie in zijn armoede met lege handen voor God komt te staan en beseft dat alleen al die houding hem schuldig voor God plaatst, verbreekt onder Gods goedheid jegens hem. Dan wordt alles genade. Heel mijn verzondigde leven staat dan in het licht van Gods goedheid.
Ik besef dat ik tegen een goeddoend God gezondigd heb en al mijn rechten verspeeld heb. Maar Gods goedheid jegens mij, geeft mij een onverklaarbare vrijmoedigheid in het gebed. Die vrijmoedigheid ontleen ik aan Gods genadige gezindheid en doet mij pleiten op Gods beloften en instellingen, hoewel ik alles verzondigd heb. Net zoals deze Moabitische arme weduwe tegen een vermogende Israëliet uit Bethlehem durft te zeggen: u bent mijn losser!
Ds. C.P. de Boer is christelijk gereformeerd predikant te Renswoude en docent aan de HHS te Amsterdam.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 juli 2024
Terdege | 104 Pagina's