Brakel over de doop

Op deze bladzijden maak je kennis met wat à Brakel geschreven heeft. Zijn boeken zijn ook bedoeld voor jongeren. Als hij schrijft over de doop raakt dit ook jouw leven! Waarschijnlijk ben je ook gedoopt. Maar hoe ga je daarmee om? Lees maar wat à Brakel hierover zegt.

Het volgende stukje schrijft hij voor mensen die de Heere dienen en die ‘geestelijk leven in zich hebben’:

“Denk aan je doop zo vaak je je naam hoort noemen, zelf noemt of schrijft. Denk er aan: Onder die naam ben ik de Heere toegeëigend, in de gemeente werd mijn naam luid uitgeroepen, de naam van mijn aardse vader werd verzwegen. In plaats van die naam, werd over mij uitgeroepen de naam van God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Keur het doen van je ouders goed en bevestig het met je hele hart. Verblijdt je er over en laat het je gedurig binden aan de Heere.”

Brakel schrijft ook nog andere dingen over de doop:

“Als je gedoopt bent, bedenk dan hoe je de doop beleeft. Leef je goddeloos, natuurlijk, zorgeloos, aards en werelds, dan moet je met schrik aan je doop denken. Want je bent door je ouders naar de gemeente van God gebracht. Je bent daar openlijk aan de Heere Jezus overgegeven. Daar ontving je het zegel van het verbond. Daar werd je gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Dat verplicht je om heilig voor hem te leven en zo te leven zoals Christus op aarde gewandeld heeft. Maar zie: je bent een afvallige, een overloper tot de vijanden. Je hebt God verlaten, Christus veracht en je doop verworpen. Je was een kind van het verbond, zolang je het tegendeel niet vertoonde. Maar als je het tegenovergestelde vertoont moet ik je zeggen: Je hebt geen deel aan Christus noch aan alle beloften”.

Bijbelstudie

Lees Johannes 3 : 6-8

De Heere Jezus maakt in deze verzen de wedergeboorte duidelijk door te wijzen op de wind. De wind kan je niet tegenhouden. Zo is de wedergeboorte ook niet tegen te houden. Dat gebeurt. Dat noem je onwederstandelijk. Ook weet je vaak niet waar de wind vandaan komt of waar hij heengaat. Dat wijst op de verschillende windrichtingen. Zoals de wind verschillend waait zo kan je ook op verschillende manieren wedergeboren worden. à Brakel schrijft daar ook over: Hij beschrijft vijf manieren:
a. Haastig in één moment. Denk aan Zacheüs of aan de bekeerden op de Pinksterdag.
b. Met grote schrik en veel ellende. Denk aan de bekering van Paulus en de stokbewaarder.
c. Heel rustig. Ze hebben de Heere Jezus lief en zijn van Hem vol. Ze hebben geen tijd om te denken aan hun zonden.
d. Heel bedaard en rustig gaan ze zien wie ze voor God zijn: zondaar, maar hebben ze de Heere Jezus nodig tot vergeving van hun zonden. Ze hebben niet veel verdriet over de zonde, maar ook niet echt veel grote blijdschap. Ze zijn gelijkmatig.
e. Sommigen worden langzamerhand bekeerd met veel wisselingen van droefheid en blijdschap.
Wie zich niet herkent in de bovenstaande manieren van wedergeboorte hoeft zich volgens à Brakel niet ongerust te maken. Gods wegen zijn wonderlijk!
8. Hoe weet je dat je wedergeboren bent? (Zie Matth. 5 : 1-10, 1 Joh. 3 : 14, Galaten 5 : 19-24)
9. De Heere Jezus noemt het werk van de Geest. Wat is het werk van de Heilige Geest in de wedergeboorte? Kijk hiervoor naar Joh. 3 : 8
10. Zoek bij verschillende bekeringen die hierboven genoemd worden een voorbeeld uit de Bijbel. (Zie Matth. 9 : 9-13. 2 Kron. 33 : 12-20. 1 Tim. 1 : 5, 1 Kon. 18 :3. Hand. 16 : 14)
11. Ken jij ook mensen die wedergeboren zijn? Hoe kan je dat zien/merken?

Lees Johannes 3 : 14-16

In deze verzen maakt de Heere Jezus duidelijk wat wedergeboorte is. Het heeft alles te maken met het geloof in Hem. Zoals Mozes de slang verhoogd heeft, zo zal ook Christus verhoogd worden. Wie gelovig op Hem ziet, is zalig!
12. Wanneer is de Heere Jezus verhoogd, zoals de slang verhoogd werd door Mozes?
13. Hoe wordt de Heere Jezus in vers 14 genoemd? Waarom?
14. Wat betekent ‘een iegelijk’ voor jou?
15. Kan je zeggen dat God de hele wereld lief gehad heeft?
16. Wat is geloven? Noem eens andere woorden voor ‘geloof’?
Vraag en bedel veel om het geloof. Wat God van ons eist, wil Hij voor niets aan jou geven. Hij roept je toe: Wend je naar Mij toe en wordt behouden! Wanneer je op Hem vertrouwt en Hem niet meer kan missen in je leven, dan mag je je aan Hem overgeven. Wie Hem nederig valt te voet, zal van Hem Zijn wegen leren.

VRAGEN
1. Wat betekent: Je was een kind van het verbond, zolang je het tegendeel niet vertoonde!
2. Brakel schrijft ook over gedoopte mensen die zorgeloos en werelds leven. Wat moet je doen als je jezelf in die beschrijving herkent? 
à Brakel schrijft over het bezig zijn met de dingen van de doop als er kinderen gedoopt worden. Hij geeft een aantal richtlijnen:
a. Je moet met aandacht opletten op wat er gebeurd bij de doop. Zo weinig mogelijk aan andere dingen denken.
b. Je moet er aan denken dat God andere mensen voorbij gaat en Hij zo goed is dat Hij en verbond met arme mensen wil oprichten.
c. Tijdens de doop moet je nadenken aan het moment dat jij gedoopt bent. Er aan denken dat jij door je ouders de Heere bent overgegeven.
d. Ondertussen moet je bidden of God je de wedergeboorte wil schenken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen