Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aanpassen of opkrassen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanpassen of opkrassen

Terugblik op recent LHBTI-debat in de Kamer

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op donderdag 16 mei 2019 debatteerde de Tweede Kamer over de LHBTI-monitor en de zogenoemde Nashvilleverklaring. 1 In deze bijdrage volgt een bloemlezing van en reflectie op de woordenwisseling tussen Van der Staaij en andere Kamerleden die middag in de plenaire zaal. Het ging er gepassioneerd aan toe. De spreekwoordelijke Hollandse nuchterheid was ver te zoeken. ‘On-Nederlands’ was ook de intolerantie die sommige woordvoerders etaleerden.

We vallen er halverwege in. Namens de SGP-fractie heeft Kees van der Staaij zijn inbreng geleverd. Hij legt uit dat de ontstane ophef over de Nashvilleverklaring hem aan het denken heeft gezet. Hij heeft gesprekken gevoerd met mensen die gekwetst waren door de publicatie van de verklaring. Daarover betuigt de SGP’er zijn spijt, ook al had hij de verklaring zelf niet ondertekend. Geweld tegen homo’s keurt Van der Staaij ten stelligste af. Ook verbaal geweld of onheuse bejegening van mensen met een LHBTI-achtergrond. Hun veiligheid mag niet in het geding zijn, vindt de SGP. Maar tegelijk verdedigt de fractievoorzitter de bekende principiële opvatting over het huwelijk als een levensverbond van een man en een vrouw. En de Bijbelse visie op de mens die door God als man en vrouw geschapen is.

Aan de tand gevoeld

Er staan vervolgens zeven collega-Kamerleden in de rij om hem duchtig aan de tand te voelen.

Eerst probeert Jasper van Dijk (SP) uit te vinden hoe het precies zat met die handtekening van zijn SGP-collega onder de verklaring. Die bleek niet geautoriseerd te zijn en is door de initiatiefnemers dan ook fluks van de website gehaald, net als de namen van alle andere genoemde personen. Daarna komt mevrouw Van den Hul (PvdA) aan het woord. Zij geeft aan dat de ophef over de Nashvilleverklaring komt doordat die “mensen tot in het diepste van hun ziel heeft geraakt, omdat het hun bestaan ontkent.” Van der Staaij antwoordt dat de strekking van de verklaring en de toelichting daarbij anders luiden, namelijk dat het juist goed is wanneer ook deze mensen een volwaardige plek hebben in de christelijke gemeente.

Moedig

De heer Krol (50plus) waardeert het dat zijn SGP-collega niet wegloopt bij zijn eerdere stellingname: “… Ik vind het heel moedig dat u hier staat. Maar er zijn heel veel mensen die zich immens gekwetst voelen door wat er gebeurd is. Sommige zitten hier op de publieke tribune, en nog veel meer zitten er thuis te kijken. Zou de heer Van der Staaij rechtstreeks tegen die mensen willen zeggen hoe hij daar nu op terugkijkt?” Van der Staaij: “[…] Het spijt mij zeer als mensen zich hierdoor gekwetst weten. … Tegelijkertijd heb ik gezegd dat ik niet vind dat het zo ver moet gaan dat je bijvoorbeeld zegt: ik vind dat je niet tegen een homohuwelijk mag zijn, want anders ben ik verschrikkelijk gekwetst. Het is ook de kwestie dat iets bij een identiteit van een ander kan horen, en dat je zegt: het zijn wel mijn eerlijke en oprechte opvattingen, waar ik óók voor sta. We moeten niet op die manier de gekwetstheid — die we serieus moeten nemen, en die we moeten voorkomen — gebruiken om mensen de mond te snoeren die hier opvattingen over vertolken die er mijns inziens ook mogen zijn.”

Mag je zijn wie je bent?

Dan volgt mevrouw Bergkamp (D66). Zij signaleert: “…het grote probleem is dat er bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, waar de verklaring vandaan komt, wordt gezegd: je mag het niet zijn en je mag het niet doen. Inmiddels is het in Nederland zo: je mag het zijn. Wat een winst. Maar is de heer Van der Staaij het met mij eens dat je ook als homoseksueel mag leven en dat je er ook als transgender voor uit mag komen dat je transgender bent? Van der Staaij: “Als het erom gaat of je ervoor uit mag komen en of je er ook mee naar buiten mag treden, ben ik het daarmee eens. Niemand hoeft hier te verstoppen wie hij is. Als het betekent dat je er ook voorstander van bent en dat je het volgens je ethische opvattingen geen bezwaar vindt als mensen ook een seksuele relatie aangaan, dan geloof ik inderdaad op grond van de Bijbel dat dat niet de weg is die God wijst. Dat is ook de opvatting die wij altijd vertolkt hebben. En daar blijf ik bij.”

Mevrouw Bergkamp, enigszins geagiteerd: “Dat is dus de crux. We kunnen het hier hebben over pastorale zorg en hoe erg we het vinden als mensen gekwetst zijn, en we kunnen verontschuldigingen aanbieden voor het feit dat het zo veel commotie heeft opgeleverd. Maar dit is de essentie. De boodschap van de SGP, van de heer Van der Staaij, is: je mag niet leven en doen conform wie je bent, je mag geen uiting geven aan je seksualiteit, je identiteit. Juist dat is zo kwetsend en zo beschadigend voor jongeren. Want je zegt in feite: je mag niet zijn wie je bent. De boodschap is: je mag niet conform je seksualiteit leven.” […] Van der Staaij reageert ingetogen, maar thetisch: “Ik vind dat persoonlijk niet kwetsend en beschadigend. Ik kan wel begrijpen dat het een moeilijke boodschap is, zeker in onze tijd en gezien de manier waarop er over seksualiteit gedacht wordt. Maar juist vanuit het christelijk gedachtegoed ben ik vertrouwd met een benadering waarin seksualiteit niet je diepste identiteit is, waarin je diepste identiteit je verhouding met God is. Daarin wordt ook gevraagd van mensen die heteroseksueel getrouwd zijn of die heteroseksueel alleenstaand zijn, dat zij ook niet zomaar invulling geven aan hun seksuele behoeften. […]”

Opvatting opgeven?

Mevrouw Bergkamp doet er nog een schepje bovenop: “[…] Je mag geloven of je mag niet geloven, maar waarom laat u de lhbti-jongeren of -mensen niet gewoon met rust? U hoeft zelf niet met een homo te trouwen, zeg ik maar even. U hoeft zelf geen regenbooggezin te hebben. Maar laat die andere mensen met rust, net zo goed als andere mensen u met rust laten. U mag in uw bijbel lezen, u mag bidden voor het eten en noem het allemaal maar op, maar laat die mensen een keer met rust.” Van der Staaij: “Wat ik doe, is desgevraagd ook mijn mening naar voren brengen in het publieke domein over opvattingen over seksualiteit. Die mening is niet, zoals die van D66 en vele andere partijen, dat ieder mag doen wat goed is in zijn eigen ogen. Dat is een bepaalde visie die inderdaad heel sterk de tijdgeest meeheeft; maar ik heb daartegenover een andere visie, zoals ik die naar voren heb gebracht. […] Ik neem de boodschap “het is een kwetsbaar onderwerp en het zijn kwetsbare mensen; zorg voor begrip, aanvaarding, steun” zonder meer op, maar niet de boodschap “lever maar heel je opvatting in, want anders worden mensen gekwetst en wat al niet erger”.

Gelijke rechten voor iedereen

Mevrouw Özütok (GroenLinks) vindt dat de Nashvilleverklaring in strijd is met artikel 1 van onze Grondwet, waar duidelijk staat dat discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan. Zij spreekt Van der Staaij aan op zijn kennis van het staatsrecht en het feit dat hij als Kamerlid meerdere keren trouw heeft beloofd aan de Grondwet. Dat kan zij niet met elkaar rijmen. Van der Staaij verwijst in reactie hierop naar jurisprudentie van de Hoge Raad en het Europees Hof dat artikel 1 van de Grondwet niet dwingend leidt tot invoering of acceptatie van het homohuwelijk.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD): “Ik hoor de heer Van der Staaij een aantal keren zeggen: dat is uw visie en ik heb mijn visie. Ik wil de heer Van der Staaij meegeven dat wij het in dit land hebben over gelijke rechten. Dat is geen visie. Het gaat hier over vrijheid van het individu, dat ie dereen het recht heeft om zijn of haar leven in te richten zoals hij of zij dat zelf wil. Dat is geen visie, dat zijn grondrechten.” Zij vroeg zich af waarom Van der Staaij zich inlaat met een verklaring waardoor heel veel mensen gekwetst, uitgesloten en gediscrimineerd zijn.

Van der Staaij wijst er in zijn reactie op dat volgens de verklaring mensen met een homoseksuele gerichtheid een volwaardige plaats in de christelijke gemeente mogen hebben. Om die reden vindt hij het geen anti-homoverklaring. “Het valt mij wel op dat toen ik in de Kamer binnenkwam, men bij de VVD-fractie nog totaal verdeeld was over de vraag of we zoiets als een homohuwelijk zouden moeten hebben. Tegenwoordig is het zo dat als je er niet bij staat te applaudisseren, je zo ongeveer het land wordt uitgezet.”

God is toch liefde?

Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD): “Ik word hier eerlijk gezegd heel erg droevig van. […] Het wordt opgeschreven alsof God geen liefde is, maar alsof God mensen buitensluit. Wat vindt de heer Van der Staaij ervan dat er kinderen worden afgescheiden van hun ouders, omdat deze ouders zich geroepen voelen zich achter zo’n verklaring te scharen? En wat vindt de heer Van der Staaij ervan dat kinderen die inderdaad LHBTI, transgender et cetera zijn, geen contact meer hebben met hun ouders?”

Van der Staaij: “Om bij dat laatste te beginnen, ik vind het verschrikkelijk als dit een splijtzwam is tussen ouders en kinderen of wat dan ook. Ik hoop dat juist altijd ook een goed gesprek mogelijk is. Mijn ervaring is juist, na de commotie, dat er op heel veel plekken indringend doorgesproken is, over die notie dat het erkennen of uitspreken van bijvoorbeeld het homoseksueel gericht zijn geen zonde is en dat er de ruimte is om dat ook nadrukkelijk naar buiten te brengen. […] Het beeld dat God liefde is, daar ben ik het van harte mee eens, dus dat zou ik niet graag als in tegenstelling zien met dit betoog. Integendeel. Juist die God die liefde is, heeft ook wegen gewezen waar wij mensen gelukkig worden, en heeft leefregels meegegeven, ons ten goede.”

Evaluerende beschouwing

Deze bloemlezing maakt duidelijk dat hier een botsing plaatsvindt van mensvisies en levensbeschouwingen. Dit debat gaat over strijd, over het streven naar de voltooiing van de emancipatie van de LHBTI-gemeenschap. Eerder in het debat kwam aan de orde dat de LHBTI-monitor laat zien dat Nederland in de internationale ranglijst niet meer tot de meest homovriendelijke landen behoort. We zijn naar plek 12 gezakt. Daarom vonden veel woordvoerders dat de regering meer werk moet gaan maken van LHBTI-emancipatie. Van acceptatie en misschien zelfs van po sitieve discriminatie. Nu is het niet zo dat de SGP-fractie betoogt dat de overheid niets moet doen. Alsof er geen probleem zou zijn met LHBTI’s. Het hoge aantal suïcides in de LHBTI-gemeenschap is zorgelijk. Dat mensen zich op straat niet veilig voelen, is zeker een punt van aandacht. Wie homo’s gaat uitjouwen mag daarop stevig worden aangesproken – en aangepakt. Daar staan we voor.

Maar aan de toon en argumenten in het debat zien we dat de emancipatiestrijd gaandeweg ontaardt in een oeverloos gelijkheidsstreven, vooral wanneer verschillen tussen mannen en vrouwen, of het verschil tussen het huwelijk en een homohuwelijk niet meer benoemd mogen worden en de gelijkheid zover wordt doorgevoerd, dat ongelijke gevallen niet langer ongelijk behandeld mogen worden. Een duidelijk onderscheid is bijvoorbeeld dat uit de seksuele gemeenschap van man en vrouw wel kinderen kunnen voortkomen, terwijl dit bij een homopaar niet kan.

Subjectivering van identiteit

Een factor die hierin een geduchte rol speelt, betreft de subjectivering van identiteit. Wanneer je meer wilt weten over iemands identiteit, dan stel je al gauw de vraag: van wie ben jij er een? Wie zijn je vader en moeder? Waar ben je geboren? Op die manier probeer je een indruk te krijgen van iemands persoonlijkheid. Daarna komen ook vragen als: wat doe je, wat houd je bezig? En je vraagt naar gemeenschappelijke kennissen en toekomstplannen. Iemands identiteit is gelaagd en omvat vele facetten. Maar de biografie, interesses, overtuigingen en relaties bieden objectieve aanknopingspunten om daarvan een beeld te vormen.

In het postmoderne identiteitsdiscours verschuift het accent naar de subjectieve aspecten. 2 Een individu moet het recht en de vrijheid hebben om een eigen identiteit te kiezen. Het individu moet daarbij vrij zijn van belemmeringen die krachtens natuur en cultuur gegeven zijn, zoals lichaam, leeftijd, ras of geslacht. Het individu creëert zichzelf, zijn eigen identiteit. Dit komt bij gender in het bijzonder tot uiting. Iemands gender is geen vastomlijnde identiteit, maar moet volledig afhangen van de manier waarop een persoon zichzelf ziet en beleeft. De omgeving moet zich aanpassen aan de gevoelens van het individu. Als anderen daar vragen bij hebben of kritiek uiten, dan mogen ze zich daarbij niet beroepen op hun vrijheid van meningsuiting. Dan belemmeren zij anderen om hun diepste zelf te beleven. Dan beperken zij de ruimte van anderen om zelf te mogen bepalen wie ze zijn. Dit betekent dat woorden geven aan een traditionele opvatting een herdefinitie ondergaat: het is niet langer geven van commentaar op basis van een (godsdienstige) visie, maar het wordt nu opgevat als een uiting van agressie, waar de rechter een stokje voor moet steken. Men poneert daarbij het recht om niet door anderen gekwetst te worden.

Wie worden gekwetst of achtergesteld?

Deze ‘extra rechtsbescherming’ dreigt de zaak uit balans te trekken. De praktijk van de laatste decennia laat namelijk zien dat (orthodoxe) christenen in onze samenleving geregeld wel beledigd en gekwetst worden of voor achterlijk verklaard. Dat hangt samen met het gegeven dat zij traditionele opvattingen aanhangen die men hinderlijk vindt voor de emancipatie van nieuwe kwetsbare groepen, zoals LHBTI’s. Ouderwetse instituties als huwelijk en gezin zijn per definitie fout, omdat die de bestaande ongelijkheid bevestigen.

Maar als nu het persoonlijke geloof belangrijk is voor iemands identiteit, dreigt dan geen achter stelling van personen die het christelijke geloof aanhangen ten opzichte van de pleitbezorgers van de ‘nieuwe religie’ met hun niet minder dogmatische visie op seksualiteit en gendergelijkheid? Is het zo dat met name het christelijk geloof irrationeel zou zijn en dat de modieuze genderideologie daarentegen blaakt van redelijkheid? En waarom zouden christelijke kerken in het publieke domein moeten zwijgen over hun visie op mens en samenleving, terwijl de ‘roze kerk’ volop de ruimte krijgt om haar cultus in het openbaar te celebreren? Wat is er nog neutraal aan een overheid die zich kritiekloos in het kielzog van deze ‘nieuwe religie’ laat meevoeren, regenboogvlaggen op publieke gebouwen laat wapperen en gaybrapaden in de openbare ruimte aanlegt?

Wanneer godsdienstige minderheden categorisch in het nadeel zijn bij meningsverschillen en levensbeschouwelijke conflicten, ziet de toekomst er donker uit. Ook al dwepen woordvoerders van D66, GroenLinks, PvdA en anderen met tolerantie, diversiteit en inclusiviteit, door de eenzijdige toepassing – tolerantie die alleen zichzelf tolereert; diversiteit in leefwijze, maar niet qua levensvisie; inclusiviteit die christenen, joden en moslims uitsluit zijn het drie doorzichtige schaamlappen geworden die de drang en dwang tot uniformiteit niet langer verhullen.

Taboe

De verwijten van sommige woordvoerders richting de SGP-fractievoorzitter laten zien dat het debat niet open en eerlijk gevoerd wordt. Het gaat niet over visies, maar over gelijke rechten voor iedereen, bitste de VVD’ster Yeşilgöz-Zegerius. En mevrouw Özütok (GL) kon zijn betoog niet rijmen met het gelijkheidsbeginsel uit artikel 1 van de Grondwet. Intussen mag de ‘onomstreden waarde’ van diversiteit niet ter discussie staan. Op tegenspraak rust een taboe. Maar heeft de bepleite diversiteitspolitiek dan soms helemaal geen ongewenste neveneffecten voor de samenleving? Denk bijvoorbeeld aan de significante daling van het kindertal als gevolg van de seksuele revolutie, waardoor de sociale zekerheidsregelingen op termijn onbetaalbaar worden. Het streven van de LHBTI-lobby zal deze tendens nu niet bepaald gaan keren.

Verder vormt het onbepaalde en fluïde concept van gender (er zijn intussen al meer dan 300 types) 3 een constante bron van onzekerheid. Wat doet deze voortdurende zoektocht met een mens die verlangt naar erkenning, geborgenheid en veiligheid? Ieder mens heeft toch de behoefte om ergens bij te horen? Ligt hier niet een van de oorzaken van veel voorkomende eenzaamheidsgevoelens bij LHBTI-mensen?

Ook zou diversiteit in een politiek debat moeten betekenen dat uiteenlopende levensvisies en mensbeelden vrijuit bediscussieerd kunnen worden. Maar nee, het nihilistische uitgangspunt dicteert dat alles moet kunnen. Daaruit volgt dat geen mens het recht toekomt om te beoordelen of de maatschappelijke toegevoegde waarde van de ene levensvorm groter is dan de andere. Zo’n exercitie is overbodig omdat ob jectief niet valt te bepalen of het leven een hogere zin of waarde heeft. Paradoxaal genoeg blijkt het streven naar maximale individuele vrijheid, zelfbepaling en geluk gepaard te gaan met een dwingende collectieve moraal waaraan iedereen zich moet conformeren. Op straffe van uitsluiting. En dat noemt men inclusief. De Nietzscheaanse Umwertung aller Werte staat voor niets.

Vrijheid in het gedrang

Dat door die dwingende collectieve moraal de klassieke vrijheden in het gedrang komen, behoeft geen uitgebreid betoog. Terwijl de verlichtingsfilosoof Immanuel Kant vooral de vrijheid van denken benadrukte, waren het ruim een eeuw vóór hem de protestanten die de vrijheid van geweten bepleitten. Het erkennen van deze fundamentele vrijheden noopt tot tolerantie tegenover andersdenkenden. Allerlei signalen wijzen erop dat de mainstream in onze samenleving steeds onverdraagzamer aan het worden is. Drie voorbeelden ter illustratie:

• Martin Sommer constateerde in de Volkskrant dat je niet meer tegen het homohuwelijk mag zijn en dat ook niet meer mag denken. 4

• Amanda Kluveld betoogde dat de gewetensvrijheid van christenen in het gedrang komt door het ‘morele absolutisme van de seculiere kerk’. 5

• Het publieke debat dreigt te smoren in genderpolitieke correctheid, aldus columniste Elma Drayer in de Volkskrant, 6 naar aanleiding van het ontslag van een Googlemedewerker die een memo had geschreven over het verstikkende denkklimaat bij dit bedrijf als het over diversiteitsbeleid gaat.

Als deze tendens zich voortzet, loopt het erop uit dat de fundamentele vrijheden die het protestantisme de Nederlandse samenleving sinds de 16e eeuw heeft gebracht, gebruikt worden om de vrijheid van geweten en geloof te smoren. Tot er geen orthodoxe protestant meer is die iets van zich durft te laten horen. Want hoe kun je het emotionele appel van Vera Bergkamp anders uitleggen, als zij tegen Kees van der Staaij nogal bezwerend uitroept: ‘Laat andere mensen toch met rust!’ De consequentie hiervan is dat orthodoxe christenen zich muisstil moeten houden en monddood worden gemaakt. En eigenlijk is het nog beter als ze met de tijd meegaan en gaan denken zoals ‘iedereen tegenwoordig’ denkt. 7 Je moet je aanpassen of anders opkrassen.

Het gebrek aan gezonde vrijheidszin kent zijn pendant in een afname van tolerantie. Ook dit debat toont dat seculier Nederland uitermate intolerant is ten aanzien van minderheidsopvattingen. Van een aantal volksvertegenwoordigers had ik meer respect – dat is overigens wat anders dan instemming verwacht voor de bekende traditionele opvattingen van de SGP. Een kenmerk van echte tolerantie is dat het je niet onverschillig laat hoe de ander denkt over een onderwerp dat jou ter harte gaat. Bij een meningsverschil, hoe fundamenteel ook, ga je met open vizier het debat aan en probeer je de diepste motivatie van de ander te begrijpen.

Tegenstelling wet en liefde

Uit de interruptie van PvdD-Kamerlid Van Kooten-Arissen blijkt dat zij uitgaat van een tegenstelling tussen de wet en de liefde van God. De morele wet die God in tien woorden heeft samengevat, beoogt mens en samenleving te beschermen tegen onheil en onrecht. Als Jezus Christus deze tien woorden samenvat tot het bekende dubbelgebod van de liefde tot God en tot de naaste, maakt Hij zonneklaar dat Gods wet en Zijn liefde elkaar bevestigen. Maar wanneer ‘de liefde’ wordt gepresenteerd als een alternatief voor de wet en daarmee als het enige wat onze relaties met andere mensen zou moeten beheersen, raken we in morele zin ontspoord. Liefde wordt dan vaak gereduceerd of verdraaid tot eigenliefde. Morele wetten hinderen ons om die eigenliefde ten volle uit te leven en daarom breken we daarmee. Maar een samenleving die deze wetten afschaft of negeert, wordt destructief en gevaarlijk voor de mens. Het Bijbelboek Richteren laat zien hoezeer het volk Israël te lijden heeft onder onrecht en misstanden, doordat “ieder deed wat goed was in eigen oog.” Iedere politicus dient te beseffen dat morele wetten de basis leggen voor de vrijheid van mens en samenleving.

Nu kan de overheid de morele vorming van burgers niet zelf ter hand nemen. Dat moet zij in de visie van de SGP overlaten aan de verbanden in de samenleving, zoals het gezin, de school, de bredere familie en de kerk. Met deze begrensde overheidstaak is de vrijheid en de vrede van de samenleving het best gediend.

Humor

Ten slotte moet mij nog dit van het hart. Het debat was bij tijden niet alleen vinnig, maar ook gespeend van elke vorm van humor. Wellicht komt dit doordat bij veel woordvoerders het politieke en persoonlijke niet van elkaar zijn te scheiden en enige zelfrelativering geen kans kreeg. Jammer dat daardoor humor, ironie en tolerantie ontbraken. Wat ontspanning, lucht en ruimte had de toon van het debat ongetwijfeld ten goede gekomen.

De enige kwinkslag kwam van Kees van der Staaij. Volgens hem had de framing van de verklaring als anti-homopamflet niet bijgedragen aan een welwillende lezing ervan. Maar onmiddellijk daarna gaf hij toe dat hijzelf de tekst misschien wel vooral met een roze bril op had gelezen.


Noten

1 Voor dit artikel is gebruik gemaakt van het ongecorrigeerde stenografisch verslag van het debat dat is te vinden op de website van de Tweede Kamer, tabblad Plenaire verslagen https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/plenaire_verslagen/detail/2308be9d-8ad1-4fab-8c9c-c018b85409ae#ide3cb19a7

2 Zie ook W. Aalders, Man en vrouw in een revolutionaire tijd. Hij merkte toen al op er in deze tijd (1974!) een algemene miskenning en verachting van het objectieve en institutionele bestaat. “Men meent zo vaak, dat alleen het persoonlijke, eigene, subjectieve en doorleefde van waarde is; het overige is dan alleen maar beperking, belemmering en bedreiging van de vrije, levende persoon. Op die drogreden berust ook de hedendaagse weerstand tegen en verachting van de gevestigde orde en haar instellingen. … De voorkeur gaat uit naar het onconventionele en non-conformistische,…, naar het spontane, impulsieve en onmiddellijke. In dat alles ligt een duidelijke terugkeer naar de sentimentele gedachten van Rousseau en zijn utopische verheerlijking van de natuur als paradijselijke vrijheid.”

3 Zie: https://www.wattpad.com/341462536-complete-list-of-genders-the-complete-list-of-all/page/13

4 De Volkskrant, 21 januari 2017.

5 Vgl. https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/moslims-krijgen-hier-meer-begrip-dan-orthodoxe-christenen~b1863477/

6 De Volkskant, 8 augustus 2017

7 Vgl. Marin Terpsta, Omstreden moderniteit. Over de gemeenplaats ‘Dat is niet meer van deze tijd’, Wilde Raven 2016; zie ook: https://www.rd.nl/opinie/column-je-moet-met-de-tijd-meegaan-of-toch-niet-1.1351483

8 Vgl. C.S. Lewis die in The Four Loves schrijft dat “liefde een duivel wordt zodra zij een god begint te worden”. Zie ook mijn column ‘God is liefde. Liefde is god’ in het Reformatorisch Dagblad dd. 23 januari 2019; https:// www.rd.nl/opinie/column-god-is-liefde-liefde-is-god-1.1542536

9 Vgl. Edgar Andrews, Wat is de mens? Adam, alien of aap? (Zelhem 2018), 293-298.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 2019

Zicht | 112 Pagina's

Aanpassen of opkrassen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 2019

Zicht | 112 Pagina's