Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Abraham Kuyper: de positieve rol van een polarisator

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Abraham Kuyper: de positieve rol van een polarisator

Was Kuyper een populist?

11 minuten leestijd

In dit artikel gaan we nader in op de reputatie van Abraham Kuyper als iemand die de verhoudingen in het Nederland van zijn tijd op scherp zette. Een oproerkraaier vonden de zittende liberalen hem en vrijwel de hele elite zei het hen na, een ‘antirevolutionaire revolutionair’ was hij volgens historicus Robert Fruin. Kraaide Kuypers befaamde polemiek inderdaad oproer als een revolutionair, of valt er ook iets anders van te zeggen?

De vraag wordt vaak gesteld en regelmatig ook beantwoord: Kuyper zou de eerste populist zijn geweest, iemand die de massa bespeelde op een populistische manier.

Inderdaad wist Kuyper de massa in beweging te kringen: in de schoolstrijd en in de antirevolutionaire beweging, zelfs in de kerk. Toch zijn het vooral de verschillen die opvallen. Anders dan hedendaagse populisten zocht Kuyper geen zondebok in de vorm van minderheden als joden of moslims. Integendeel: hij kwam op – ‘recht voor allen!’ was zijn leus al voordat de socialisten haar aanhieven – voor de burgerrechten van iedereen, ook joden en socialisten. Toen Bismarck in Duitsland met zijn socialistenwetten kwam, keerde Kuyper zich daar openlijk tegen.

Kenmerkend voor Kuyper was zijn pleidooi om de burgerrechten breder te laten gelden dan enkel voor de gezeten burgerij van conservatieven en liberalen. ‘Recht voor allen’ was niet zomaar een leus, maar een die centraal stond al in zijn vroegste journalistieke werk en in zijn eerste optredens in de Tweede Kamer. Waar hedendaagse populisten zich tegen burgerrechten als godsdienstvrijheid en de uitingsvrijheden keren, was Kuyper een vurige pleitbezorger. Al in 1874 schreef hij een lange reeks artikelen over de burgerlijke vrijheden waarmee hij On Liberty (1859) van John Stuart Mill welbewust naar de kroon stak. Hij betoonde zich een vuriger voorstander van de vrijheden dan de liberalen durfden zijn, en betoogde dus precies het omgekeerde van hedendaagse populisten.

Kuyper, met andere woorden, was een man van positieve idealen ofwel ‘beginselen’, niet van negatieve. Bij hem geen aanvallen op minderheden of inhoudsloos verzet tegen de bestaande orde, maar een altijd fundamenteel betoog over hoe het anders kon. Wat Kuyper wilde was dat ‘het volk achter de kiezer’ – slechts een minderheid van de mannen had in zijn tijd stemrecht – ook tot zijn recht zou kunnen komen. Zijn idealen waren uitdrukkelijk positief, niet negatief. Anders dan bij de liberalen kon bij hem het gewone volk van begin af voluit meedoen in zijn Antirevolutionaire Partij (ARP) en haar mede stempelen.

Ook in zijn middelen was Kuyper anders dan de populisten. Hij sprak inderdaad rechtstreeks tot de massa, in zijn krant en in zijn toespraken. Maar anders dan de socialisten van zijn tijd zweepte hij hen nooit op en sprak hij nooit volle pleinen toe. Ook de massa – regelmatig sprak hij voor zalen met duizenden aanhangers – kon hij voorgaan in een verstild gebed, nooit in opzwepende taal. Kuyper bereikte het gewone volk, maar niet door het op te hitsen of op te roepen tot verzet. Ook oog in oog met de massa was hij het omgekeerde van een populist.

DEMOCRAAT

Wat was hij dan wel? Een levenslange tegenstander, de liberale jonkheer Willem Hendrik de Beaufort, omschreef Kuyper als een ‘democraat naar Amerikaans snit’. Let wel, beide kwalificaties waren negatief bedoeld. Een democraat gold in zijn kringen als iemand die op een gevaarlijke manier het volk opruide om zich met de politiek te bemoeien. En Amerikaans was alles wat vulgair was, iets van de massa, ordinaire massacultuur.

Toch steekt er veel waars in zijn woorden. Kuyper was inderdaad levenslang een democraat en Amerika was daarin, en in meer, zijn voorbeeld. Naar Kuypers overtuiging was de Amerikaanse cultuur beslissend beïnvloed door het calvinisme en de Amerikaanse democratie dus ook. Eerder dan in Nederland had het Amerikaanse volk stemrecht, voor Kuyper de toekomst, ook in Europa. Een democraat naar Amerikaans model zou hijzelf opvatten als een eretitel, hoezeer praktisch de hele Nederlandse elite daar ook anders over dacht.

Toch begon het allemaal al in de kerk. In de jaren 1860 ontstond de verkiezing van ambtsdrager door de gemeenteleden, en Kuyper stond in die beweging vooraan. In zijn ogen zouden overal de gewone gemeenteleden – het volk dus, mannen en vrouwen – het voor het zeggen moeten hebben. Voordat het mis ging in de vorm van de Doleantie, een uittocht uit de kerk die hijzelf nooit had gewild, namen in tal van gemeenten de orthodoxe kiezers al het heft in handen. De kerk vormde daarin, voor Kuyper maar ook in werkelijkheid, een voorhoede van de staat. Pas na de Eerste Wereldoorlog kregen gewone mannen en vrouwen het politieke kiesrecht voor alle bestuurlijke geledingen. Nederland werd zo rond 1920 een democratie in de tegenwoordige betekenis en Kuyper was daarin al meer dan een halve eeuw voorgegaan.

Voordat er radicalen waren en voordat socialisten ook het algemeen kiesrecht gingen eisen, was er al Kuyper. Als jong Kamerlid in 1874-75 stond hij als democraat nog moederziel alleen. Pas rond 1900 kreeg hij steeds meer bijval.

BREUK

Daarvoor was wel een breuk in zijn eigen partij nodig. Kuypers befaamde botsing met zijn oude medestrijder De Savornin Lohman draaide om het kiesrecht. Voor Kuyper was uitbreiding van het kiesrecht in de jaren 1890 een eis van de tijd. Zijn antirevolutionaire beweging moest er van hem haar volle gewicht achter plaatsen. Binnen zijn partij won Kuyper alle slagen, maar de elite – de befaamde ‘dubbele namen’, mannen van adel dus – weigerde daarin mee te gaan.

Veel is gespeculeerd over de achtergronden van de breuk van Kuyper en de meerderheid van zijn partij met deze vooraanstaande antirevolutionairen, met Lohman als hun leider. Er is dan sprake van botsende karakters of het idee dat Kuyper als doordrammer altijd wel breuken veroorzaakte. De werkelijkheid is prozaïscher: Kuyper brak met de dubbele namen toen ze zich verzetten tegen de uitbreiding van het kiesrecht en ook opzichtig afwezig bleven op het eerste Christelijk-Sociaal Congres van 1892. Een half jaar was Kuyper door ziekte uitgeschakeld in 1894; hij lag met een dubbele longontsteking te bed in Brussel en balanceerde op het randje van de dood, zoals beschreven in mijn boek. Toen hij begin 1895 terugkeerde in het publieke theater werd de breuk compleet. Uit het verzet tegen de ‘te radicale’ koers van de ARP zou later de CHU ontstaan, die hoofdzakelijk voormalig liberale kiezers trok. De ARP volgde de koers van de radicale democraat Kuyper.

DE SOCIALE KWESTIE

In het najaar van 1892 kwam dan eindelijk het Christelijk Sociaal Congres bijeen waar Kuyper lang naar had uitgezien. In de aanloop had hij al uitdrukkelijk de kandidatuur voor de Amsterdamse gemeenteraad gesteund van de timmerman Bart Poesiat – zeer tegen het zere been van de dubbele namen in zijn partij. Kuyper wist dat de steun van de christelijke vakbond Patrimonium, waar Poesiat een van de leiders van was, op het spel stond. Maar zijn keus voor de kandidatuur van een arbeider volgde ook uit zijn eigen levenslange overtuiging als democraat, was meer dan een gelegenheidsopstelling.

In zijn rede op het congres zelf pleitte Kuyper voor ‘architectonische kritiek’ – zijn woorden, ze zouden een zelfstandig leven gaan leiden – op de bestaande maatschappelijke verhoudingen.

Ook beroemd werd een passage uit zijn gebed, waarin hij over de uitgebuite Nederlandse arbeiders had gezegd dat ze ‘niet langer’ konden wachten, ‘geen dag en geen uur’. De socialisten zouden hem er later, toen hij minister was, vaak mee om de oren slaan. Na de mislukte spoorwegstakingen van 1903 werd Kuyper in hun kringen de gebeten hond, een hypocriete burger die wel mooie woorden wijdde aan de sociale kwestie, maar intussen het leger op hen afstuurde. Tussen Kuyper en de socialisten zou het nooit meer goedkomen. Terwijl de sociale kwestie toch echt voor Kuyper het eerste punt van zijn politieke agenda was en bleef.

Wie zijn vroege journalistieke werk leest, nog voor de oprichting van dagblad De Standaard (1872) in toenmalig weekblad De Heraut, zal meteen al op de sociale Kuyper stuiten. In een artikel uit 1870 over de uitgebuite fabrieksarbeiders van Veenendaal – ook kinderen en vrouwen werden zes lange dagen aan zwaar werk blootgesteld – blijkt meteen al zijn agenda. In Kuypers ogen moesten arbeiders zich verenigen in een vakbond en moest de kerk daarbij te hulp schieten. Alleen als arbeiders zich vereenden, kon hun arbeid op zijn echte waarde worden geschat. Arbeid moest een georganiseerde tegenmacht vormen tegen kapitaal – de grootmacht van de negentiende eeuw. Van het begin van zijn publieke loopbaan tot het eind – zijn laatste toespraak voor zijn eigen partij – stond voor Kuyper de sociale kwestie voorop. Het was de andere grote reden waarom hij in 1894 brak met de dubbele na-men in zijn partij: voor hen was de sociale kwestie niet urgent, voor Kuyper wel.

JOURNALISTIEK

Wie de democraat Kuyper en zijn sociale gezicht beter wil leren kennen, is bovenal aangewezen op Kuypers journalistieke werk. Hier, meer dan in zijn eigen partij of als minister in een gemengd kabinet, had hij de vrije teugel.

Dat begon al in de zomer van 1869, toen hij als predikant in Utrecht stond. Voor toenmalig weekblad De Heraut – ontstaan uit de jodenzending – mocht hij de politieke redactie vormgeven. Die rol riep het politieke dier in Kuyper wakker. Binnen de kortste keren had hij het weekblad omgevormd tot een bescheiden orgaan van de antirevolutionairen, die tot dusver over niet meer had beschikt dat een aantal verspreide kiesverenigin-gen. Eind 1870 werd Kuyper al officieus, per januari 1871 officieel de hoofdredacteur.

Wie nu de jaargangen van dit eerste weekblad De Heraut doorsnuffelt, ziet hoe hier al de democraat Kuyper aan het woord is, een man met voluit oog voor de sociale kwestie. Beide thema’s zouden hem nooit meer verlaten, zeker niet in de halve eeuw – van 1872 tot 1919 – dat hij leiding gaf aan een eigen dagblad, De Standaard. Ook daarvan zijn alle jaargangen sinds kort digitaal beschikbaar, online op de website van Delpher. Meer dan een eeuw nadat zijn stukken verdwenen met dat de krant waarin de vis werd verpakt, zijn ze nu weer volop beschikbaar. In De Standaard kon Kuyper zich helemaal uitleven. Tal van artikelen spraken rechtstreeks tot het ‘volk achter de kiezer’, en juist het gewone volk ging Kuyper volgen en als zijn leider beschouwen. In zijn dagblad kon Kuyper voluit spelen op het ‘klavier der volksconsciëntie’, zoals dat met een gevleugeld woord ging heten. Meer nog dan in zijn rol als partijvoorzitter of later Kamerlid en minister oefende Kuyper invloed uit op zijn geliefde ‘volk’ door tientallen jaargangen lang rechtstreeks te communiceren via zijn eigen krant. Als journalist had Kuyper de grootste invloed, juist op gewone mensen.

POLARISATOR

Niet voor niets werd op zijn journalistieke werk ook het heftigst gereageerd. Op normale dagen leverde Kuyper het hoofdartikel op de voorpagina, met daarna een handvol ‘driestarren’, puntige commentaren op het nieuws. In beide genres zocht hij continu de polemiek, reageerde hij op tegenstanders en bestreed hij ze met een beroep of gereformeerde of antirevolutionaire beginselen.

Die ‘beginselen’ waren typisch Kuyper: hij zocht het conflict niet aan het oppervlak, maar daaronder, in de onderliggende motieven. Heel wat tegenstanders verraste hij met een betoog over die onderliggende beginselen – met name liberalen dachten niet in zulke termen, konden ook niet goed weerwoord bieden. Als Kuyper op dreef was, in zijn krant of als premier tegenover de Kamer, kon vrijwel niemand hem aan, stonden ze machteloos tegenover een betoog dat zich op een niveau begaf waar weinigen zich durfden wagen.

Maar ook met zijn geestverwanten botste Kuyper onophoudelijk. In zijn ogen kwam het doordat ze hun eigen gereformeerde en antirevolutionaire beginselen niet voldoende serieus namen. In Kuypers ogen leidden beginselen even onvermijdelijk tot scherp omlijnde doelen als een projectiel. Zelf gebruikte hij het beeld van een lawine – zoals hij die tijdens zijn bergtochten een paar keer zelf had waargenomen. Beginselen gingen even onhoudbaar op hun doel af als zo’n lawine, schreef hij een paar keer. Voor hem was het ondenkbaar dat calvinistische beginselen niet rechtstreeks tot democratische idealen leidden.

Het was dan ook als polarisator dat zijn tijdgenoten Kuyper het beste kenden. Toen in 1897 vriend en vijand hem hulde bracht als de grootste journalist van het land – het was bij de viering van het eerste jubileum van De Standaard in het Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt – was dit hun voornaamste bezwaar. Als polemist was Kuyper niet altijd eerlijk, vonden ze, gaf hij hun intenties soms niet goed weer en zaaide hij onnodig tweedracht.

Als polarisator had en hield Kuyper vijanden, als journalist had hij haast enkel bewonderaars.


Ter gelegenheid van het Kuyperjaar 2020-21 verscheen van Johan Snel: De zeven levens van Abraham Kuyper. Portret van een ongrijpbaar staatsman. Kuyper was een wonderkind met ‘tien hoofden en honderd armen’, in 1906 gekozen als populairste man naast de flinkste vrouw, de jonge koningin. Naast koningin Wilhelmina was hij in zijn tijd de enige Nederlander die de voorpagina van The New York Times haalde.

Het boek opent vaak verrassende perspectieven op zeven van Kuypers kleurrijke levens. Voorop de avonturier: alpinist, wereldreiziger. Dan zijn beter bekende rollen: gevierd spreker, wetenschapper, activist, journalist en staatsman. Elk hoofdstuk is gebaseerd op nieuwe bronnen, telkens met biografische onthullingen. Samen bieden ze een caleidoscopisch beeld van een man wiens veelzijdigheid alleen werd overtroffen door zijn onwaarschijnlijke productiviteit. Hij schreef meer dan tweehonderd boeken, tienduizenden artikelen, reisde de halve wereld rond en was een fanatieke bergbeklimmer.

Bewonderaars had Kuyper meer dan tegenstanders, maar zijn gezworen vijanden vormden bijna de complete Nederlandse elite, de jonge koningin incluis. Tegelijk was hij de enige die internationaal werd gelauwerd als staatsman en met koningen en keizers dineerde. Eén ding was hij zeker: de grootste splijtzwam die de Nederlandse geschiedenis heeft voortgebracht. Omstreden is hij altijd gebleven.


drs. J. Snel, Abraham Kuyper: de positieve rol van een polarisator


Johan Snel, hoofddocent en onderzoeker, verbonden aan de opleiding Journalistiek aan de Christelijke Hogeschool Ede en als promovendus aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020

Zicht | 104 Pagina's

Abraham Kuyper: de positieve rol van een polarisator

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020

Zicht | 104 Pagina's