Christenvervolging in Nederland?
Krijgen we in Nederland ook christenvervolging? Ik krijg de vraag wel eens tijdens SDOK-presentaties. De vraag wordt ingegeven door zorgen over onderwerpen als moslimterreur, de positie van het bijzonder onderwijs, zondagswerk. Hoe moet je christenvervolging eigenlijk definiëren? En wat kunnen we leren van vervolgde christenen als het gaat over het bepalen van je positie als christen in een samenleving waarin geloven wordt gezien als iets dat bestemd is voor achter de voordeur?
Bij het gebruik van het woord christenvervolging past zorgvuldigheid. We moeten ervoor waken om het woord te gemakkelijk in de mond te nemen als we spreken over christelijke standpunten die steeds meer weerstand oproepen in de samenleving. We hebben als Nederlandse christenen immers veel vrijheid en daar mogen we dankbaar voor zijn. Als we bepaalde verworvenheden kwijtraken, is dat erg jammer, maar het heeft niets met christenvervolging te maken. Het is iets wat je misschien krimppijn zou kunnen noemen. Het zijn de onvermijdelijke en pijnlijke gevolgen van het feit dat Nederland een geseculariseerd land is geworden.
DEFINITIE
Maar wat is christenvervolging dan wel? Vanuit onze context denken we bij vervolging snel aan ernstige mishandelingen, gevangenissen en martelaren. Dat is het zeker, maar het is niet het hele verhaal. SDOK hanteert de volgende definitie: Christenvervolging zien we als de negatieve gevolgen van het volgen van de Heere Jezus Christus. Met andere woorden, vervolging is het geheel van het lijden dat we meemaken vanwege het belijden van de Naam van Christus. En dit lijden heeft verschillende hoedanigheden: van gemarteld worden tot buitengesloten worden. Bij die laatste groep denk ik bijvoorbeeld aan de in Nederland wonende Esther. Ze is van Somalische afkomst. Toen ze haar vader vertelde ze christen was geworden, was zijn antwoord: ‘Je bent mijn dochter niet meer.’ Sinds dat moment heeft Esther geen contact meer met haar vader. Ze kreeg tranen in haar ogen, toen ze het me vertelde. Ook dat is een vorm van christenvervolging.
De gemeenschappelijke factor zit hem in de reden van het lijden, namelijk het belijden van onze Heere Jezus Christus. Er is sprake van vervolging wanneer we, vanwege onze toewijding aan Hem, negatieve gevolgen ervaren. Deze negatieve gevolgen zijn het resultaat van de vijandschap en haat van de wereld ten opzichte van Christus.
REDENEN VOOR VERVOLGING
Als het gaat over de vraag wat we precies moeten verstaan onder christenvervolging, is het boek In the Shadow of the Cross van Glenn Penner erg behulpzaam. Hij onderscheidt vijf redenen voor christenvervolging: religieuze, politieke, maatschappelijke, economische en emotionele. Van vervolging op basis van religieuze overwegingen is sprake wanneer christenen gezien worden als een bedreiging voor de overheersende godsdienst in een bepaald land of gebied. Ook kunnen uitgangspunten van het christelijk geloof onverenigbaar worden bevonden met deze overheersende godsdienst. Een voorbeeld hiervan vinden we in Johannes 5. Jezus ging in tegen de godsdienstige overtuigingen van de Joden door te zeggen dat God Zijn Vader was. Het wakkerde de haat onder de Joden tegen Jezus aan. Een voorbeeld van deze vorm van vervolging zien we in een land als India, waar christenen door extremistische hindoes als een grote bedreiging worden gezien. Om die reden worden kerken verwoest, voorgangers in elkaar geslagen en zelfs vermoord. Christenen kunnen ten tweede ook gezien worden als een bedreiging voor de staatsveiligheid vanwege hun overtuiging dat ze God de hoogste eer willen geven en Hem willen dienen ten koste van alles. Dit kan als een bedreiging beschouwd worden voor hun loyaliteit aan de overheid. Hierbij valt te denken aan een land als Noord-Korea. Als mensen zich vanuit een andere religie bekeren tot het christendom, is er vaak sprake van sociale uitsluiting, een derde reden voor vervolging. Ik denk dan aan christenen in Bangladesh die na hun bekering geen toegang meer krijgen tot de waterpomp in het dorp. Voor hen is dat een ingrijpende consequentie.
Ten vierde kunnen economische belangen leiden tot vervolging van christenen. In Handelingen 16 lezen we over een slavin die met waarzeggerij veel geld verdient voor haar eigenaars. Als de waarzeggende geest haar heeft verlaten, houden haar inkomsten op. Haar eigenaars zorgen ervoor dat Paulus en Silas gevangengenomen worden en stokslagen krijgen. Vandaag zien we in Pakistan dat christenen economisch uitgebuit worden in steenfabrieken waar ze slavenarbeid moeten verrichten.
Wanneer het Evangelie terrein wint in levens van mensen en dit zichtbaar wordt in de samenle-ving, kan dit negatieve gevoelens oproepen, bijvoorbeeld jaloezie. Gevestigde leiders zien soms met lede ogen hoe christenen meer invloed krijgen en respect ontvangen. Dit beschouwt Penner als de vijfde, emotionele reden voor vervolging van christenen.
VERVOLGING IN NEDERLAND
Is het reëel om te denken dat we in Nederland in de nabije toekomst te maken krijgen met vervolging in wat voor hoedanigheid dan ook? Als ik tijdens een lezing een dergelijke vraag krijg, probeer ik erachter te komen waarom iemand zo’n vraag stelt. Vaak merk ik dat er angst of onzekerheid achter schuilgaat. Hoewel het een begrijpelijke reactie is, leert de Bijbel iets anders. ‘Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid,’ zegt Paulus tegen Timothëus (2 Tim. 1:7).
Richard Wurmbrand, de grondlegger van het werk van SDOK, zat veertien jaar opgesloten in een Roemeense cel vanwege zijn geloof. Hij telde hoe vaak er in de Bijbel staat dat we niet moeten vrezen. Hij kwam aan 366 keer. ‘Voor elke dag één, plus een dag extra voor het schrikkeljaar’. De Heere God houdt ons voor om in alles op Hem te vertrouwen. Dan hoeven we niet bang te zijn.
VERBAZING
Ontmoetingen met vervolgde christenen hebben me geleerd dat de vrijheid die we als christenen in Nederland ervaren, geen vanzelfsprekendheid is. Op talloze plaatsen in het Nieuwe Testament lezen we dat het volgen van Jezus lijden met zich meebrengt.
Ik kan een van mijn eerste ontmoetingen met vervolgde christenen nog goed herinneren. Het was in 2008 in India. Ik bezocht de deelstaat Orissa. Vlak voor mijn komst waren zo’n honderd christenen afgeslacht door hindoe-extremisten. Duizenden christenen waren op de vlucht geslagen. Huizen en kerken waren in brand gestoken en volledig verwoest. In die misère ontmoette ik Job, een jongen van zestien jaar. Zijn vader was voorganger en stond op een lijst van de extremisten om te worden vermoord. Ik stelde Job de vraag of hij niet bang was, maar ook verrast, omdat het geweld in zo’n korte tijd zo hevig was opgelaaid. Ik kreeg een reactie die ik totaal niet verwachtte. Job keek me verbaasd aan, alsof hij zeggen wilde: ‘Lees jij je Bijbel wel goed?’ Vervolgens herinnerde hij me eraan dat op veel plaatsen in de Bijbel gezegd wordt dat we als volgeling van Jezus met vervolging te maken zullen krijgen. ‘Een slaaf is niet meerder dan zijn heer. Zoals ze Mij vervolgd hebben, zullen ze ook u vervolgen’ (Joh. 15:20). Ook de brieven van de apostelen herinneren ons er telkens aan dat Jezus volgen lijden met zich mee brengt (bijv. Rom. 5:3, Hand. 14:22, 1 Petr. 2:21).
Voor Job was het volstrekt vanzelfsprekend dat je als christen met vervolging te maken krijgt, want de Bijbel zegt het immers. Het was voor mij een confronterende spiegel.
Vaak zien wij onze vrijheid als een verworven recht, terwijl de Bijbel nergens zegt dat we het als christen makkelijk zullen hebben op aarde. Dat betekent overigens niet dat we ons hoeven schamen vanwege de vrijheid die we hebben om ons geloof te belijden. Je hoeft ook niet naar ver-volging te verlangen. In dezelfde brief waarin Paulus schrijft dat alle gelovigen met vervolging te maken zullen krijgen, schrijft hij ook dat we voor ‘koningen en allen die hooggeplaatst zijn’ moeten bidden, ‘opdat we een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid. Want dat is goed en welgevallig in de ogen van God onze Zaligmaker’ (1 Tim. 2:2-3).
VERDRUKKING
Zijn er in Nederland helemaal geen ontwikkelingen die je als vervolging zou kunnen duiden? Wel als ik denk aan ex-moslims die zelfs in een land als Nederland met de dood worden bedreigd. We hoeven ook niet te onderschatten dat het lastig kan zijn om als christen te werken in een omgeving waar je verzet of afwijzing ervaart vanwege je geloofsovertuiging. Begin vorig jaar zond de EO een tv-programma uit onder de titel ‘Rot op met je religie’. In dat programma gingen twee christenen, een jood, een moslim en twee atheïsten met elkaar in gesprek over elkaars overtuigingen. Als de hervormde Dineke aan atheïst Floris vertelt dat ze in de schepping gelooft, reageert Floris door te zeggen dat het voor hem onbegrijpelijk is dat iemand met opvattingen als Dineke aan een universiteit heeft gestudeerd. Wat hem betreft, zou dat eigenlijk niet mogelijk moeten zijn. Het functioneren als christen in een seculier klimaat kan spanningen met zich meebrengen en een gevoel geven van eenzaamheid. Dit is geen vervolging maar mag je zeker wel verdrukking noemen.
NIET-PRODUCTIEF
Belangrijker dan de vraag of we als christen in de toekomst meer met vervolging te maken zullen krijgen, is de vraag hoe christenen zich positioneren in een ontzuilde en seculiere samenleving. Hoe geven we gestalte aan de Bijbelse oproep om getuigen te zijn van de hoop die in ons is en om te volharden onder alle omstandigheden? De Oost-Europese hoogleraar Peter Kuzmic heeft uitgebreid studie gedaan naar de vraag hoe kerken en christenen in Oost-Europa in de vorige eeuw reageerden toen het communisme opkwam en toen de ruimte voor christenen werd ingeperkt.
Kuzmic wilde weten of er verschil was in hoe christenen hierop reageerden en wat dat betekende voor de kracht van hun getuigenis en voor de vitaliteit van hun gemeente. Kuzmic zag drie reacties die hij als niet-productief beschouwde.
TERUGTREKKEN
De eerste groep christenen trok zich terug als reactie op toenemende beperkingen.
Dat terugtrekken zag Kuzmic op twee manieren. Allereerst waren er christenen die letterlijk wegvluchtten uit hun land. Ze zochten een veiliger oord. Daarnaast waren er christenen die zich terugtrokken uit de maatschappij en een naar binnen gericht leven gingen leiden. Ze gebruikten hun eigen codes, eigen taal, eigen subculturen. Terugtrekken in je eigen veilige bastion leidt ertoe dat je niet meer begrepen wordt door je omgeving. Je verliest als christen je ‘zout en licht-invloed’ in de maatschappij. Kuzmic constateerde dat groepen christenen die zich terugtrokken uit de samenleving hun relevantie verloren. Als wij als christelijke gemeente alleen bezig zouden zijn met onze eigen zaken, binnen ons eigen veilige domein, verliezen we uit het oog dat we een boodschap voor de wereld hebben.
VERZETTEN
Een andere reactie die Kuzmic signaleerde bij sommige groepen christenen in Oost-Europa, was een sterk verzet tegen de opkomst van het communisme. Dat verzet werd zo sterk dat deze christenen alleen maar bezig waren om tegen het communisme te strijden. Sommigen werden hier zo verbeten in dat ze het vermogen kwijt raakten om vergevingsgezind te zijn. Ook verloren ze het vermogen om getuigen te zijn tegenover hun communistische onderdrukkers.
Laten we deze les vertalen naar onze situatie. Het is wellicht waar dat bepaalde rechten of privileges die jaren hebben bestaan, verdwijnen. De vraag is wel hoe je daar vervolgens op reageert. Ga je rechtszaken aanspannen en met man en macht je positie veilig stellen? Dat mag zeker, maar het is wel mager als het daar bij blijft. Laten we vooral met nog meer energie getuigen wat ons ten diepste drijft. Laat zien wie Jezus voor je is en hoe je Zijn heil ook aan anderen gunt. Als christenen in deze wereld hebben we ten diepste geen rechten, maar een roeping, een opdracht. Een opdracht om te getuigen van de liefde van Jezus.
AANPASSEN
Kuzmic zag in zijn studie onder grote groepen christenen in het voormalige Oostblok dat er ook christenen waren die kozen voor de weg van aanpassing. Onder de toenemende druk van het communisme begonnen ze hun boodschap aan te passen; niet alleen de vorm maar vooral ook de inhoud. Ze pasten hun boodschap aan zodat ze met rust gelaten zouden worden. Ze accepteerden het dat kinderen niet langer naar kerkdiensten mochten gaan. Ook accepteerden ze dat de voorganger door de overheid benoemd moest worden. Door deze compromissen verwaterde hun boodschap, verwaterde het Evangelie en stierf de kerk langzaam uit.
THEOLOGIE VAN HET KRUIS
Terugtrekken, vechten en aanpassen: het zijn reacties die uiteindelijk de voortgang van het Evangelie belemmeren. Maar wat is dan wel een goede reactie als de ruimte om christen te zijn ingeperkt wordt? Vanuit zijn studie kwam Kuzmic uit bij christenen waarvan het getuigenis helder bleef. Zij waren christenen die de theologie van het kruis aanhingen. Daarmee bedoelt hij: leven in navolging van de Heere Jezus. Hij ging een weg van lijden. Dat is ook onze weg. Jezus zegt in Markus 8: ‘Laat wie achter Mij wil komen zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.’ Kortom: het Woord van God heeft alle zeggenschap over je leven. Geen overheid, tegenstand of verdrukking kan je hier vanaf brengen. Hoe ziet de theologie van het kruis er uit in de praktijk? Het betekent dat je bereid bent om het lijden dat je overkomt vanwege het volgen van Jezus, geduldig te dragen, terwijl je goed doet (1 Petrus 3 en 4). Door niet je eigen veiligheid of wensen voorop te stellen en vervolging te ontvluchten of te vermijden, maar God te volgen en dicht bij Hem te blijven. Als Jezus spreekt over zelfverloochening, wordt daarmee niet bedoeld dat we vervolging op moeten zoeken of zullen verlangen naar vervolging. Zelfverloochening komt tot uitdrukking in nederigheid en dienstbaarheid, in naastenliefde en de ander hoger te achten dan jezelf. Wie kruis draagt zoals Jezus bedoelt in Markus 8, die wil de minste zijn, de ander dienen. Zoals Jezus deed toen Hij de voeten van Zijn leerlingen waste. Kruisdra-gen zoals Jezus letterlijk deed toen hij naar Golgotha ging om onze zonden te dragen.
HOGE PRIJS
Begin dit jaar bezocht ik Pakistan. Tijdens die reis sprak ik met broeder Mehboob Yaqoob. Deze voorganger werd in elkaar geslagen en zijn huis werd vernield door boze moslims. Ze accepteerden het niet dat de voorganger evangeliseerde onder de moslimgemeenschap.
Zijn bediening werd desondanks rijk gezegend. De voorganger doopte zelfs een Mullah, een islamitisch geestelijk leider. Ds. Yaqoob is nu met zijn gezin en vier kinderen ondergedoken. Afgelopen jaar moest het gezin drie keer verhuizen omdat moslimextremisten hem op de hielen zaten. Toch heeft ds. Yaqoob zijn gedrevenheid om moslims over Jezus te vertellen niet verloren. Op de vraag hoe hij het volhoudt om van moslims te houden, antwoordt hij: ‘Vanuit mezelf is dat onmogelijk, maar als je bepaalde mensen niet sympathiek vindt, kun je minimaal voor hen bidden. Dan merk je gaandeweg dat je toch van hen kunt gaan houden. Moslims hebben Jezus nodig’. Dit getuigenis van ds. Yaqoob is precies wat Jezus bedoelt in Markus 8 met kruis dragen en zelfverloochening. Deze broeder houdt ook ons een spiegel voor. Alleen als Jezus de eerste plaats in onze leven inneemt, zijn we in staat Hem te volgen en de ander te dienen. En dan zullen met Zijn kracht staande blijven, ook als er ooit vervolging in Nederland zou komen.
Door Richard Groenenboom, woordvoerder bij Stichting de Ondergrondse Kerk (SDOK)
R. Groeneboom, Christenvervolging in Nederland?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 2018
Zicht | 104 Pagina's