‘Echte liberaal koestert alle minderheden’
Interview met mr. René de Groot
Advocaat mr. I.P. (René) de Groot had dit voorjaar een bijzondere zaak. Hij verdedigde de Krimpense predikant A. Kort. Tegen hem was een zaak aangespannen naar aanleiding van een brief met een indringende oproep aan het gemeentebestuur.
Wat vormde voor u de trigger in de zaak van dominee Kort?
Dat was de uitzending van het programma BOOS van BNN Vara, waarin de presentator Tim Hofman samen met homoactivist Leon Houtzager ‘op jacht ging’ naar de dominee. Verschrikkelijk. Op agressieve wijze, met draaiende camera op schrille toon à la minute ‘een gesprek’ afdwingen, is niet alleen een vorm van slechte journalistiek, maar werkt ook polariserend en contraproductief. Dat moet dan zogenaamd ‘leuk’ zijn voor de kijkers thuis, maar je bereikt er inhoudelijk natuurlijk helemaal niets mee.
Begin alsjeblieft eerst eens met uit te zoeken of je überhaupt wel reden hébt om boos te zijn. Pak je werk als programmamaker eens wat degelijker aan, zou ik zeggen. Ik stoorde mij daar ontzettend aan.
Dominee Kort lijkt mij geen onbenaderbaar persoon. Hij is tenslotte een pastor.
Mijn ervaring is heel positief. Ik weet nog goed dat ik er een beetje tegen op zag, het eerste gesprek met hem. Onze leefwerelden verschillen nogal, zal ik maar zeggen. Maar binnen de kortste keren was het ijs gebroken en hebben we eerst een uur over van alles en nog wat gesproken. Tot we op een gegeven moment constateerden dat we nog helemaal niet de juridische zaak hadden besproken. We hebben toen eerst maar eens de Bijbel en het Wetboek van Strafrecht naast elkaar op tafel gelegd. Hoe gaan we die geschriften combineren? Dat was de grote uitdaging.
Die betreft de sprong van Bijbelse taal naar juridische taal?
Dat niet alleen. Het was lastig om de casus in een bredere maatschappelijke context te plaatsen en vandaaruit de diepte in te gaan. Het maken van die gedachtesprong was voor mij een hele toer. Als advocaat ben je gewend om zaken volgens een bepaald patroon aan te pakken. Je ontleedt het al dan niet vermeende delict in bestanddelen, bij alle stukjes ga je na of er bewijs voor is, enzovoorts. Maar bij deze kwestie moest ik helemaal aan de andere kant beginnen. Eerst wat afstand nemen en nadenken over de vraag: waar gaat deze zaak echt over? Wat is de essentie ervan? Om de diepste laag van deze zaak te vinden, was er heel wat denkkracht en nachtwerk nodig. Toen we de kern van de kwestie eenmaal geformuleerd hadden, hebben mijn collega en ik een paar lange werkdagen gemaakt om van vergelijkbare zaken de jurisprudentie erbij te zoeken en onze zienswijze voor het Gerechtshof op te stellen.
Was u de enige die zich in een ander taalveld moest begeven?
Nee, zeker niet. Ook bij rechters en de Advocaat-Generaal (dat is de Officier van Justitie bij het gerechtshof) speelde dat een rol. Het was duidelijk dat de Advocaat-Generaal veel sympathie voor de homoactivisten had; Houtzager kreeg zelf een complimentje van hem. We moesten dus van ver komen om het beeld te laten kantelen. En daarvoor waren niet alleen gedegen juridische argumenten, maar ook en vooral uitleg nodig over de tekst en de bedoeling van de dominee. Er moest dus een forse brug worden geslagen tussen het taalveld van de dominee en het taalveld van de juristen.
Bij veel mensen buiten de SGP-kring steekt de brief van dominee Kort aan het gemeentebestuur als een graat in de keel.
De seculiere en de gereformeerde wereld liggen zover uit elkaar dat ze elkaar totaal niet begrijpen. Neem bijvoorbeeld het onderscheid tussen zonde en zondaar. Een christen wijst niet de zondaar af, maar keurt het zondig gedrag af. De homoseksueel is welkom in de kerk, het praktiseren van homoseksueel gedrag is echter in strijd met de Bijbelse moraal, zullen christenen zeggen. In de discussie merk ik dat veel seculiere mensen dit wezenlijke onderscheid totaal ontgaat.
Veel reacties waren erg fel. Blijkbaar heeft dominee Kort een gevoelige snaar geraakt.
De visie die dominee Kort onder woorden brengt, zien velen in onze samenleving als een achterhaalde of achterlijke opvatting. En voor die ‘afwijking’ bestaat in de Nederlandse maatschappij in toenemende mate steeds minder begrip en tolerantie.
Toch spreekt dominee Kort zich uit. Heeft hij u uitgelegd waarom hij dat deed?
Jazeker. Het is voor mij duidelijk dat het tot de essentie van het christelijk geloof behoort dat christenen zich uitspreken over openlijke zonde. Hierover zwijgen, of ervan wegkijken, betekent dat zij zelf mede schuldig worden aan de zonde die anderen bedrijven. Je mond houden is dus geen optie. In juridische taal: je wordt medeplichtig als je zwijgt.
Begrijpen anderen die motivatie?
Nee. In de seculiere samenleving wordt het homostandpunt van de gereformeerde kerk middeleeuws genoemd. Als je die christelijke boodschap toch uitdraagt, kunnen hoon en spot je ten deel vallen. Wil je als kerk contact houden met deze samenleving, zal je dus veel moeten uitleggen.
Maar ook als je zorgvuldig bent en het goed uitlegt, roept het weerstand en protest op. Het lijkt erop dat je er goed aan doet helemaal niets controversieels te zeggen.
We zijn nu op het punt aangekomen, waarop de seculiere wereld zelf eens in de spiegel moet kijken. Als je stelt dat je liberaal en tolerant bent, kun je niet de ene minderheids groep (de lhbti’ers) op het schild heffen en de ander (de ‘streng’ gereformeerden) het zwijgen opleggen. Ieder mag zijn opvatting vrijelijk uitdragen. Niet alleen de meerderheid. Het grondrecht van vrijheid van gods- dienst mag nooit in het geding komen. En dat hoeft ook niet, omdat met enig begrip voor elkaars standpunt, het recht van vrijheid van godsdienst vredig kan bestaan naast het recht van vrijheid van meningsuiting en het verbod op discriminatie. Die grondrechten hoeven elkaar niet te bijten.
Bij dit soort kwesties speelt ook mee dat wat christenen zeggen niet altijd goed begrepen wordt. En verkeerd uitgelegd.
In deze zaak is dat overduidelijk aan de orde. Dominee Kort heeft aan het gemeentebestuur geschreven dat ‘de roepende zonden die tegen de scheppingsorde indruisen uitgebannen’ moeten worden. Zijn daarmee de lhbti’ers nu wel of niet gediscrimineerd? Om de Babylonische spraakverwarring die hiermee in het leven was geroepen de kop in te drukken, was – ook in de rechtszaak – veel uitleg nodig.
Eerst als duidelijk is wat met die begrippen wordt bedoeld, kun je toekomen aan de juridische toetsing om vast te stellen of de do- minee zich nu wel of niet aan een strafbaar criminatie) heeft schuldig gemaakt. Om die feit (groepsbelediging, aanzetten tot dis vraag te beantwoorden heeft de Hoge Raad een drie-stappen-plan ontwikkeld. Bij de eerste stap stel je de vraag of de uitspraken dan volgt de tweede stap: valt de uitspraak op zichzelf genomen beledigend zijn. Zo ja, binnen de vrijheid van godsdienst? Daarna volgt nog een derde stap: is de uitspraak onnodig beledigend? Aan de hand van deze drie vragen bepaalt de rechter of er sprake is van een strafbare uiting.
Volgens mr. Spong, de advocaat van de tegenpartij, had dominee Kort de vreselijkste dingen over lhbti’ers geschreven.
Mr. Spong en de klagers Kalkman en Houtzager gaven een zeer ruime uitleg aan de woorden van ds. Kort. Zo beweerden zij dat in zijn brief het gemeentebestuur werd opgeroepen om alle homo’s over de gemeentegrens te zetten. Ook had de dominee gesuggereerd dat mensen met een homoseksuele oriëntatie uit de gemeenschap gestoten moeten worden omdat ze het coronavirus hebben veroorzaakt. De brief zou mensen ertoe aanzetten om homo’s te gaan haten, hen geweld aan te doen of zelfs om het leven te brengen. Allemaal valse verwijten die in de pers en sociale media extra in de verf werden gezet, voorzien van allerlei onsmakelijke associaties.
Hoe hebt u de verdediging opgepakt?
Na onderzoek naar de uitleg van de begrippen ‘roepende zonde’, ‘scheppingsorde’ en ‘uitbannen’ heb ik de uitlatingen van de dominee op een droge en afstandelijke manier gelegd langs de abstracte criteria van de Hoge Raad. De uiteindelijke conclusie die daaruit getrokken kon worden, was dat de dominee niemand heeft gediscrimineerd, dat zijn uitlatingen vielen binnen de grenzen van zijn recht van vrijheid van godsdienst en niet onnodig discriminerend waren. Alle emotionele tegenwind die de klagers produceerden, heb ik verder genegeerd.
Die misverstanden en misinterpretaties, heeft u daar een verklaring voor?
Door ontzuiling en ontkerkelijking is een steeds groter wordend seculier speelveld ontstaan, waarin de lhbti-gemeenschap zich nadrukkelijker heeft kunnen manifesteren en de daarmee samenhangende ‘woke-cultuur’ heeft kunnen groeien. Hierdoor dreigt de klassieke, traditionele gereformeerde gemeente steeds meer naar de rand van de maatschappij gedreven te worden en kan het onbegrip over elkaars opvattingen welig groeien. De allergie voor christelijke geloofsopvattingen wordt groter. De gevoeligheid neemt toe. Empathie en begrip nemen af.
Hoe nu verder?
De kerk en het christelijk geloof vormen de wortels van de Nederlandse cultuur en zijn dus onlosmakelijk met elkaar verboden. De grondslagen van onze samenleving en rechtsorde berusten op joods-christelijke waarden. Die feiten kun je niet ontkennen. De meeste mensen zullen dat ook wel onderkennen, maar feit is ook dat er in toenemende mate de intolerantie van de maatschappij tegen orthodoxe, reformatorische christenen toeneemt. Zolang zij als ‘vreemde snoeshanen’ worden gezien, is het misschien nog niet zo’n punt, maar op het moment dat activistische lhbti’ers rechtszaken tegen christenen gaan beginnen, alleen maar omdat zij hun geloof verkondigen op een wijze die hun onwelgevallig is, is de grens toch wel bereikt.
Activistische lhbti’ers, licht u dat eens toe?
Gaandeweg is mij duidelijk geworden dat het merendeel van de lhbti’ers geen stampij wil maken over de uitlatingen die de dominee in zijn brief deed. Ze zijn het zeker niet met hem eens, maar bij een deel van hen leeft niet de idee dat orthodoxe christenen een levensbedreigend gevaar voor hen vormen. Een ander deel constateert dat de dominee een andere opvatting heeft en haalt de schouders erover op. Zo zijn er allerlei varianten en nuances onder lhbti’ers. Slechts een klein deel zegt: we gaan die christenen aanpakken.
Een lhbti’er uit Amsterdam vertelde mij ooit dat hij genoeg had van de kunstjes die D66 of GroenLinks opvoeren in de Amsterdamse gemeenteraad. Hij vond dat ze daarmee moesten ophouden, want iedere keer als ze dat deden, kreeg hij klappen van Marokkaanse jongeren als hij op straat liep met z’n vriend. Op Urk zou hij wellicht veiliger kunnen wonen.
Dat doet me denken aan mijn ervaring toen ik voor het eerst de oud gereformeerde kerk binnenkwam. Ik kreeg het gevoel dat iedereen naar mij zat te kijken omdat ik geen zwart pak droeg. En toevallig ging het in de preek over de vraag: ‘Waar zit de duivel?’ Het antwoord dat de dominee op die vraag gaf, was: ‘Hij zit in ons midden.’ Nou, ik kreeg me daar toch een rood hoofd. Ik dacht: ‘Nu word ik vast gelyncht’. Maar niets van dat alles gebeurde, want ik zat daar tussen allemaal vriendelijke mensen.
De meeste Nederlanders hebben geen flauwe notie van wat er in een kerk gebeurt. Ze zien het als een geheim genootschap van mensen die elke zondag in een kerkgebouw bij elkaar gaan zitten. Maar als je daar nooit binnenkomt, kan de fantasie zomaar met je op de loop gaan. Mijn advies aan seculiere Nederlanders is: ga eens binnen kijken, bezoek eens een kerkdienst en knoop eens een gesprek aan met kerkmensen.
Dominee Kort kan de zaken soms erg direct benoemen. Daar staat hij om bekend.
Ja, hij kan direct zijn. Over de brief die hij aan het gemeentebestuur schreef, hebben mensen uit de kerk gezegd dat de dominee misschien wat andere woorden had moeten kiezen. Maar die kritiek vond ik ten onrechte. Want in de brief heeft hij keurige woorden gebruikt. Er is niks mis mee.
De brief was zondermeer authentiek qua taalgebruik en strekking. Als je de kanseltaal zou veranderen in breder begrijpelijke taal, is het in feite niet meer zíjn brief.
Inderdaad. Tegen de dominee zei ik: Prima dat u authentiek bent, maar de taal van de Statenbijbel uit 1637 wordt buiten de kerk vrijwel niet meer begrepen. Daar is toelichting en uitleg bij nodig. Ik kreeg ook een keer zo’n Bijbel van een vriend. Nu ben ik gewend om wat moeilijke en ingewikkelde zinnen te lezen, maar na twee weken pogingen gedaan te hebben de tekst te begrijpen, gaf ik het toch op. Ik denk dat je de taal van de Statenbijbel met de moedermelk moet hebben ingedronken, wil je echt tot de essentie van de tekst kunnen doordringen.
Hoe krijg je de Bijbelse boodschap helder gecommuniceerd? Helpt het om je authenticiteit op te geven?
Nee, dat gaat zéker niet helpen. Dat is geen oplossing. Sterker, je mag en moet je eigen authenticiteit nooit opgeven. Zodra jij je anders gaat voordoen dan je echt bent, dan val je binnen de kortste keren door de mand. Dat geldt voor mij ook. Maar desgevraagd kun je wel dingen uitleggen. Aan de reformatorische kerken zou ik willen vragen: hoe groot is de behoefte bij jullie aan maatschappelijk contact? Als seculier persoon wist ik bijvoorbeeld niet dat je zomaar een kerk mag binnenlopen. Maar ik ben nieuwsgierig aangelegd. Dus ik zou wel eens een kijkje willen nemen in zo’n kerk waar mensen met donkere kleding en ernstige gezichten naar binnen gaan. Ik vroeg bij de ingang of ik naar binnen mocht. Ze keken me wat vreemd aan, zo van: Wat is dat nou voor een rare vraag, want natuurlijk mocht dat.
Het spreekt voor christenen zo vanzelf dat iedereen een kerkdienst mag bijwonen, dat we niet eens op het idee komen dat voor buitenstaanders de drempel erg hoog is.
Voor een buitenstaander lijkt zo’n kerk op een besloten vereniging waar je zonder lidmaatschapskaart niet naar binnen mag. Laatst was ik in een grote kerk in Barneveld. Tegen een van de mensen daar zei ik dat ik had begrepen dat iedereen welkom is in de kerk. Of dat hier ook zo was, vroeg ik. Ja, zeiden ze, er hangt een bordje met de tekst ‘Ieder is welkom’. Maar je moest wel eerst een paar deuren door, voordat je dat bordje kon zien. Mijn advies: hang dat bordje op een andere plek, aan de buitenkant van het gebouw of bij het toegangshek. En organiseer een open dag waarvoor je de hele buurt uitnodigt. Vertel aan bezoekers wat je als kerk zoal doet. Zo voorkom je ‘spookverhalen’.
Zo’n uitnodigend beleid kan spannend zijn, zeker voor traditionele kerkgemeenschappen.
Traditionele christenen hebben de maatschappelijke hoofdstroom tegen. Dat kan de neiging versterken om je terug te trekken uit de samenleving achter de veilige muren van de kerk. Dat voelt comfortabeler. Maar daardoor wordt de discrepantie in de samenleving alleen maar nog groter. Het krijgt een zichzelf versterkend effect. En dat vind ik waanzinnig jammer. Kijk, ik zit in de ene wereld, maar als ik even in jouw wereld mag rondkijken, ja dan voel ik me daar heel goed bij. Ik vind het ook fascinerend. Zonder nu tegen heilige huisjes aan te willen schoppen zou ik zeggen: beste kerk, zet het raam open en laat de wind naar binnen waaien. Ik ben ervan overtuigd dat dat een positieve impuls kan geven aan de kerk en de kloof waar we het net over hadden, kan verkleinen.
Hoe verwoorden wij onze standpunten zó dat het niet tot misverstanden leidt?
Niet door de inhoud aan te passen. Blijf authentiek. Natuurlijk kun je tegenover anderen begrip ervoor tonen dat zij het een moeilijke boodschap vinden. Maar maak tegelijk duidelijk dat je wilt vasthouden aan de Bijbelse lijn, zoals christenen dat al eeuwen doen. Daar dwing je alleen maar respect mee af. Want hoeveel mensen waaien niet met allerlei winden mee?
Als je gaat vinden wat de meerderheid vindt, dan heb je ongeveer elke week een andere mening.
Ik heb vrienden in het linkse spectrum van de politiek, terwijl ik zelf aan de rechterkant zit. Daarover kan ik heerlijk met hen discussiëren. Met hun linkse standpunten heb ik niet zoveel, maar hun standvastigheid kan ik zeker waarderen. Ze moeten niet gaan schuiven omdat ik erbij zit, om mij een beetje tevreden te stellen. Dan heeft een discussie geen zin.
Voor een groter onderling begrip helpt het niet wanneer gezegd wordt dat orthodoxe christenen eeuwen achterlopen omdat ze de verlichting niet hebben meegemaakt.
Ik noem mezelf liberaal en als echte liberaal vind ik het een zeer verwerpelijk standpunt om mensen met andere opvattingen voor achterlijk te verklaren. Hoogst onliberaal. En dat meen ik uit de grond van mijn hart. Weet je, dominee Kort, dat is nog eens een liberaal!
Dat laatste zullen velen u niet nazeggen. Hij zal geen VVD of D66 stemmen.
Nee, dat bedoel ik niet. Ik vroeg aan hem: dominee, vindt u het goed dat ik, een liberaal en seculier mens, u als advocaat bijsta, samen met mijn collega die overtuigd moslim is? Hij zei toen: ‘Dat is prima. Jullie zijn door God op mijn pad gestuurd.’ Hij hoefde niet eens na te denken over zijn antwoord, het kwam spontaan. Dat vind ik dus een echt liberale opstelling. Dat gaf mij extra veel motivatie, zo’n mooie reactie recht uit het hart. Dit is nou wat ik in zo’n dominee bewonder en wat ik in mijn eigen wereld vaak mis.
Licht u dat eens toe. Want ik ken uw wereld ook weer niet zo goed.
Exact het tegenovergestelde maakte ik mee bij een openbare school waar de directeursfunctie vacant was. De beste sollicitant bleek een dame met een christelijke overtuiging, waar ze ook voor uitkwam. De angst leefde bij het bestuur dat zij de kinderen zou gaan beïnvloeden, wat niet bij de signatuur van de school zou passen. ‘Want wij zijn open liberaal,’ zo was het argument. Maar dan denk ik: hoezo, open en liberaal? Waarom dan problemen maken over die benoeming? Proef je het verschil? Dominee Kort zegt gelijk ja tegen mij en mijn collega. Zo’n schoolbestuur twijfelt over een christelijke kandidaat. Wie is er nou ruimdenkend?
De effecten van zo’n ‘beperkt denkraam’ worden zichtbaar in de zaak over de brief van dominee Kort.
Volgens mij komt het voort uit een houding die laat zien dat we als samenleving helemaal niet zo liberaal zijn. Er zijn in Nederland veel groeperingen die afwijken van de meerderheid. Dat maakt de samenleving juist interessant. Ik begrijp niet zo goed dat mensen verre reizen maken naar de meest exotische oorden en ginds wel respect tonen voor lokale eeuwenoude tradities, dat prachtig vinden, maar in Nederland breken ze de staf over gewoonten en opvattingen van mensen in de biblebelt. Die dubbelzinnige houding kan ik niet rijmen met de pretentie van ruimdenkendheid.
Wie een inclusieve samenleving wil, zal ook orthodox gelovige christenen erbij willen betrekken.
Ik verzet mij sterk tegen de ‘verbubbeling’. Probeer daarom als orthodoxe christenen ook mee te doen. Want als je met donkere kleding en half terneer gebogen hoofd zwijgend de kerk uitloopt, zonder anderen te groeten, kom je soms wat eng over. Het is niet zo dat je eng bent, maar mensen die op afstand toekijken, vinden dat eng. Je hebt dat zelf misschien niet door omdat je eraan gewend bent. Maar denk daar eens over na. Misschien kom je dan wel tot de conclusie dat het er niet heel uitnodigend uitziet. Ik bedoel niet dat je je manieren of kleding moet veranderen. Dat is helemaal niet de intentie van mijn opmerking. Maar om een brug naar anderen te kunnen slaan, zijn gesprek en ontmoeting van wezenlijk belang.
Curriculum vitae
Mr. I.P. (René) de Groot (Hillegom, 1961) studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden. Hij is advocaat en partner bij Adriaanse van der Weel advocaten, met vestigingen in Middelburg, Terneuzen en Rotterdam. Daarnaast is hij rechter-plaatsvervanger bij de Rechtbank Limburg.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2022
Zicht | 104 Pagina's