Boekbesprekingen
Trees van Montfoort, Groene theologie (Middelburg: Skandalon, 2019) 319 p., € 27,50 (ISBN 9789492183804).
Over sommige thema’s wordt te veel geschreven, over andere te weinig. Groene theologie vult een al geruime tijd bestaande leemte in de literatuur en komt daarom als geroepen. Het biedt een christelijk-theologische doordenking van de ecologische problematiek en geeft een prima overzicht van wat daarover de afgelopen jaren her en der verschenen is, zowel in Nederland als daarbuiten. Van Montfoort, onder meer predikant in de Protestantse Kerk, opent met een hoofdstuk waarin ze de samenhang tussen de ecologische crisis en onze wereldbeelden verkent. Terecht voert ze daarbij een pleidooi om de taak van de theologie breder op te vatten dan als enkel de doordenking van de relatie tussen God en mens. Theologie gaat over de hele wereld in relatie tot God – dus ook over dieren en planten en economische structuren (43). De vraag is echter of onze theologie niet zó vastzit in het moderne economisch bepaalde wereldbeeld dat ze geen antwoord heeft op de ecologische crisis.
Als ze zich daar echter van los weet te maken, biedt ze eigensoortige kennis van de werkelijkheid, naast de kennis die de andere wetenschappen aanleveren.
In het tweede hoofdstuk laat Van Montfoort dat zien door tal van bijbelteksten van Genesis tot en met Openbaring de revue te laten passeren die op enigerlei wijze een ecologische strekking hebben (het is jammer dat in het boek een tekstregister ontbreekt).
Ze beseft dat je die teksten niet moet laten buikspreken: de Bijbel gaat niet rechtstreeks in op een crisis die er destijds nog niet was – dus is er altijd een vertaalslag nodig. Toch doet ze tal van belangwekkende observaties en biedt ze sterke bijbels-theologische ‘doorkijkjes’ in diverse bijbelboeken.
Hoofdstuk 3 biedt een overzicht van hedendaagse Nederlandstalige ecotheologie, zowel van protestantse als rooms-katholieke zijde. Van Montfoort bekritiseert hier het bekende begrip ‘rentmeesterschap’, omdat dat de mens boven de natuur plaatst en een paradigma suggereert waarbij we op eigen economisch-technologisch kunnen vertrouwen om de ecologische problemen de baas te worden. Ze wijst erop dat, anders dan vaak gedacht wordt, de Bijbel de metafoor van de rentmeester niet gebruikt als het gaat om onze zorg voor de aarde. Terecht ziet ze er intussen óók aspecten in (zoals dat wij aan God verantwoording schuldig zijn over onze omgang met de aarde) die het waard zijn om vast te houden (147). In hoofdstuk 4 zoomt ze nader in op het denken van enkele ecofeministische theologen: Sallie McFague, Ivone Gebara, Catherine Keller en Elizabeth Theokritoff. McFague en Keller zijn beiden protestants en komen uit Noord-Amerika, Gebara is rooms-katholiek en Braziliaans, Theokritoff is Europees en oosters-orthodox. Het vijfde hoofdstuk ten slotte vat het voorafgaande samen en trekt enkele lijnen door naar de praktijk van het kerkelijk leven.
Ik heb twee reserves bij dit belangrijke boek. Allereerst is het wat mij betreft jammer dat Van Montfoort haar studie uit laat lopen in een bespreking van panentheïstische en traditiekritische vormen van theologie die veel christenen als bevreemdend zullen ervaren (Theokritoff is hier een uitzondering, maar ook zij is voor westerse christenen niet direct een identificatiefiguur). Dat versterkt het toch al bestaande beeld dat een theologie van de duurzaamheid alleen kan floreren in een bepaalde kerkelijke niche.
Maar om de ecologische crisis theologisch serieus te nemen hoef je werkelijk niet vrijzinnig of panentheïstisch te zijn. Ook vanuit de meer mainstream kerkelijke theologie is dat heel goed mogelijk, én nodig, zoals onder meer de pauselijke encycliek Laudato Si’ laat zien. In de tweede plaats vind ik het jammer dat de auteur haar aanvankelijke voornemen heeft laten varen om van dit boek een proefschrift te maken (10-11). Dat had prima gekund met behoud van haar toegankelijke schrijfstijl; een wat strakkere methodische aanpak had dan bepaalde misvattingen en lacunes kunnen voorkomen (H.W. de Knijffs belangrijke studie Tussen woning en woestijn wordt bijv. slechts in een voetnoot even genoemd). Dat laat onverlet dat Van Montfoort met dit boek een indrukwekkende hoeveelheid materiaal ontsluit en in de verwerking daarvan ook nog een eigen weg wijst in de systematisch-theologische bezinning op deze zeer aangelegen problematiek.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2019
Theologia Reformata | 130 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2019
Theologia Reformata | 130 Pagina's