Boekbesprekingen
K.H. de Groot, Verbonden in Christus (Amsterdam: Buijten & Schipperheijn, 2018) 184 p., € 17,90 (ISBN 9789463690157).
Over het verbond is in de vorige eeuw een schier onafzienbare reeks publicaties verschenen. De laatste decennia werd het beduidend stiller rond dit thema. De onderzoeksgroep BEST van TUA en TUK wijdde er in 2017 een internationale conferentie aan, waarvan de bundel bijdragen hopelijk nog dit jaar bij Brill, Leiden, zal uitkomen. Eind december vorig jaar publiceerde echter de Nederlands Gereformeerde emeritus predikant De Groot, die ook meer dan dertig jaar als docent aan het toenmalige Nederlands Gereformeerde Seminarie verbonden was, reeds een nieuwe studie die gewijd is aan dit blijvend belangrijke thema in de Bijbel, de kerk en het persoonlijke geloofsleven. Een bijzondere vrucht van wijsheid in de ouderdom.
De titel van zijn boek is gelaagd: a) er zijn twee verbonden die toch één zijn, omdat God in beide spreekt en omdat het in beide om Christus gaat, en b) het verbond is niet zomaar een doctrine, het gaat om een levende werkelijkheid: de intiemste verbondenheid tussen Christus en Gods kinderen. Deze twee kanten van het thema ‘verbond’ komen in het boek ook daadwerkelijk uit, zowel in een breed exposé over de hele verbondsgeschiedenis als in de diepte van soms tere uiteenzettingen over de geloofsomgang met God.
Er komt veel aan de orde in deze studie. De problematiek van de semantiek van het woord ‘verbond’ (b e rît – diathèkè) is enigszins beperkt, zoals ook de uiteenzettingen over de parallellie tussen verbond in de Bijbel en de oudoosterse vazalverdragen.
Oude discussies (heilshistorisch of exemplarisch) weer opnemend, maakt de auteur onderscheid tussen heilsgeschiedenis, openbaringsgeschiedenis en verbondsgeschiedenis. Hij is van mening dat het gesprek over heilshistorie en godsopenbaring in het mid
In zijn rondgang door de Schriften belicht de auteur de geschiedenis van het verbond, waarbij hij soms treffende samenvattingen weet te maken van complexe tijdsperioden/bijbelgedeelten. Van een (werk)verbond met Adam wil hij niet weten; zijns inziens is het ook af te raden van een verbond met Noach te spreken. Het ‘echte, volle verbond’ heeft God pas met Abraham gesloten (46). Het spoor van dit verbond volgt hij de hele Bijbel door, het is één en hetzelfde verbond dat voortgaat, het wezen van het oude verbond gaat mee naar het nieuwe verbond. Het is wel de vraag of hiermee helemaal recht wordt gedaan aan het gedifferentieerde spreken over b e rît in het Oude Testament.
Mooi is het tiende hoofdstuk waarin in kort bestek het spreken van de profeten behandeld wordt: leven in en uit het verbond. Terecht komen ook de Psalmen en Spreuken aan bod, hoewel het woord ‘verbond’ daar nauwelijks gebruikt wordt. Niets valt buiten de levensgemeenschap van God en zijn volk, die mede door het woord ‘verbond’ wordt aangeduid. Bij het doortrekken van de lijn naar het Nieuwe Testament zou in het zeventiende hoofdstuk ‘In Christus zijn en blijven’ kennisname van de studie van Hans Burger, Leven in Christus (2017), van dienst geweest zijn. Een minder sterk punt van deze studie is dat de auteur weinig put uit of in gesprek is met het werk van moderne auteurs, en bovendien dan ook overwegend auteurs ‘uit eigen kring’.
Prachtige passages zijn te vinden in het 21 e hoofdstuk waar een trinitarische uitleg gegeven wordt van ‘de God van het verbond’.
Aan het slot van de studie haakt de auteur in op huidige discussies over volwassen- en kinderdoop en komt hij op voor het diepbijbelse besef dat God in de lijn der geslachten werkt, zodat kinderen er helemaal bij horen. Tegenover het accent op de individuele bewuste geloofskeuze met bezegeling daarvan door de doop bepleit hij terecht een prediking waarin de volle rijkdom van het bijbelse verbondsdenken een plek krijgt. Gods verbond is de vaste grondslag onder ons leven, dus mag je ervan overtuigd zijn dat je Gods kind bent, Hij heeft dat zelf tot ons gezegd in de doop (172). Dit laatste verdient nog verdieping door het besef van wat ‘toeëigening des heils’ genoemd wordt. Ten slotte komt uiteraard ook de visie op Israël aan bod: is dat nog steeds volk van Gods verbond? De auteur meent dat woorden als ‘geliefden om der vaderen wil’ en andere paulinische uitdrukkingen vooral betrokken zijn op de tijd vóór 70 na Christus toen het definitieve oordeel van God over Juda en Jeruzalem kwam. Hij prefereert een ‘groeimodel’ boven het oude ‘vervangingsmodel’, maar het is voorstelbaar dat ook als zijn lezers veel goeds in dit boek gevonden hebben, zij hem in zijn Israëlvisie nog niet zomaar zullen volgen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 2019
Theologia Reformata | 112 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 2019
Theologia Reformata | 112 Pagina's