Overheid versus christendom - een haatliefde verhouding?
Tijdens de coronacrisis hee◊ de overheid zich herhaaldelijk uiterst kritisch over bepaalde vormen van christendom uitgelaten. Is hier sprake van een structureel probleem? En laten wij onze houding tegenover de overheid daardoor bepalen? Volgen we daarbij de richting die God zelf ons hierin wijst?
In deze tijd van corona en crisis is er steeds meer wantrouwen tegenover de overheid, ook vanuit christelijke kringen. Beschuldigingen over dat de overheid onder één hoedje speelt met vaccinproducenten en het World Economic Forum, en verkeerde bedoelingen heeft, worden geloofd. De politieke genderideologie leidt tot een wij/zij gevoel en vrees voor de toekomst.
Je kunt niet zeggen dat overheid en christendom erg close zijn. Maar in hoeverre staan overheid en christendom tegenover elkaar? Haat de overheid het christendom? 1
We bespreken dit onderwerp aan de hand van drie vragen:
• Hoe denkt de overheid over christenen?
• Daarna, niet minder belangrijk: Hoe denken christenen over de overheid?
• Ten slotte: Wat zou onze houding moeten zijn ten opzichte van de overheid? Wat gebiedt God ons?
De overheid respecteert geloof
Laten we beginnen met de vraag hoe de overheid over christenen denkt. Haat de overheid het christendom? Allereerst ziet de overheid ons – burgers - als een individu, autonoom, met onaantastbare grondrechten. Wij mogen alles zeggen wat we denken. We mogen religieus zijn, zelfs zeer religieus. We mogen zelf beslissen wat we doen en laten, zolang het maar niet anderen schaadt.
In het algemeen haat de overheid het christendom niet. Integendeel. We hebben het erg goed in Nederland. Geloof in God of een hogere macht is geen probleem. Het geïnspireerd zijn door de Bijbel om goed te doen voor onze naaste en God lief te hebben is zelfs extra welkom. Mark Rutte zegt in een interview in Trouw: “Je leeft niet alleen voor jezelf. Dat heb ik natuurlijk ook uit de Bijbel. Die pak ik er niet bij om te zien wat voor volgende stap ik politiek moet zetten, maar het is wel mijn inspiratie en de traditie waarin ik sta.” 2 D66-fractievoorzitter Sigrid Kaag zegt in een interview in dezelfde krant: “Het gaat om het juiste doen, een rechtvaardig mens te zijn, barmhartig zijn, naar je naaste omkijken.” 3
Ik herken me dus niet echt in de mening van Robert Grözinger, die in Epoque schrijft “dat mensen, die staatsinstituties dragen en van hun bestaan leven, het christendom, op goede gronden, vrezen en daarom haten – en het ook om die reden in een kwaad daglicht willen stellen.” 4 De Nederlandse overheid heeft ook bijvoorbeeld tijdens de coronacrisis kerken vanwege de vrijheid van godsdienst een uitzonderingspositie gegeven, en niet dezelfde regels opgelegd als bij uitgaansgelegenheden zoals theaters. Daar spreekt geen vrees en haat uit.
Is ´fundamentalisme´ haat?
Heel anders is het als je een orthodoxe, letterlijke opvatting van de Bijbel hebt. Zo’n letterlijke opvatting van de Bijbel over bijvoorbeeld homoseksualiteit of over euthanasie is – volgens de overheid – een regelrechte aanval op mensen in onze samenleving. Zeggen dat het homohuwelijk niet naar Gods wil is, voelt als haat. Zeggen dat euthanasie niet vrij verkrijgbaar moet zijn, voelt als haat. Zeggen dat abortus een moord is, is haat. Daarom is geloof welkom, maar het letterlijk navolgen van de woorden van Mozes, Jezus en de apostelen is haat. Je verheft je daarmee boven andere mensen omdat je zegt dat je het beter weet. Bovendien hanteer je dan een interpretatie van de Bijbel die lang niet alle christenen hanteren, dus welk recht van spreken heb je? De overheid staat tegenover mensen die de woorden van de Bijbel letterlijk nemen, waar deze tegen de grondrechten van het autonome, vrije individu in gaan. De overheid neemt sinds 2014 geen trouwambtenaren meer aan die geen homohuwelijken willen sluiten. De overheid verbiedt dat christelijke scholen leraren met een homoseksueel leven weigeren. 5 De overheid neemt het de regering van Hongarije erg kwalijk dat zij het niet eens is met vrijheid van seksualiteit en gender. 6 Ook de evaluatie van de uitvoering van de Wet afbreking zwangerschap, die 15 jaar op zich liet wachten na de vorige evaluatie in 2005, was maar kleinschalig en oppervlakkig. 7
Dat het hier over de opvatting van vrijheid gaat lijkt de overheid te ontgaan. Wie abortus opvat als vrijheid, en pro-life als beperking van vrijheid, heeft immers een sterk fundamentalistische mening waarin de vrijheid van het ongeboren kind niet telt. En dat het zonder enige grenzen vasthouden aan vrijheid ook als een vorm van fundamentalisme kan worden opgevat, wil natuurlijk niemand horen.
Kerken hebben geen gezag
Een derde punt wat het waard is om te noemen is hoe de overheid denkt over kerken. Ze ziet de kerken als gesprekspartner. Maar zeker geen gelijkwaardige: het is niet zo belangrijk om naar kerken te luisteren. Ze hebben geen gezag. Noch over de overheid, noch veel over hun leden. Ook boezemt de kerk de overheid niet veel ontzag in. En dat is erger. We zijn als kerken machteloos geworden – wat betreft wereldse macht is dat een groot goed, maar wat betreft geestelijke macht is dat een groot kwaad. Met geestelijke macht bedoel ik geen psychologische macht, maar de bevrijding van de macht van de duisternis, zoals de apostel Paulus schrijft aan de gemeente van Kolosse (1:9): “dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, zodat u wandelt op een wijze de Heere waardig, Hem in alles behaagt, in elk goed werk vrucht draagt en groeit in de kennis van God, terwijl u met alle kracht bekrachtigd wordt, overeenkomstig de sterkte van Zijn heerlijkheid, om met blijdschap in alles te volharden en geduld te oefenen.”
Ja, ik wens onze kerken meer van deze macht, meer gebed, meer discipelschap, en daarin meer eenheid, zoals Christus bidt: “opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt”. 8 En de kerken, dat zijn wij. Hoe vol vrucht en inzicht is ons leven?
Hoe denken wij over de overheid?
Nu we inzien hoe de overheid over christenen denkt, staan we stil bij de vraag hoe christenen over de overheid denken. Een van de motieven die meespeelt bij hoe christenen denken over de overheid, is angst. We zien steeds meer uitingen van de overheid die niet passen bij het christelijke geloof. We zien hoe het libertaire mensbeeld en het christelijke mensbeeld botsen Dat zorgt voor angst, voor sombere voorspellingen dat we om onze opvattingen vervolgd zullen gaan worden.
Maar daaronder ligt een diepere oorzaak. We zijn vervreemd van de overheid als gezagsdrager. De reden is niet zozeer dat de overheid het niet meer over God heeft bij het noemen van haar koers – ook dat zorgt voor afstand, maar er gaat daar nog iets aan vooraf. Dat is het algemene gezagsverlies in onze cultuur. We kijken niet meer tegen de overheid of de rechter op. Veeleer kijken we op ze neer en beschouwen we ze als figuranten in een complot, marionetten of gewoon mensen met een baan. Dat geldt niet alleen voor de overheid, maar voor alle gezagsdragers in de kerk en daarbuiten.
Daarin zijn we als christenen niet veel anders dan anderen. De reden daarvoor is waarschijnlijk deels de verzorgingsstaat zelf. We zijn steeds minder afhankelijk gemaakt, rijker geworden, onaantastbaarder in onze grondrechten. Maar daarnaast groeide in ons ook de autonome moraal: dat we denken zelf wel te kunnen bepalen wat goed en kwaad is, zelf wel de wereldproblemen op kunnen lossen en een land kunnen regeren. Helaas is dat een houding die, net als angst, niet echt christelijk is. Daarom staan we in het laatste gedeelte stil bij hoe we als christenen over de overheid zouden moeten denken.
Hoe moeten we over de overheid denken?
Wat leerde Christus ons, wat leerden de apostelen ons over hoe we over de overheid moeten denken? Allereerst, christenen moeten de overheid als hun gezagsdragers eren. Gezag is door God ingesteld, schrijft de apostel Paulus. 9 We moeten in de eer voor de overheid als christenen opvallen, en tegen de stroom van de cultuur inzwemmen. Dit betekent natuurlijk niet dat als de overheid iets zegt wat tegen Gods wet ingaat, we de overheid meer gehoorzaam moeten zijn dan God. In dat geval geldt dat we geen deel mogen hebben aan “de werken van de duisternis”. 10 Maar het betekent wel dat we als christenen ook bij een seculiere overheid, de overheid als gezagsdrager kennen, en haar gehoorzamen waar ze niet tegen Gods wet ingaat.
Ten tweede mogen we wel wat meer naar onszelf kijken, voordat we de overheid beschuldigen of afdoen als vijand van het christendom. Als christenen zijn wij echt niet altijd zelf een goed voorbeeld. Ook wij zijn vol van egoïsme en dulden bijna geen gezag meer. Ook wij zetten al gauw welvaart en rijkdom op de eerste plek, en het helpen van onze medemens en getuigen van het evangelie op de tweede. Ook in onze kerken gaat heel veel mis. Als christenen mogen we best eerst de hand in eigen boezem steken. Sterker nog, we mogen wel met wat meer haat naar de zonde in onszelf kijken.
Maar gaat de overheid niet steeds meer tegen Gods wet in? Gaat de overheid niet steeds meer op het beest uit de zee lijken, wat in de Openbaring wordt beschreven, dat God lastert en oorlog voert tegen de heiligen? 11
Als christenen moeten we zeker op onze hoede zijn voor deze antichristelijke macht. Maar dat betekent niet dat we de overheid daarmee nu moeten identificeren. Er zijn altijd al antichristelijke elementen in de overheid, al vanaf het begin van de geschiedenis toen de mens God verliet, maar de overheid is nog niet hetzelfde als de antichrist.
We moeten ons ook niet door angst laten beheersen, zelfs als er meer antichristelijke machten werkzaam worden in de overheid en in de samenleving. Integendeel. We moeten waken en onze hoofden opheffen, omdat Christus nabij is! 12 Het betekent dat we des te meer op onze hoede moeten zijn voor onszelf en de verleidingen van Babylon moeten ontvluchten. 13
In plaats van angst en praten over christenvervolging, moeten we doorgaan met het spreken uit Gods Woord: Gods wet en Gods evangelie. Beiden zijn het middel tot genezing, zoals de profeet Jesaja in een angstige tijd opmerkt: Als zij niet overeenkomstig dit woord spreken, zal er voor hen geen dageraad zijn. 14
Wees op je hoede en wees onschuldig
We moeten wel op onze hoede zijn, de woorden van de overheid altijd op hun waarachtigheid beoordelen en het beleid van de overheid altijd door de ogen van Gods wet beoordelen. Elk tijdperk heeft zijn eigen blinde vlekken en eigen grove zonden tegen de wet van de liefde tot God en onze medemens, en daar is de overheid niet vrij van, net als de christenen zelf er niet vrij van zijn. De afgelopen decennia zou je bijvoorbeeld kunnen denken aan de focus op rijkdom en winst, ten koste van de verre medemens, de vluchteling en de schepping, het individualisme en de ik-gerichtheid. We moeten dus op onze hoede blijven en niet goedgelovig worden wat betreft welke overheid ook.
Jezus vergelijkt zijn volgelingen in de wereld als schapen tussen de wolven, en spoort hen aan op hun hoede te zijn als de slangen en onschuldig te zijn als de duiven. “Wees op uw hoede voor de mensen”, zegt Jezus tot zijn discipelen en tot ons. 15 Bonhoeffer schrijft daarover: “Geen vrees voor de mensen, geen wantrouwen, vóór alles geen mensenhaat, maar ook geen lichtvaardige goedgelovigheid, geen geloof aan het goede in alle mensen, maar juist inzicht in de verhouding van het woord tot de mens en de mens tot het woord moeten de discipelen tonen. Wanneer zij op dit punt nuchter zijn geworden, dan kunnen zij het ook verdragen wanneer Jezus hun voorzegt, dat hun weg onder de mensen een lijdensweg zal zijn. (…) Omdat dit Gods plan en Jezus’ wil is, daarom zal ook in het uur van verantwoording afleggen voor gerichten en tronen de discipelen de kracht geschonken worden tot een goede belijdenis, tot een onbevreesd getuigenis. De Heilige Geest zelf zal hen bijstaan.” 16
Bidden voor alle mensen
Het is goed en welgevallig in de ogen van God dat we bidden voor onze overheid, schrijft de apostel Paulus. 17 Daarmee wil ik afsluiten, omdat in gebed de kracht voor de kerk ligt, omdat we ons daarmee wenden tot God, de Koning van de koningen en Heer van alle overheden. Laten we voor hen bidden, omdat God wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen. En laten we het geloof en een goed geweten behouden. 18 Er bestaat geen strijd tussen christenen versus overheid, alleen tussen Christus en de duivel, en die vindt vooral plaats in ons hart.
Noten
1 ´De staat haat het christendom,´ door Robert Grözinger, Epoque Magazine nr. 12 (vertaling Oscar Hendriks).
2 ´Mark Rutte bidt iedere avond, maar niet voor de VVD: God moet zich met grotere dingen bezighouden,’ in Trouw, 21 maart 2021.
3 ´Sigrid Kaag: D66 denkt vanuit de barmhartige Samaritaan, maar dan zonder de letter c,’ in Trouw, 27 februari 2021.
4 Robert Grözinger, a.w., p. 36 (vertaling Oscar Hendriks).
5 Let wel: “Een bijzondere school mag van leraren en leerlingen eisen dat ze een bepaalde godsdienst of levensovertuiging hebben.” Maar: “Net als iedereen in Nederland mag een bijzondere school niet discrimineren. Ook mogen bijzondere scholen geen leraren weigeren of ontslaan omdat zij homoseksueel zijn.” https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/vrijheid-van-onderwijs/openbaar-en-bijzonder-onderwijs, geraadpleegd op 3 augustus 2021.
6 Mark Rutte sprak zich als volgt uit: “Mijn doel is Hongarije op dit punt op de knieën te krijgen. Ze moeten zich realiseren dat ze lid zijn van de Europese Unie en zich moeten houden aan de Europese waarden.” Citaat uit EU-leiders trekken fel van leer tegen Hongarije vanwege anti-homowet, NOS.nl, 24 juni 2021.
7 “ Slechts 57 vrouwen hebben een vragenlijst ingevuld en deze vrouwen zijn door de klinieken geselecteerd. Er is geen onderzoek gedaan onder vrouwen die van hun abortusverzoek afzagen. Ook is niet onderzocht waarom vrouwen niet wilden meewerken aan het onderzoek. Vier abortusklinieken wilden zelfs in het geheel niet meewerken aan de evaluatie, een slecht teken.” NPV: Evaluatie abortuswet ondermaats; nader onderzoek nodig, NPV.nl, 26 juni 2020.
8 Johannes 17:21.
9 Romeinen 13:1.
10 Romeinen 13:12.
11 Openbaring 13.
12 Markus 13:28.
13 Openbaring 18:4.
14 Jesaja 8:20.
15 Mattheus 10:16.
16 Bonhoeffer, Navolging, 2020, Uitgeverij Kok, p. 151.
17 1 Timotheus, 2.
18 1 Timotheus, 1:19.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2021
Zicht | 120 Pagina's