Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Marnix van Sint-Aldegonde als christelijk politicus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Marnix van Sint-Aldegonde als christelijk politicus

Een beginselvaste calvinist en een pragmatisch bestuurder

16 minuten leestijd

Vanuit een uitgesproken calvinistische levensovertuiging stond Marnix van Sint-Aldegonde (1540-1598) middenin de woelige politieke en maatschappelijke ontwikkelingen van de zestiende eeuw. Een groot deel van zijn leven was hij woordvoerder van Willem van Oranje en verdedigde hij met woord en daad de strijd tegen Spanje. Dit artikel beschrijft aan de hand van zijn leven en geschriften hoe deze ‘intellectuele activist’ ook voor de hedendaagse christenpoliticus nog van betekenis is. 1

Jeugd, Studietijd En Beeldenstorm (1540-1567)

Philips van Marnix werd in 1540 geboren in Brussel, in een geslacht van rechters en bestuurders. Vanaf 1553 studeerde hij theologie en rechten in verschillende Europese steden, waaronder Genève. Om in Genève te kunnen studeren was het nodig dat hij instemde met de Geneefse confessie. Dit deed de van huis uit rooms-katholieke Marnix in 1559, waarna hij een leerling van Calvijn en overtuigd calvinist werd.

In 1562 keerde hij terug naar Breda, waar hij een leidende rol innam binnen de calvinistische gemeente. Hij trad toe tot het Verbond der Edelen, een groep katholieke en protestantse edelen die bij de Spaanse koning aandrong op het verzachten van de strenge maatregelen tegen de aanhangers van de Reformatie. In 1566 overhandigde deze groep daartoe het zogenaamde Smeekschrift der Edelen aan landvoogdes Margretha van Parma.2

Het Smeekschrift had weinig effect, de hevige geloofsvervolgingen bleven. De gespannen situatie in de Nederlanden escaleerde met de beeldenstorm en de daarop door Philips II aangekondigde strafmaatregelen. Hij stuurde de hertog van Alva met een leger om orde op zaken te stellen. Rond die tijd publiceerde Marnix een verdediging van de beeldenstorm, de Vraye Narration et Apologie des choses passées au Pays-Bas. In deze ‘ware vertelling en apologie van de gebeurtenissen in de Nederlanden’ verdedigde Marnix de beeldenstormers tegen de beschuldiging dat zij in opstand tegen de wettige overheid gekomen waren. Het was volgens hem eigenlijk de taak van de overheid om de beelden uit de kerken te verwijderen. Nu de overheid geen gehoor gaf aan deze opdracht, heeft het volk die taak op zich genomen, daarbij geleid door de voorzienigheid van God.3 In deze rechtvaardiging van de beeldenstorm ging Marnix verder dan veel andere vooraanstaande calvinisten, die kritisch waren op de beeldenstorm omdat die vaak gepaard ging met plunderingen en rellen. 4

Kerkelijk Organisator En Diplo-Maat (1568-1572)

Toen Alva in aantocht was vertrok Marnix naar Noord-Duitsland. Daar zette hij zich onder andere in voor het organiseren van de vluchtelingengemeenten: de Nederlandse gereformeerden die vanwege de Spaanse repressie naar Duitsland uitgeweken waren. Zo hielp hij met het voorbereiden van het convent van Wezel in 1568. Daarnaast nam hij het initiatief voor de synode van Emden in 1571. Tijdens deze beide vergaderingen werden belangrijke beslissingen genomen met betrekking tot de kerkorde van de Nederduitse Gereformeerde Kerken.

In 1571 werkte Marnix voor keurvorst Frederik III, toen Willem van Oranje – op dat moment ook in ballingschap in Duitsland - hem vroeg in dienst te treden als zijn rechterhand. Dit betekende een veelzijdige rol voor Marnix: hij werd Oranjes woordvoerder, secretaris, raadsheer, ambassadeur en diplomaat. Vanwege de ingewikkelde en steeds wijzigende politieke verhoudingen moest Marnix veel diplomatieke missies uitvoeren. Zo onderhandelde hij met de verschillende, onderling verdeelde vluchtelingenkerken, in een poging een gezamenlijk gereformeerd front achter Oranje als politiek en militair leider te vormen.

Een ander belangrijk moment was de eerste Vrije Statenvergadering van de staten van Holland, in Dordrecht in 1572. Hier kwamen de Staten voor het eerst bijeen zonder voorafgaande toestemming van de koning of stadhouder. Tijdens deze vergadering gold Marnix als vertegenwoordiger van Oranje. Hij pleitte voor het erkennen van Oranje als stadhouder van Holland en Zeeland (tegen het besluit van Filips II in), het verlenen van financiële steun aan de Opstand en de gelijke behandeling van de gereformeerde en de rooms-katholieke godsdienst. De Statenvergadering nam deze punten over, waardoor deze vergadering wel wordt gezien als het eerste moment van openlijk politiek verzet tegen de Spaanse koning.5

Gevangenschap, Twijfels En Op-Nieuw Diplomaat (1573-1582)

In 1573 vroeg Oranje aan Marnix of hij het militaire gouverneurschap van Delft, Rotterdam en Schiedam op zich wilde nemen. Marnix nam deze positie aan, hoewel hij geen militaire ervaring had. De verdediging van de regio Delfland tegen de troepen van de ervaren Spaanse legeraanvoerder Bossu mislukte. Marnix werd gevangengezet in de vesting Vredenburg in Utrecht. Tijdens zijn gevangenschap probeerde hij Oranje ervan te overtuigen het verzet te staken, op door de Spanjaarden opgestelde onaannemelijke voorwaarden. In de historische literatuur is er veel discussie over zijn houding in deze periode. Liet hij zich vooral bewegen door angst voor het schavot, of had hij goed nagedacht en zag hij verdere strijd als zinloos? Feit is dat de politieke en militaire situatie voor de opstandige gewesten er in deze periode steeds slechter uit ging zien, dus voor beiden is iets te zeggen. Het heeft hem in ieder geval een reputatie van wankelmoedig te zijn opgeleverd. 6

In 1575 kwam Marnix vrij na een gevangenenruil met een Spaanse legeraanvoerder. Hij kreeg opnieuw verschillende belangrijke diplomatieke opdrachten te vervullen en reisde door Europa om steun voor de Opstand te werven. Als diplomaat was Marnix betrokken bij verschillende conferenties, waarin de opstandige gewesten een gezamenlijk front tegen Spanje probeerden te vormen. Zo speelde hij een belangrijke rol bij de totstandkoming van de Pacificatie van Gent (1576). Dit was een verdrag tussen de provincies uit de noordelijke en de zuidelijke Nederlanden, waarin gezamenlijke eisen aan de Spaanse koning gesteld werden. Afgesproken werd dat de gereformeerde godsdienst in Holland en Zeeland de heersende religie zou worden, in de overige gewesten gold godsdienstvrijheid.7

De Rede Voor De Rijksdag Te Worms

Op 7 mei 1578 hield Marnix een rede voor de Duitse Rijksdag in Worms. Onlangs hadden de Staten-Generaal besloten tot het afzetten van de door de Spaanse koning aange-stelde landvoogd Juan van Oostenrijk. In zijn plaats benoemden zij Matthias van Oostenrijk. In zijn rede moest Marnix dit besluit rechtvaardigen en verdedigde hij het bredere verzet tegen de Spaanse koning.

Religieuze en politieke verscheidenheid kenmerkten het Duitse rijk. Het bestond uit veel verschillende vorstendommen en kleine staa tjes, die afwisselend overwegend luthers, calvinistisch of rooms-katholiek waren. Lang niet al Marnix’ toehoorders waren dus net zulke overtuigde calvinisten als hijzelf. Om steun voor het verzet tegen Spanje te winnen moest Marnix daarom met andere argumenten dan de louter religieuze komen.

Marnix begon zijn rede met te benadrukken dat de Nederlanden altijd trouw en gehoorzaam geweest zijn aan de Spaanse koning als hun wettige vorst; ondanks al het onrecht wat hen werd aangedaan. Vervolgens benoemt Marnix alle wreedheden die onder verantwoordelijkheid van Alva in de Nederlanden begaan zijn. Ook de nieuwe Spaanse landvoogd bracht hierin geen verbetering. Door deze omstandigheden gedrongen maakten de Staten uiteindelijk de keuze tot verzet over te gaan. Dit ging niet lichtzinnig, maar vanuit een diepgevoeld plichtsbesef: ‘Eindelijk zijn zij dan, uit besef van plicht en de liefde, welke zij aan hun Vaderland, ouderen, echtgenooten en kinderen verschuldigd zijn, en op grond der wet, welke de natuur zelve aan alle schepselen, tot zelfbehoud en geluk heeft voorgeschreven en ingedrukt, genoodzaakt geworden, om hunnen laatsten toevlucht te nemen tot de wapenen’.8

Volgens Marnix handelden de Staten dus in overeenstemming met de plicht die zij ten opzichte van hun vaderland hebben. Op grond van de traditionele privileges is het zo dat de vorst, wanneer hij handelt in strijd met de wetten van het land, geen aanspraak meer kan maken op gehoorzaamheid van zijn onderdanen. Door Don Juan af te zetten hebben de Staten dus niets anders gedaan dan gebruikmaken van hun rechten zonder daarbij in opstand te komen tegen de wettige vorst.

Marnix Als Verdediger Van Reli-Gie, Recht En Vrijheid

Voor de christelijke politicus van vandaag is Marnix’ verdediging van religie, recht en vrijheid een belangrijke inspiratiebron. Marnix benadrukte dat een rechtvaardig overheidsoptreden altijd gepaard gaat met de erkenning van bestaande vrijheden en privileges. De overheid laat zich dus begrenzen door de bestaande wetten en ontwikkelt zich niet richting een allesbeheersende tirannie. Als er zo’n ontwikkeling zichtbaar is, is het de taak van de lagere overheden om de hogere overheden aan hun eigenlijke opdracht te herinneren. Marnix waakte er echter wel voor een revolutiegeest te zaaien: eventueel verzet tegen een tirannieke overheid mocht alleen plaatsvinden op basis van concrete geschonden rechten; niet met vage verwijzing naar algemene contracttheorieën over de verhouding tussen een vorst en zijn volk.9 Op de achtergrond was wel het idee belangrijk dat de verhouding tussen een vorst en zijn volk vergelijkbaar dient te zijn met de verhouding tussen een herder en zijn schapen. Een vorst moet zijn onderdanen beschermen zoals een herder dat doet. Wanneer de vorst daarentegen meer op een wolf dan op een herder begint te lijken, is verzet (vanuit de lagere overheden) gerechtvaardigd.10

Net als Willem van Oranje geloofde Marnix dat religie de bron van vrijheid en recht is.

Hij zag een onlosmakelijk verband tussen de vrijheid van godsdienst en de vrijheid in algemene zin. Daarom was religie als factor in de Opstand voor hem van doorslaggevend belang. In zijn Vraye Narration noemde Marnix het kunnen dienen van God volgens het geweten als een belangrijk argument voor het Nederlandse verzet tegen de Spaanse landvoogd. Hij waarschuwde echter ook voor het gevaar van sekten die zowel de Wet van God als de wettige overheid verwierpen. Dit betekent dat de vrijheid (van godsdienst) die Marnix voor ogen stond niet onbegrensd was. De overheid moest namelijk de handhaving van de ware gereformeerde religie als doelstelling hebben. Er moest geen inquisitie komen (daar ageerden de Nederlanders immers tegen) maar dwalingen die het voortbestaan van de staat in gevaar brachten moesten wel fel bestreden worden. Hierbij dacht Marnix vooral aan de radicale doperse stroming, die het gezag van de overheid ontkende en alle maatschappelijke ordeningen, zoals het huwelijk en het privébezit, wilde afschaffen. 11

Burgemeester Van Antwerpen En Leven In De Luwte (1583-1595)

Eind 1583 werd Marnix buitenburgemeester van Antwerpen; opnieuw voornamelijk vanuit loyaliteit aan Oranje. Deze functie had vooral betrekking op het centrale bestuur en de verdediging van de stad. Daarnaast had de buitenburgemeester een sleutelrol bij het behartigen van de stedelijke belangen op provinciaal en centraal niveau. Het was geen gunstige tijd om dit ambt te aanvaarden: de Spaanse legers waren onder leiding van de getalenteerde veldheer Farnese bezig met een herovering van Vlaanderen. Op 3 juli 1584 sloeg hij het beleg om Antwerpen en blokkeerde de toevoer naar de stad. In de stad zelf was er een groeiend defaitisme. Veel burgers emigreerden omdat er weinig perspectief op ontzet was. Alhoewel Marnix herhaaldelijk om hulp vroeg en ook prins Maurits en de Raad van State erop aandrongen, boden de Staten van Holland en Zeeland weinig steun. Onder deze omstandigheden zag Marnix geen andere mogelijkheid dan het aangaan van geheime besprekingen over een mogelijke overgave van de stad. Na langdurige onderhandelingen werd de stad op 17 augustus 1585 overgegeven. Marnix had gepleit voor religievrijheid voor calvinisten en lutheranen maar het lukte hem niet om dit ook uit-onderhandeld te krijgen. Daarvoor was de positie van de verdedigers te zwak. Bovendien voerde koning Philips II een streng beleid tegen wat hij zag als een combinatie van ketterij en politieke opstand. Achteraf schreef Farnese dat hij verbaasd was over Marnix’ koppige streven naar vrijheid van religie: voor de Spanjaarden was dit nooit een serieuze optie.

Buiten Antwerpen kreeg Marnix forse kritiek op zijn handelen: men vond zijn houding te slap. Toen later ook nog bleek dat hij in het geheim langdurig met Farnese onderhandeld had vonden velen hem een verrader. Het verlies van de stad werd hem daarom ernstig kwalijk genomen. Hij mocht de provincie Zeeland alleen nog in op voorwaarde van huisarrest en onthouding van politieke activiteiten. Het huisarrest werd na een maand al opgeheven, maar Marnix’ politieke rol was voorlopig uitgespeeld.12 In de jaren 1585-1590 leefde hij zodoende teruggetrokken op zijn kasteel in Souburg. Hij studeerde en besteedde veel tijd aan zijn landerijen. Ook had hij weer tijd voor zijn literaire bezigheden, zo publiceerde hij onder meer een nieuwe editie van zijn psalmberijming uit 1580. In 1590 kreeg Marnix weer diplomatieke opdrachten van prins Maurits. Een openlijke rehabilitatie volgde in 1594, toen hij van de Staten-Generaal de opdracht kreeg tot het vertalen van de Bijbel in het Nederlands. Voor deze opdracht verhuisde Marnix naar Leiden. Daar overleed hij op 15 december 1598 op 58-jarige leeftijd; toen was alleen het boek Genesis voltooid. 13

De Trouwe Vermaning

In de periode 1585-1590 zag ook het geschrift Trouwe vermaning tot troost en bemoediging in deze benauwde tijden het licht.14 Het boekje was gericht aan gereformeerden die na de Spaanse herovering in de zuidelijke Nederlanden achterbleven. In die gebieden gold nu weer het alleenrecht van de rooms-katholieke kerk. Veel steden eisten bovendien dat de protestanten binnen drie jaar terugkeerden tot het rooms-katholicisme of de stad verlieten. Alhoewel er in de tussentijd gewetensvrijheid was, bevonden de achtergebleven gereformeerden zich in een benarde positie. Zoals de titel al laat zien, is de bedoeling van het geschrift vooral om troost te bieden. Marnix is echter ook kritisch: hij roept zijn lezers op om zich te bekeren van hun zonden.

Wanneer we in vrijheid leven moeten we die vrijheid gebruiken om God te dienen, aldus Marnix. Hier was het volgens hem in de zuidelijke Nederlanden deels misgegaan: de verworven politieke en religieuze vrijheid en economische welvaart leidden tot verslapping in het geloof. Dit terwijl het Koninkrijk van God volgens Marnix vergelijkbaar is met een bliksemstraal: het komt plotseling, maar kan ook zomaar weer verdwenen zijn als je niet oplet. De snelle ondergang van de christelijke gemeenten in de zuidelijke Nederlanden is hier een voorbeeld van. De belangrijkste oorzaak hiervoor zijn de individuele en gemeenschappelijke zonden. Verootmoediging en gebed zijn de weg tot behoud, zoals bijvoorbeeld Daniël (in hoofdstuk 9) doet. Uiteindelijk is Marnix hoopvol: de aardse vorsten spannen samen tegen het ware geloof, maar ze zullen het kleine groepje ware gelovigen nooit kunnen verslaan. Uiteindelijk zal het koninkrijk van God overwinnen en zullen Zijn vijanden ten onder gaan. In de tussentijd moeten de gelovigen het niet van hun eigen (politieke) actie verwachten.15

In een tijd waarin de gereformeerde gelovigen politiek en maatschappelijk gezien aan de zijlijn kwamen te staan wijst Marnix dus op de noodzaak van gebed en de innerlijke verdieping en overdenking van het geloof. Hij roept zijn lezers op om het voorbeeld van Daniël op te volgen. Daartoe heeft hij ook het gebed uit Daniël 9 in berijmde vorm uitgegeven. In het kader is een deel van deze berijming weergegeven. Tot slot roept Marnix zijn lezers en hun gezinnen op om de psalmen veel te gebruiken.16

Repos Ailleurs: Marnix Als Chris-Telijk Politicus

In zijn inzet voor de Opstand was het Marnix vooral te doen om de vrijheid van geloof voor de gereformeerden. Daarnaast bestreed hij het tirannieke optreden van de Spaanse overheid dat in strijd was met de traditionele privileges en rechten. In zijn rede in Worms liet Marnix zien dat christelijke politiek geen revolutionaire politiek is. Pas wanneer de elementaire bescherming van het leven van de burgers in gevaar is, is opstand gerechtvaardigd. Voor Marnix vormde het christelijk geloof de bron van recht en vrijheid. In zijn spoor waakt christelijke politiek voor een overheidsoptreden dat geen grenzen kent en als een wolf voor de schapen wordt.

Marnix’ overtuigd calvinisme verhinderde hem niet pragmatisch te werk te gaan. Als diplomaat zocht hij naar allianties tussen verschillende groepen en probeerde hij achter hun uiteenlopende belangen een gedeeld belang te ontdekken. Zo werkte hij samen met katholieken wanneer dat ten dienste was van de vrijheid voor de gereformeerde eredienst en de burgers van Nederland. Tegenover de religieus diverse vorsten van het Duitse rijk gebruikte hij eerder ‘rechts-statelijke’ dan religieuze argumenten voor de Opstand.

Ondanks al zijn bedrijvigheid wist Marnix dat de politiek niet het een en al was. De gemarginaliseerde gereformeerden in de zuidelijke Nederlanden riep hij op om zich te richten op religieuze verdieping en verinnerlijking van het geloof. Dit laat tot slot zien dat christelijke politiek verbonden moet zijn met haar wortels: de Bijbel als het Woord van God. In zijn eigen leven verdiepte Marnix zich grondig in de psalmen en andere gebeden uit de Bijbel. 17 Hij vond inspiratie bij Daniël, die bestuurlijke verantwoordelijkheid vervulde in een vreemd land, en daar paradoxaal genoeg alleen in slaagde doordat hij zich tegelijkertijd burger wist van een ander land. Vanuit deze overtuiging kan een christenpoliticus het politieke ook relativeren. Marnix’ lijfspreuk repos ailleurs (‘de rust is elders’) wijst daarmee zowel op de inspiratiebron als de begrenzing van alle christelijke politiek.


Bronnen

1 Typering ontleend aan: H. Duits & T. van Strien, Een intellectuele activist. Studies over leven en werk van Philips van Marnix van Sint-Aldegonde (Hilversum 2001).

2 A. Th. van Deursen, ‘Marnix van Sint-Aldegonde, een calvinistisch propagandist’, in: Duits & Van Strien, Een intellectuele activist, p. 23-27; R. Rijkse, ‘Marnix van Sint Aldegonde: God, Nederland en Oranje’, in: I. Schoups (red.) Philips van Marnix van Sint Aldegonde (Antwerpen 1998) p. 163-206, aldaar p. 179, 180.

3 K. van der Zwaag, Onverkort of gekortwiekt? Artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de spanning tussen overheid en religie: een systematisch-historische interpretatie van een 'omstreden' geloofsartikel (Heerenveen 1999), p. 142.

4 H. Klink, Opstand, politiek en religie bij Willem van Oranje, 1559-1569: een thematische biografie (Heerenveen 1997) p. 195-209.

5 Rijkse, ‘Marnix van Sint Aldegonde’, p. 180-182.

6 Van Deursen, ‘Marnix van Sint-Aldegonde’, p. 25.

7 Rijkse, ‘Marnix van Sint Aldegonde’, p. 182, 183. Alhoewel Marnix zich vaak inzette voor godsdienstvrijheid bedoelt hij hier niet altijd hetzelfde mee. Zo werd zijn invulling van het begrip soms deels bepaald door wat in de politieke context haalbaar was. Het voert daarom te ver Marnix’ (mogelijk door de tijd heen veranderende) opvatting van godsdienstvrijheid hier te bespreken. Feit is dat hij in ieder geval een verklaard voorstander van gewetensvrijheid was, tenzij er sprake was van een maatschappijontwrichtende dwaling zoals die van de wederdopers.

8 Met enigszins gemoderniseerde spelling overgenomen uit: P. van Marnix, Rede voor de Rijksdag te Worms, (1578) in: C.A. Bergsma & J. Scheltema (red.), Geschied- en Letterkundig Mengelwerk Deel IV (Amsterdam 1817-1836) 26-155, aldaar p. 91-93.

9 Klink, Opstand, politiek en religie bij Willem van Oranje, p. 196, 197.

10 Deze redenering komt ook terug in het Plakkaat van Verlatinghe (1581) waarin Filips II afgezworen werd als koning.

11 Klink, Opstand, politiek en religie bij Willem van Oranje, p. 163, 181-183; Van der Zwaag, Onverkort of gekortwiekt, p. 163.

12 G. Marnef, ‘Burgemeester in moeilijke tijden: Marnix en het beleg van Antwerpen’, in: Duits & Van Strien, Een intellectuele activist, p. 28-36; Rijkse, ‘Marnix van Sint Aldegonde’, p. 185.

13 Rijkse, ‘Marnix van Sint Aldegonde’, p. 185-187.

14 P. van Marnix (vert. P. Schot), Trouwe vermaning tot troost en bemoediging in deze benauwde tijden (Kampen 1992).

15 Marnix, Trouwe vermaning, p. 18-39.

16 Marnix, Trouwe vermaning, p. 93, 100-102.

17 R. Kuiper, Marnix van Sint Aldegonde (Nunspeet 1990), p. 22.

18 Met enkele aanpassingen overgenomen uit: P. van Marnix (vert. P. Schot) Trouwe Vermaning (Kampen 1992), p. 106. Zie voor het corresponderende bijbelgedeelte Daniël 9 vers 7c, 8 en 9.


Gedeelte Uit Marnix’ Berijming Van Het Gebed Van Daniël

Vers 5

Te alle landen en palen,

waar U ons doet als balling dwalen,

wordt ons oneer aangedaan,

om de zonde, door ons begaan.

Heer, terecht valt deze schande

op de heren van den lande,

op onze vaders en ons allen,

die van U zijn afgevallen.

Vers 6

Maar nochtans is er recht genadig

en barmhartigheid gestadig,

ja van vergeving overschot

bij de Heer, onze trouwe God.

Al is ’t dat wij wedersporig (= tegenstrevend)

zijn geweest en ongehorig,

’s Heeren stem, ons voorgedragen (= voorgehouden)

hebben in de wind geslagen.18

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 2023

Zicht | 112 Pagina's

Marnix van Sint-Aldegonde als christelijk politicus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 2023

Zicht | 112 Pagina's