‘Progressief Nederland probeert discussie te depolitiseren’
Gesprek met dr. Jaron Harambam, docent wetenschapssociologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam 1
Jaron Harambam was er vroeg bij. Al in 2017 promoveerde hij op het thema complottheorieën. En recent heeft hij er samen met Marije Kuiper en Roel Vaessen een boek over uitgegeven: The truth is out there. 2
Een boek met een opvallende opzet: achttien complotdenkers worden volgens een vast stramien geïntroduceerd. Elk hoofdstuk begint met het ‘officiële verhaal’ over een bepaald thema, bijvoorbeeld de omstreden uitrol van het 5G-netwerk. Daarna volgt een persoonlijke kennismaking aan de hand van een levensinterview met een complotdenker die expert is op dat thema. In het derde onderdeel krijgt deze persoon de gelegenheid om de eigen zienswijze te presenteren en uitgebreid te beargumenteren. De makers van het boek onthouden zich daarbij van iedere beoordeling van de gepresenteerde complottheorieën. Daarbij doet de lezer de verrassende ervaring op, althans zo verging het mij, dat complottheorieën vaak veel minder dom overkomen dan ze in de publieke opinie worden afgeschilderd.
Aan het begin van het gesprek vertelt Harambam waarom hij geïnteresseerd is geraakt in complottheorieën.
‘Als teenager (eind jaren ’90) was ik liefhebber van de tv-serie The X-files. Een serie over geheime overheidsoperaties, waarbij het spanningsveld centraal staat tussen wetenschappelijke verklaringen enerzijds en het bovennatuurlijke en mystieke anderzijds. Ik werd gefascineerd door die serie. Daar komt de titel The truth is out there ook vandaan. Later zag ik steeds meer parallellen met actuele zaken waarbij mensen op verschillende manieren grip proberen te krijgen op de complexiteit van de moderne wereld. Dat kreeg een extra impuls toen ik gedurende de kredietcrisis geïnteresseerd raakte in de complexiteit van het financiële systeem waarbij financieel deskundigen het systeem zelf niet meer leken te begrijpen. Het standaardverhaal over de financiële wereld dat ik in de media hoorde deed geen enkel recht aan deze complexiteit, en dat ging mij steeds meer fascineren. In die tijd was er ook een YouTube-documentaire, Zeitgeist, waarin allerlei complottheorieën de revue passeerden en nader onderzocht werden, onder andere ook rond het financiële systeem. In die documentaire werd de instabiliteit van het financiële systeem veel beter verklaard dan in gangbare kringen. Dat fascineerde mij eveneens, hoe kan dat? Rond die serie vormde zich ook een wereldwijde community: de Zeitgeistbeweging (www.zeitgeist-beweging.nl), een heel diverse groep van antikapitalistische en voor duurzaamheid strijdende geesten. Zo ook in Amsterdam, waar ik een kijkje ging nemen, en verbaasd was over de diversiteit van deze mensen: veel breder dan het stereotype van de complotdenker toelaat. Daar wilde ik onderzoek naar doen! Het interessante aan het fenomeen complottheorie vind ik dat het een heleboel dimensies bij elkaar brengt: het gaat over politiek, over wetenschap, over populaire cultuur en sciencefiction, maar ook over religie en spiritualiteit, over technologie en internet. Een mooi en complex onderwerp om op te promoveren.’
Zie jij jezelf als iemand die vatbaar is voor complottheorieën?
‘Dat is een vraag die ik vaak krijg van journalisten. Nee, zo zou ik het niet willen zeggen. Ik ben vooral benieuwd naar het achterliggende verhaal. Wat beweegt mensen om zich zo omstandig met een bepaald thema bezig te houden en zich uitgebreid in de achtergronden daarvan te verdiepen? Want dat moet ik wel vaststellen: de mensen die wij in ons boek introduceren zijn geen mensen die zomaar iets beweren. De meesten hebben zich behoorlijk verdiept in de materie waarin zij geïnteresseerd zijn. Zij lezen alles wat zij erover kunnen vinden, soms zelfs op het obsessieve af. Ze beweren in ieder geval niet zomaar wat. Maar door je te verdiepen in complottheorieën stuit je wel vaak op vreemde vormen van belangenverstrengeling en corruptie. Neem bijvoorbeeld de organisaties die moeten toezien op de veiligheid en effectiviteit van medicijnen, zoals de FDA in de VS en EMA in Europa. Door complottheorieën kwam ik erachter dat veel directeuren van dit soort organen daar via een soort draaideurconstructie naar binnen kwamen, nadat ze eerder lange tijd directeur geweest waren in die medicijnenindustrie, een vreemde carrousel van belangenverstrengeling. Wat ik niet geloof is dat er een elite zou bestaan die alle touwtjes in handen heeft, maar wat je wel ziet, is dat er allerlei elites zijn die elkaar de bal toespelen. Geen complot, maar wel allerlei verstrengelingen. Daardoor zie je een vorm van path dependency ontstaan, niet zozeer een complot, maar wel een richting, die moeilijk te veranderen is.’
Waarom onthouden jullie je in jullie boek van ieder commentaar over de behandelde complottheorieën?
‘Omdat wij dat niet onze rol vonden. Onze bedoeling is vooral: begrijpen. Wij willen weten wat de betrokken mensen bezighoudt: waarom verdiepen zij zich zo diepgaand en met zo veel energie in een bepaald thema? Waarom wantrouwen zij het ‘officiële verhaal’ daarover zozeer? En wat zit er achter het alternatieve verhaal dat zij vertellen? Wij beogen niet om waarheid tegenover leugen te zetten, al hebben wij alle deelnemers wel gevraagd hun verhaal te onderbouwen met bronnen. Zo trekken wij de lezer hun belevingswereld in, waardoor je hen beter kunt begrijpen. Je krijgt in de media heel gemakkelijk een eendimensionaal beeld van ‘wappies’ of complotdenkers. De bedoeling van het boek was te laten zien dat er achter die complottheorieën ook een soort rationaliteit schuilgaat.’
Wat heb je vanuit je studie naar complottheorieën geleerd over de huidige coronacrisis?
‘Vanaf het begin heeft het mij verbaasd dat er in de bestrijding van de pandemie eigenlijk geen ruimte voor twijfel rond het beleid geboden werd. Alles is meteen dichtgetimmerd om ervoor te zorgen dat mensen achter het beleid zouden gaan staan. Twijfel zou het beleid in gevaar brengen. Uiteindelijk heeft dit denk ik alleen maar contraproductief gewerkt, want zo ondergraaf je het lerend vermogen, maar ook creëer je afstand en wantrouwen. De centrale boodschap van vaccinatie als de enige ‘way out’ blijkt ineens veel minder goed te werken, nu ook gevaccineerden nog steeds vatbaar blijken voor besmetting en er geen silver buffet is om uit de crisis te komen. Er is op een gegeven moment een bestuurslogica ontstaan over hoe we de crisis moesten aanpakken die weinig ruimte liet voor twijfel, voor alternatieven, voor aanvullende vragen en voor erkenning van de enorme complexiteit van de problematiek. Wat mij betreft was eigenlijk al vanaf het begin duidelijk dat bijvoorbeeld een lockdown alleen maar een strategie is om tijd te kopen. In het begin was dat nodig, misschien zelfs nog wel strenger, maar later werd het een veel te starre en eendimensionale aanpak. De discussie had verbreed moeten worden naar meer diversiteit in aanpak, naar ethische vragen over leven en dood en over solidariteit tussen generaties. Daarin hadden tegengeluiden ook veel meer ruimte moeten krijgen om te voorkomen dat het overheidsbeleid in een tunnelvisie zou belanden. Eigenlijk is voortdurend geprobeerd de enorme complexiteit waar we in zitten te reduceren tot een versimpeld verhaal dat in veel opzichten niet klopte. Dat wekt veel wantrouwen.’
Je kunt je wel de vraag stellen in hoeverre het bij de aanpak van een crisis hoort, dat je je geen brede maatschappelijke discussie kunt veroorloven?
‘Alleen in de acute fase, maar er kwamen al snel rustmomenten in de pandemie. Daarnaast denk ik dat het altijd mogelijk is onderscheid te maken tussen uitvoerende organen die eenduidig moeten handelen en een zelfkritisch orgaan daarnaast en onafhankelijk daarvan, waar wel al die vragen over twijfels en complexiteit gesteld kunnen worden.’
Je hebt verteld waarom je je van een oordeel onthoudt over de door jullie in jullie recente boek behandelde complottheorieën. Zou je omgekeerd niet ook zo te werk moeten gaan met het ‘officiële verhaal’: niet beoordelen of instemmen, maar proberen te begrijpen?
‘Dat zou inderdaad een grote stap voorwaarts zijn. Al was het alleen maar om te laten zien dat de mensen die achter het officiële verhaal staan, ook in een bepaald verhaal zijn gaan geloven. Ons hele spreken over weten en geloven is eenzijdig. We vra-gen mensen waarom zij geloof hechten aan complottheorieën, maar ook in het officiële verhaal, waaraan een heel wereldbeeld vastzit, moet je geloven.
Dat is ook de reden waarom het op een gegeven moment zo moeilijk wordt dat officiële verhaal los te laten of er kritiek op toe te laten. In beide gevallen wordt er een veel te nauw cognitief perspectief op nagehouden, waarbij alleen maar naar de waarheid van het verhaal gevraagd wordt in plaats van naar het achterliggende wereldbeeld. Kijk je verder, dan kun je zien dat het allemaal verhalen zijn die orde in de wereld scheppen. Dat geldt voor complottheorieën evenzeer als voor het officiële, niet-godsdienstige, wetenschappelijke wereldbeeld. Zo proberen we grip op de wereld te krijgen.
Als je dit naar de politieke discussie vertaalt, moet je volgens mij een eerlijker confrontatie willen tussen diverse wereldbeelden dan alleen maar de botsing tussen de ‘neutrale’ waarheid van de wetenschap, versus de ‘onware’ verhalen van complottheorieën of religie.
De rol van de wetenschap in de politiek is een complexe. Als de wetenschap wordt gebruikt als een legitimatiestrategie om politieke doeleinden te realiseren, dan is dat problematisch. De wetenschap kan niet zeggen wat wij moeten doen, dat is een (politieke) waardenafweging. De wetenschap kan wel inzicht geven in de mogelijke gevolgen van bepaalde keuzes, het uitvoeren van berekeningen en het schetsen van mogelijke scenario’s.’
Heb jij een oplossing voor deze eenzijdige oriëntatie op de wetenschap als het officiële verhaal?
‘Het begint er volgens mij mee dat we het wetenschappelijke wereldbeeld weer gaan zien als een wereldbeeld en niet als een objectieve waarheid over hoe de wereld in elkaar steekt, waardoor andere perspectieven op de wereld worden uitgesloten. Dan kan het politieke debat weer erkend worden als een strijd tussen verschillende wereldbeelden of waardensystemen. Die waardendiscussie over hoe wij willen (samen)leven verdwijnt naar de achtergrond door steeds naar de wetenschap te verwijzen en te zeggen: ‘we hebben geen keuze; we moeten de horeca, de theaters of de winkels wel sluiten’. Dan doe je of er geen waardendiscussie speelt, maar ook dat is een keuze die op basis van waarden gemaakt wordt, zonder dat we het erover hebben. Er wordt voortdurend gesuggereerd dat er maar één weg is, die ons door de wetenschap gewezen wordt. Dat is een enorme depolitiseringsstrategie: we mogen er eigenlijk geen discussie over hebben. Wie die discussie wel wil aangaan, is asociaal. Wat mij verbaasd heeft, is dat met name links zich volledig aan deze depolitiseringsstrategie heeft uitgeleverd, terwijl de ChristenUnie, SGP en populistisch rechts de enige waren die hier niet in mee gingen.’ 3
Waar komt die angst voor de politiek als een strijdtoneel van waarden volgens jou vandaan?
‘Sinds de jaren negentig is het idee ontstaan dat we een waardevrije en pragmatische politiek moeten hebben. De ideologische veren zijn afgeschud nadat de historische overwinning van het neoliberale kapitalistische systeem gevierd werd. Hierdoor werden ideologische conflicten als onhandig en verstorend beschouwd: pragmatiek en efficiëntie stonden centraal. Maar dat is niet de kern van politiek.
In de politiek moet het gaan om vragen als: welke waarden zijn voor ons belangrijk? Waar we het in de politiek snel hebben over de middelen en maatregelen, zou de discussie vooral over de achterliggende ideeën over het goede (samen)leven moeten gaan. Dus is het in mijn ogen fout als links in het debat over de zorg meteen zegt dat er niet op bezuinigd mag worden, terwijl de discussie zou moeten gaan over vragen als: hoe gaan we om met de vergrijzing, met het feit dat mensen sterfelijk zijn, met de steeds opnieuw gecreëerde zorgvraag door de farmaceutische industrie. We kunnen mensenlevens niet blijven verlengen tot in het oneindige. Over dergelijke vragen gaat de discussie eigenlijk nooit. We hebben onvoldoende burgerschapstraining, waardoor we niet om leren gaan met politieke verschillen. Díe verschillen zijn namelijk okay, en je kunt in een democratie leren hoe je die verschillen vreedzaam onderling kunt oplossen.’
Noten
1 Dit interview is overgenomen met vriendelijke toestemming van auteur, geïnterviewde en de redactie van Groen, uitgave van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie. Zie: Groen, Jaargang 6 nr 1, maart 2022, p. 34-39. De Zicht-redactie dankt de Groen-redactie zeer hartelijk voor dit genereuze gebaar!
2 Het boek The thruth is out there werd besproken in Zicht 2021 nr 3, p. 68-75.
3 Op deze plaats stelde Jan Hoogland een vraag over de Christen- Unie. Deze vraag is hier door Jan Schippers in goed overleg met de auteur vervangen door een vraag over de opstelling van de SGP, die door de geïnterviewde per email werd beantwoord. De passage in het kader op pag. 51 staat dus niet in het interview zoals dat in het tijdschrift Groen staat afgedrukt.
Curriculum vitae
Dr. Jaron Harambam is Assistant Professor Participatory AI aan het Athena Instituut (Wetenschap en Samenleving) van de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij is interdisciplinair socioloog en doet onderzoek naar complottheorieën, nieuws- en sociale media, en AI (content moderation, search/recommender systems). Hij promoveerde in 2017 cum laude op een etnografisch onderzoek in de wereld van Nederlandse complotdenkers, dat in 2020 in herziene versie is uitgekomen bij Routledge. Hij is voorzitter van het Nederlands-Vlaamse Open-Access Tijdschrift Sociologie, en maakt deel uit van COST COMPACT, het Europese netwerk van wetenschappers op het gebied van complottheorieën.
Waarin heeft de SGP zich volgens jouw waarneming onderscheiden in het coronadebat? 3
‘Dan denk ik vooral aan de heldere stellingname van de SGP in de vaccinatiediscussie. Wat mij bijzonder opviel is dat Kees van der Staaij zich hard maakte voor het tegengaan van een vaccinatiepaspoort en de daaruit voortvloeiende tweedeling in de maatschappij tussen gevaccineerden en ongevaccineerden.
Ook bracht de SGP-fractie serieuze juridische bezwaren in tegen de eerste versie van de voorgestelde coronawet, overigens zonder de gezondheidsrisico’s van COVID-19 weg te wimpelen. Dat tegengeluid hing duidelijk samen met de godsdienstige uitgangspunten van de partij en de waarden die zij voorstaat.’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 2022
Zicht | 128 Pagina's