Boekbesprekingen
John R. Bower, The Confession of Faith: A Critical Text and Introduction [Principal Documents of the Westminster Assembly] (Grand Rapids: Reformation Heritage Books, 2020) 415 p., $ 40.00 (ISBN 9781601782434).
De Westminster Confession of Faith (1647) is het bekendste en invloedrijkste document dat de Westminster Assembly (1643-1649) heeft voortgebracht. Er is nog meer voortgekomen uit de jarenlange synodevergaderingen, zoals twee catechismi, een psalmenuit-gave en orden voor de kerk en de eredienst, maar de Engelse geloofsbelijdenis heeft vooral in Schotland, Ierland en Noord- Amerika de confessionele grondslag van allerlei presbyteriaanse kerken verankerd in de puriteinse traditie.
Bowers boek is geen theologische analyse van de Westminster Confessie, gaat ook niet in op haar theologiehistorische antecedenten en vormt evenmin een pastorale uitleg ervan. De auteur heeft voor een historische invalshoek gekozen door een reconstructie te maken van de synodebesprekingen die aan de totstandkoming van de eindtekst van de confessie zijn voorafgegaan en door de verschillende tekstedities ervan naast elkaar te plaatsen. Het onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van de belijdenis is intussen enorm gestimuleerd, doordat enkele jaren geleden een complete editie verscheen van de notulen en verslagen van de honderden synodezittingen. Op deze manier kan de Sitz im Leben van de Confession of Faith veel duidelijker in beeld komen. Vaak vergeten we immers dat aan het uiteindelijke eindproduct een periode voorafging waarin soms langdurige en stevige discussies plaatsvonden. Zo blijken de eerste synodezittingen intensief te zijn gewijd aan een revisie van de Thirty-Nine Articles of Faith (1562), de eerste Engelse reformatorische confessie, die men echter op verschillende punten wilde aanscherpen in een sterker gereformeerde richting. Maar toen het parlement in de turbulente jaren veertig ‒ de tijd waarin de burgeroorlog de samenleving beheerste ‒ de hervorming verder wilde brengen dan een vernieuwing van de Engelse staatskerk, was het ook van mening dat een revisie van de bestaande geloofsbelijdenis niet meer toereikend was. Omdat een nieuwe landelijke kerk moest worden opgebouwd, kon ook een nieuwe geloofsbelijdenis niet ontbreken. Daarom besloot de synode om de herziening ervan te staken.
De voorbesprekingen laten zien dat bepaalde thema’s levendige gedachtenwisselingen opleverden, zoals Gods verkiezing, de uitgestrektheid van de verzoening en de betekenis van de wet. Hoewel de oppositie tegen arminiaanse en antinomiaanse opvattingen daarbij een sterk verbindende factor was, kwamen ook allerlei nuanceverschillen van de afgevaardigden aan de oppervlakte. Het meest intensief waren de onderwerpen die de praktijk van het christenleven en het kerk-zijn betreffen, met name de christelijke vrijheid en de wijze van kerkregering. Op het laatstgenoemde terrein werd steeds duidelijker een verschil zichtbaar tussen de presbyteriaanse hoofdstroom, die een landelijke volkskerk onder synodale leiding voorstond, en een groep congregationalisten, die juist een grotere vrijheid voor plaatselijke gemeenten bepleitte. Verder kwamen meningsverschillen met het parlement aan de oppervlakte over de goede verhouding tussen kerk en staat.
Het hoofddeel van Bowers studie wordt gevormd door de tekst van de geloofsbelijdenis. Ten eerste valt hierin de nauwe theologische aansluiting op bij de orthodox-gereformeerde positie, zoals op Nederlandse bodem in de Dordtse Leerregels zichtbaar werd. We treffen de theologisch-spirituele formuleringen aan van de brede hoofdstroom van de puriteinse beweging, die de gereformeerde positie niet alleen wilde verantwoorden tegenover arminiaanse opvattingen, maar ook tegen een onderstroom in eigen gelederen die steeds luider zijn stem verhief: het antinomianisme. Ten tweede ‒ en daarin stemt Westminster eveneens overeen met Dordt ‒ krijgt de applicatie van het heil aanzienlijke aandacht, met name via de verschillende onderdelen van de ordo salutis. De nadruk op geestelijke ervaring die hiermee gaat gepaard, staat echter in een op God gericht kader door de trinitarische structuur van het geheel. In deze samenhang van orthodox-gereformeerde theologie en spiri-tuele beleving blijkt onmiskenbaar de puriteinse kleur van deze belijdenis. Ten derde zijn er elementen die we in continentale confessies niet afzonderlijk aantreffen. Een voorbeeld hiervan is de belijdenis van de geestelijke adoptie, die naast vergeving en geestelijke vernieuwing als tweede zegen uit de gemeenschap met Christus opkomt.
Tot slot volgen enkele vergelijkingen: met het manuscript en de drie edities die ten grondslag liggen aan deze kritische tekstuitgave; vervolgens met de Irish Articles (1615), die opvallende invloed hebben uitgeoefend op de latere Engelse confessie. Tot slot is ook waardevol dat het gereviseerde deel van de Thirty-Nine Articles is toegevoegd.
Deze nieuwe tekstuitgave van de Westminster Confessie is voor de komende tijd ongetwijfeld de standaardeditie. We kunnen alleen maar grote waardering uitspreken voor Bowers zeer gedetailleerde werk, waardoor de aanzienlijke betekenis van deze belijdenis voor de Engelstalige gereformeerde wereld opnieuw duidelijk wordt. De Westminster Confessie heeft niet alleen een eigen puriteinse inslag, maar behoort ook tot de gereformeerde belijdenissen die in de eeuwen erna het meest invloedrijk zijn gebleken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020
Theologia Reformata | 139 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020
Theologia Reformata | 139 Pagina's