“Monarchie rust op een bestendige waardering, op vertrouwen”
In gesprek met historicus dr. Arnout van Cruyningen over de bijdrage van de koning aan het vertrouwen in ons democratisch bestel
Nederland is een constitutionele monarchie. Ons staatshoofd is een nazaat van Willem van Oranje, de vader des vaderlands. Hoe staat het met het vertrouwen in ons koningshuis? Wat is de bijzondere waarde ervan in deze tijden van verdeeldheid en versplintering? Politici doen er goed aan ons vorstenhuis meer op waarde te schatten, zo vindt dr. Arnout van Cruyningen...
Een wezenlijk kenmerk van vertrouwen is dat het zich richt op personen. 1 heeft een monarchie daarmee een ‘ingebakken’ streepje voor op een democratie?
‘Ik ben ervan overtuigd dat een monarch een voordeel heeft. Zo iemand kan zijn hartelijke gevoelens met mensen delen. Een koning of konin-gin maakt riten mee in het leven die iedereen meemaakt. Dat geeft herkenning. Voorspoed zoals een geboorte of een huwelijk, en tegenslag zoals ziekte of overlijden. Dat schept een band met de bevolking doordat heel menselijke emoties hierbij een grote rol spelen.
Een koning staat aan het hoofd van een familie. Hij heeft een gezin. Vanouds is dat de kern van het menselijk samenleven. Mensen kunnen zo met de koning meeleven. Hij is een identificatie-figuur. En dat is heel belangrijk in onze tijd waarin instituties steeds minder doorzichtig worden. In de afgelopen decennia is steeds minder duidelijk geworden hoe wij worden geregeerd. Neem de Europese Unie. Wie maakt daar precies de dienst uit? Hoe komen besluiten tot stand? Voor de gewone Nederlander is dat steeds moeilijker te doorgronden. Mensen willen niet in de eerste plaats efficiënt geregeerd worden, maar met gevoel. In die menselijke behoefte voorziet de monarchie.’
Zit daar ook een keerzijde aan?
‘Ja, het doen en laten van een monarch ligt wel onder een vergrootglas. Hij woont zogezegd in een glazen huis. De grote kracht is tegelijk een zwakte. Omdat je met mensen van doen hebt. De directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst heeft weleens gezegd: “Het is een koninklijke familie, geen heilige familie”.’
Die gedachte spreekt ons protestanten uiteraard aan!
Van Cruyningen lacht. ‘Ja, koning Willem-Alexander heeft recent ook gezegd: “Wij zijn feilbaar.” Nu had de koninklijke familie zeker niet de pretentie van onfeilbaarheid. Als het gaat om het privéleven van de koning is het belangrijk daar een balans in te vinden. Ik denk dat koningin Beatrix daar beter in slaagde dan koning Willem-Alexander tot nu toe. Uiteraard is dit een voorlopige constatering. Beatrix maakte vanaf haar troonsbestijging duidelijk dat ze haar gezinsleven wilde afschermen. Naar populariteit streefde ze niet. Monarchie rust op een bestendige waardering, op vertrouwen. Dat is het sleutelwoord.’
Daarbij leunde beatrix ook op het verleden, haar illustere voorgeslacht, zogezegd.
‘Je kunt spreken van een soort erfcharisma dat van de ene op de andere Oranjevorst overgaat. Er is een erfelijk vertrouwen. Bij een troonswisseling gaat dat haast automatisch van de ene generatie op de andere over. Dat irriteert tegenstanders van een monarchie enorm. Die denken: “Wat gebeurt hier? Wat is hier aan de hand?”
Vaak zijn er twijfels over troonopvolgers. Dat is niets nieuws. Het speelt in alle tijden. Dat was ook met Juliana en Beatrix. Men vond dat Juliana het fantastisch deed en twijfelde eraan of Beatrix eenzelfde hoogte zou bereiken. Bij een troonswisseling vindt tegelijk een overdracht plaats van genegenheid, van gezag en vertrouwen. Het is natuurlijk zaak voor de nieuwe vorst om dat vast te houden.’
Vertrouwen kan de koning niet zelf creëren. Vertrouwen kun je winnen door betrouwbaar te zijn. Kent u hiervan voorbeelden uit de geschiedenis van het oranjehuis?
‘Koning Willem I was het vertrouwen kwijtgeraakt door al te lang vast te houden aan het bezit van België. Zijn tweede huwelijk was ook een belangrijke factor, want hij wilde met een rooms-katholieke vrouw trouwen. Vervolgens kwam daar een grondwetswijziging bij die voor hem onaanvaardbaar was. Waarschijnlijk kon hij zich niet in de nieuwe regels schikken. Zijn stijl was echt autocratisch. Hij regeerde per Koninklijk Besluit, dat was ook nodig in die tijd, direct na de Franse overheersing. Het volk legde zich er heel gewillig bij neer. Gedwee, maar dankbaar. Want het aanzien van koning Willem I was enorm. Dat is pas in zijn laatste regeerjaren terneer gegaan.
In Nederland hebben, als we het regentschap van koningin Emma meerekenen, vanaf 1890 vier vrouwen aan het hoofd van de staat gestaan. Dat is opmerkelijk, ook omdat de Grondwet heel lang een uitgesproken voorkeur had voor een mannelijke troonopvolger. Pas in 1983 is die voorkeur helemaal losgelaten.
Over vertrouwen in de oranjevorsten gesproken, dat is niet altijd stabiel geweest.
‘Vertrouwen komt te voet en keert te paard. Dat hebben we gezien met het debacle van de vakantiereis naar Griekenland. Terwijl iedereen vanwege de coronamaatregelen in eigen land moest blijven, dacht de koning het goed om naar zijn buitenverblijf in Griekenland te gaan. Dat is hem duur komen te staan.
Een andere gebeurtenis uit het verleden is het vertrek van koningin Wilhelmina naar Engeland, kort na de Duitse inval in de meidagen van 1940. Aanvankelijk waren veel Nederlanders daarover diep teleurgesteld. Eerst was er sprake van een heel sterke, emotionele reactie onder de bevolking. Maar na een paar weken drong het besef breder door dat de koningin eigenlijk geen andere keus had. De stemming sloeg om naar waardering en zelfs bewondering. Ze had immers nooit in handen mogen vallen van de Duitsers, die dat zeer bewust van plan waren en daarvoor een speciale operatie met luchtlandingstroepen op touw hadden gezet. Wilhelmina had zich ook nooit kunnen verzoenen met het Duitse gezag. Zij in haar paleis terwijl de nazi’s hier de dienst uitmaakten? Dat had ze nooit aanvaard.’
Vandaag de dag tonen de duitsers veel waardering voor het huis van oranje-nassau.
Zonder meer. De Duitse Bondsrepubliek is tot op zekere hoogte efficiënt, maar spreekt niet tot het hart, tot de verbeelding van de Duitser. Het is allemaal een beetje saai. Bij gebrek aan een eigen koning of keizer gaat de interesse van Duitsers uit naar buitenlandse vorstenhuizen. Dat geeft aan dat het een algemeen menselijke behoefte is om mee te leven met bekende personen. Het gevaar is wel dat er een ‘versoaping’ optreedt. Dat is een kwaal van de laatste decennia waar ik veel bezwaar tegen heb. Van een koning, koningin, prinses of prins wordt een bepaald vertekend beeld geschetst in de media en het blijkt erg lastig om als persoon van die beeldvorming los te komen. Denk aan dramaseries zoals The Crown, waarin feit en fictie worden door elkaar gehaald. Verhaallijnen ontstaan ook in de pers. Als iemand eenmaal is ‘gecast’ als boze schoonmoeder, dan komt ze daar maar moeilijk van af. Alles wat voorvalt rondom jouw persoon wordt in dat frame gezet en als bevestiging gezien van het vooroordeel.
Iemand die tot een koninklijke familie toetreedt, moet er niet op uit zijn om zichzelf te profileren en in het middelpunt te plaatsen. Dat ging mis bij Meghan die met prins Harry trouwde en haar eigen plan wilde trekken, zonder zich te voegen in de tradities van het Britse koningshuis. Het gaat in de eerste plaats om dienstbaarheid. Zelfprofilering vloekt daarmee.’
Is deze dienstbaarheid een katalysator voor het vertrouwen in de koning?
‘Zeker, als Nederlanders vertrouwen wij er natuurlijk op dat de Oranjes dat zo zien en hun taken op zich nemen en naar behoren uitvoeren.’
Nederlanders hechten ook veel belang aan rechtvaardigheid. Hoe brengen de oranjes die waarde tot uitdrukking?
‘Dan denk ik vooral aan de radiotoespraken van Wilhelmina in de oorlog, maar ook later de kersttoespraken van Juliana en Beatrix voor radio en televisie. Verder aan het betonen van meeleven aan mensen die in de verdrukking zijn gekomen. Groeperingen die in de knel zitten en minder vriendelijk bejegend worden door andere groepen in de samenleving. De Oranjes zetten zich ervoor in om iedereen bij elkaar te houden. Ook al zijn we als Nederlanders erg verschillend, we vormen één volk. Kijk eens naar het aantal partijen, het aantal kerken, de religieuze diversiteit en de verschillende etnische achtergronden. Hoe houd je dat bij elkaar? Bij uitstek wordt van de koning verwacht om deze verschillen te overbruggen en mensen met elkaar te verbinden.’
Antimonarchisten zeggen dat erfopvolging irrationeel en ondemocratisch is. Snijdt deze argumentatie hout?
‘Hiervoor wees ik al op de onontwijkbare mense-lijke behoefte aan een identificatiefiguur, een persoon die vertrouwd kan worden en met wie men kan meeleven. Die behoefte negeren, dat is irrationeel. En waarom zou de methode om het hoofd van de staat aan te wijzen per se een verkiezing moeten zijn? Op basis van een eeuwenlange praktijk vind ik erfopvolging het meest geschikt. Is die methode irrationeel? In welk opzicht zijn de alternatieven dan rationeler? Bij verkiezingen gaan allerlei mechanismen aan het werk, zodat de ratio bij kiezers en gekozene veelal ver te zoeken is. Nu is het hoogste ambt bij grondwettelijk besluit vergeven aan één familie, waarbinnen één persoon als eerste in aanmerking komt. Daarmee is de weg afgesneden voor avonturiers, riskante experimenten of bedriegers die gouden bergen beloven. Dat lijkt mij alleen maar verstandig.’
De grondwetgever heeft via koning willem i uiteindelijk ook Willem-Alexander gekozen…
‘Precies! Dat zeg ik ook altijd als mensen met dat argument aankomen. Voor eens en voor altijd hebben we een koning gekozen, door ‘de algemene begeerte des volks’ – zoals Willem I dit placht uit te drukken. De tegenstelling tussen volkssoevereiniteit en vorstensoevereiniteit speelt in Nederland eigenlijk niet. Dat heeft te maken met de uitzonderlijke ontstaansgeschiedenis van ons land, van onze staat en ons koninklijk huis. Het Oranjehuis is voor-grondwettelijk, het was er vóór 1814 al.
Behalve privileges heeft een koninklijke familie ook verplichtingen. Is er voldoende oog voor deze balans, zowel bij vorst als volk?
‘In de discussie over de verloving van toen nog prins Willem-Alexander met Maximá werd wel opgemerkt dat je iemand toch niet kunt tegenhouden als hij de liefde van z’n hart gevonden heeft. Dat vond ik eenzijdig. Als lid van een koninklijke familie heb je privileges, maar daar tegenover staan beperkingen. Onder andere bij het aangaan van een huwelijk heb je daarmee te maken. Als je daar geen rekening mee wilt houden en je wilt je eigen lijn volgen, zoals Willem-Alexander toen ook aangaf in een interview, ga je uit balans. Dat is tegengesteld aan wat zijn moeder zei bij haar verloving met jonkheer Claus van Amsberg: ‘Als de bezwaren tegen een huwelijk met hem blijven bestaan, dan laat ik de plicht voorgaan op het persoonlijke geluk.’ Koningin Juliana had ook die houding. Op beslissende momenten wist zij haar persoonlijke belangen ondergeschikt te maken aan vorstelijke verplichtingen.’
Tegenover de privileges en de maatschappelijke positie van het lidmaatschap van het koninklijk huis staan dus opofferingen.
‘Ja, en die balans moet wel in het zicht blijven. Daarom is het onderbrengen van berichtgeving over de koninklijke familie in de rubriek ‘show en lifestyle’ zo misplaatst. Een koning moet niet losgezongen raken van zijn staatsrechtelijke positie. En politici moeten serieus invulling geven aan de ministeriële verantwoordelijkheid. Die is toch echt bedoeld om de koning buiten het politieke debat te houden. Het ingenieuze systeem dat in de negentiende eeuw is ontwikkeld om democratie en monarchie met elkaar te verzoenen 2 is kwetsbaar en blijft alleen in stand als iedereen de balans in de gaten houdt. En zich ernaar gedraagt. Ik zou graag zien dat minister-president Rutte hier wat minder nonchalant mee omgaat.’
Een ander stokpaardje van politici: de kosten van het koninklijk huis.
‘In de Rijksbegroting heeft men alle kosten bij elkaar gevoegd, inclusief die voor staatsbezoeken, beveiliging enzovoorts. Tja, dan kom je op een fors bedrag uit. Hoewel: op het geheel van de Rijksbegroting blijft het een gering aandeel. Het gevaar is wel dat de mening breed postvat dat we een adellijke familie die al rijk is aan het subsidiëren zijn in plaats van een betekenisvolle staatsinstelling in stand houden. Dit beeld wordt naar mijn smaak teveel gecultiveerd in de media doordat allerlei regelingen worden gepresenteerd als exorbitant of onoirbaar.’
U schreef een boek over alle nederlandse vorstinnen: van hortense tot amalia. Wie was hortense?
‘Zij was de vrouw van koning Lodewijk Napoleon en is vrij onbekend gebleven. Ze verbleef meestal niet in Nederland. Haar man had echter een heel traditionele opvatting van het koningschap. Lodewijk Napoleon had een slechte gezondheid en kon niet goed tegen het Nederlandse klimaat. Zijn broer keizer Napoleon bood hem aan om koning van Spanje te worden. Dat was niet alleen een warmer, maar ook een veel groter land. Dus hij zou er als koning veel meer eer inleggen. Dan zegt Lodewijk Napoleon tegen zijn broer: ‘Hoe zou ik daar de mensen ooit vertrouwen kunnen vragen als ik de eed die ik dít volk heb gezworen niet gestand zou doen?’ Prachtig toch?! Het tekent hem als een van de weinige Bonapartes met een diepgaand godsdienstig besef.’
Later zie je bij de Oranjes dat koningin Emma zich vaak bezwaard voelt als ze met de jonge Wilhelmina ter kerke gaat. De speciale koningsbank vond ze overdadig. Maar nog meer dat de gemeente ging staan en haar en haar dochter toezongen. ‘Ik kom hier als kerkganger en ben een gemeentelid als ieder ander. Uit die houding spreekt de gedachte dat we voor God allemaal gelijk zijn. Tegelijk is er bij Emma en Wilhelmina een levend besef van de bijzondere grote verantwoordelijkheid die je als koningin draagt en waarover je bij God rekenschap moet geven.’
De meeste nederlandse koninginnen uit de negentiende eeuw zijn slechts bekend van portretten.
‘De rol van de vrouw was in de vorige eeuw veel beperkter, met name bij publieke taken. De politiek en het landsbestuur werden toen algemeen beschouwd als een mannenzaak. De echtgenote van de koning ging dan ook niet mee op Prinsjesdag naar de jaarlijkse opening van de Staten-Generaal. Zoiets is vandaag onvoorstelbaar. Bij de Bonapartes was geen vrouwelijke opvolging mogelijk. Bij de Oranjes was die mogelijkheid er wel, ook al bij de erfstadhouders. Juist de tegenstanders van het stadhouderschap vonden een vrouw aan het hoofd van het leger een bespottelijke gedachte. Zo vooruitstrevend waren die patriotten nou ook weer niet.’
Vanaf emma kennen we de oranjekoninginnen wel. Zij hebben het hoogste staatsambt minstens zo goed vervuld als de drie willems vóór hen.
‘Het mooie is dat de regerende Oranjevorstinnen op een heel goede manier invulling hebben gegeven aan het koningschap. Wilhelmina was bijvoorbeeld een echte ‘soldatenkoningin’ die ook op militair terrein haar inbreng had. Zij stond haar mannetje, dat heeft Churchill terecht opgemerkt.’
Waarom schreef u dit boek?
‘De directe aanleiding voor mijn boek is dat prinses Catharina-Amalia eind dit jaar de leeftijd van 18 jaar bereikt. Dat is een mijlpaal. Zij krijgt dan zitting in de Raad van State en ze gaat vanaf volgend jaar de opening van de Staten-Generaal bijwonen. Het leek mij aardig om na te gaan hoe dit bijzondere moment in vroeger tijden werd gemarkeerd.
Daarnaast zal Amalia te zijner tijd de tiende vorstin zijn van ons land, als we Hortense en de niet-regerende vorstinnen meetellen. In mijn boek licht ik toe wat er zoal van vorstinnen vroeger werd verwacht en wat de verschillen zijn met de gang van zaken vandaag de dag. Daarnaast geef ik een karakterschets van iedere vorstin. Vooral de gemalinnen uit de negentiende eeuw zijn er in de geschiedschrijving bekaaid vanaf gekomen. Binnen de paleismuren hebben zij zeker een rol van betekenis vervuld. Ook bij de opvoeding van de troonopvolgers kun je hun invloed bepaald niet uitvlakken.’
Hoe ziet u de toekomst van de monarchie in ons land? Er is momenteel sprake van een tanend vertrouwen in regering en politiek.
‘We zullen ons diepgaand moeten bezinnen op de vraag hoe we het bestaande bestel zo goed mogelijk kunnen laten functioneren. Ik geloof dat een gemengde staatsvorm met democratische en monarchale elementen het beste is. De verschillende elementen van ons staatkundig stelsel houden elkaar in evenwicht en controleren elkaar. Daarom vraag ik mij sterk af of zeer ingrijpende maatregelen nodig zijn om het huidige bestel te verbeteren. Wanneer ieder zich meer bewust zou zijn van zijn of haar verantwoordelijkheden en daar serieus invulling aan geeft, is er al veel gewonnen. Je plicht doen, er zijn voor de mensen, dat is eigenlijk mijn belangrijkste advies, zowel aan de koning en de koningin als aan het kabinet. Wanneer mensen het gevoel krijgen dat het koningspaar zijn vertier toch vooral elders zoekt, bijvoorbeeld als compensatie voor de verplichtingen, ondergraaft dat het vertrouwen. Het is zaak om de beeldvorming op dit punt recht te trekken door de accenten anders te zetten en sommige dingen net wat anders te doen.’
Hoe kunnen we de bijzondere positie van de koning beter markeren?
‘Mij heeft het zeer verbaasd dat er sinds de troonsbestijging van Willem-Alexander ongelooflijk gehannest is met de militaire positie van de koning. Waarom wil men de koning zo min mogelijk in militair uniform laten verschijnen, zelfs bij de kranslegging op 4 mei op de Dam in Amsterdam? Een monarch heeft attributen nodig om zijn uitzonderlijke status te onderstrepen. Daar horen fraaie militaire uniformen en onderscheidingen natuurlijk bij. De koning hoort er boven uit te steken.’
Over ceremonieel koningschap gesproken, dat is volgens u niet de oplossingsrichting?
‘Nee. Ik ben voorstander van een stevige staatsrechtelijke positie van de koning en vind het trouwens hoogst opmerkelijk dat voorstanders van een ‘ceremonieel koningschap’ zo laatdunkend doen over attributen die de koninklijke allure onderstrepen. Bijzonder inconsistent. Rituelen zijn belangrijk. Pragmatisch gezien zijn die nodig om een staat draaiende te houden. Als je alles rationeel wilt verklaren en doorzien, blijft er heel weinig over om ontzag voor te hebben en in vertrouwen tegen op te kijken.’
1 A.J. de Sopper, Vertrouwen (Haarlem, 1926), p. 81.
2 Samengevat in de formulering: ‘De koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk.’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2021
Zicht | 120 Pagina's