Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

3 minuten leestijd

Tomáš Halík, Ik wil dat jij bent: Het christendom na de religie, vertaald door Petra Prins-Mikulková en Dirk Prins (Utrecht: Boekencentrum, 2017) 191 p., € 20,00 (ISBN 9789023971351).

Na eerdere boeken over het geloof en de hoop publiceerde de bekende Tsjechische priester Halík (tevens hoogleraar filosofie en sociologie aan de Karelsuniversiteit te Praag) een studie over de derde ‘theologale deugd’, die van de liefde. Daarmee legt hij een nieuw accent, hoewel er vooral ook veel continuïteit is met zijn eerdere boeken (in ons land vertaald als Geduld met God en De nacht van de biechtvader). Ook hier weer veel nadruk op de laatmoderne ervaring van Gods verborgenheid – een ervaring waaruit atheïsten volgens Halík te snel concluderen tot Gods niet-bestaan. Hoewel hij aangeeft dat er in Europa slechts weinig echte atheïsten zijn, is hij wel voortdurend met hen in gesprek, wat zich gezien het voormalige staatsatheïsme in Tsjechië ook laat begrijpen. Meer nog gaat het hem echter om de grote tussengroep van zoekers en mensen die ‘onderweg’ zijn tussen geloof en ongeloof. Halík sluit zich in hoge mate aan bij hun spreekwoordelijke afkeer van klerikale denkvormen en patronen, waardoor de ‘gewone kerkganger’ het ook in dit boek nogal eens moet ontgelden.

Iets te vaak wordt die als naïef en/of fundamentalistisch weggezet. Tot de religie die aan haar einde zou zijn (vergelijk de ondertitel), behoort volgens Halík ook het historisch bepaalde christendom – terwijl hij daar zelf als rooms-katholiek priester toch onvermijdelijk een representant van is ...

Wel wijst Halík wegen die het historisch christendom kunnen helpen zich te verhouden tot de huidige cultuurfase, waarin God op afstand is komen te staan. Halík ziet dat niet allereerst als een bedreiging, hij vertrouwt er namelijk op dat God zelf ons in deze tijd en wereld heeft geplaatst (27). Dat zal dan ook wel een bedoeling hebben. Wanneer onder de druk van Gods verborgenheid het geloof minder zelfverzekerd en burgerlijk wordt en teruggebracht tot op zijn kern, kan dat inderdaad als winst gezien worden. In dit boek duidt Halík deze kern als liefde: de belangrijkste geestelijke uitdaging voor vandaag is niet het geloof aannemelijk maken jegens hen die zijn gaan twijfelen, maar het weer met de liefde verbinden (166). Dat is een riskante greep gezien de manier waarop het liefdesbegrip in onze laatromantische cultuur het slachtoffer geworden is van wat wij erop projecteren.

Maar Halík onderscheidt de christelijke liefde van alles wat er niet mee verward moet worden, zoals de narcistische zelfliefde die hij sterk om zich heen ziet grijpen, maar ook de hedendaagse tolerantie van ‘ieder zijn eigen waarheid’ en het medelijden dat in oosterse religies centraal staat. Hij brengt haar als rooms-katholiek theoloog wel nauw in verband met de fenomenologische ervaring van ‘echte’ liefde waarin de mens in betrokkenheid op de ander boven zichzelf uitstijgt. Hij scheert daarbij rakelings langs de omkering van het johanneïsche ‘God is liefde’. Toch hebben we zijns inziens aan naastenliefde en humanisme niet genoeg.

Het dubbelgebod van de liefde dat in Thora en evangelie centraal staat kan niet gereduceerd worden tot het tweede, al moet het gebod om God lief te hebben wel nauw daarop betrokken worden: God en Christus komen ons vooral tegemoet in het aangezicht van de naaste.

De veertien hoofdstukjes van het boek kunnen als afzonderlijke overdenkingen gelezen worden. De sfeer is meditatief, maar op de achtergrond bevindt zich enorm veel theologie en is de schrijver voortdurend in gesprek met grote denkers uit verleden en heden. Ook waar men hier en daar andere afwegingen maakt (Halíks Nietzscheinterpretatie lijkt me bijvoorbeeld te roos- kleurig), valt hier toch het nodige te leren over de contextualisatie van het evangelie in onze laatwesterse cultuur.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2019

Theologia Reformata | 130 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2019

Theologia Reformata | 130 Pagina's