Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kinderen zijn hinderen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kinderen zijn hinderen?

6 minuten leestijd

“Kinderen zijn hinderen”, schreef de zeventiende-eeuwse dichter Jacob Cats. Wie kinderen heeft, kan veel andere dingen niet meer doen, dankzij die ‘handenbinders’. Moeders voelen zich soms aan huis gebonden en kunnen weinig meer met hun opleiding beginnen. Ouders moeten tijd investeren en aandacht besteden aan hun kroost. Lastig? Had vader Cats gelijk? Of toch niet?

Positieve Toon

De dichter van Psalm 127 slaat een heel andere toon aan. Hij zet positief in en noemt kinderen een “erfdeel des HEEREN” en een “beloning”. Een stuk grond kun je erven van je voorgeslacht, maar kinderen krijg je als een stukje erfgoed van de Heere. Vruchten kun je oogsten van het veld of de boomgaard; je hebt er hard voor gewerkt en je wordt goed beloond. Maar de beste beloning is de bijzondere vrucht die geoogst wordt uit de baarmoeder. Kinderen zijn dus geen hinderen maar een gave van God. Beter nog: ze zijn een geschenk van “de HEERE”, de trouwe Verbonds-Jehova, de God Die Zijn Naam voortplant van kind tot kind en Die op deze wijze Zijn Koninkrijk uitbreidt.

Beseffen we dat? Stempelt dit ons doen en laten als het gaat over gezinsvorming? Of gaan we mee in de flow en zijn wij bezig te seculariseren, zij het wat langzamer dan de wereld om ons heen? Het is opvallend dat ook in reformatorische kringen het kindertal gaandeweg kleiner wordt. Toen in de jaren zeventig ergens een nieuwe kerk gebouwd zou worden, stelde de bouwcommissie een prognose op. Werden op dat moment per gezin ruim vijf kinderen geboren, dat aantal zou in de daaropvolgende decennia teruglopen naar hooguit drie of vier gemiddeld. Conclusie: de kerk moest niet te groot wor-den opgezet. Het schokkende van de prognose was niet eens de kille berekening, maar vooral het feit dat de commissie gelijk kreeg.

Andere Context?

Nu wordt weleens gesteld dat Psalm 127 niet zomaar één op één kan worden overgezet naar onze situatie vandaag. Allerlei argumenten worden daarvoor aangevoerd. In het Oude Testament wordt bijvoorbeeld de zegen van de Heere meer afgelezen uit aardse voorspoed dan in het Nieuwe Testament. De aarde was nog dun bevolkt en moest vervuld worden. Kinderen waren niet alleen een statussymbool; ze waren ook nodig als een oudedagsvoorziening. De Messias moest nog geboren worden en velen hoopten Hem te mogen begroeten, in eigen persoon of in hun nageslacht. In veel van deze argumenten zit een kern van waarheid. Psalm 127 weerspiegelt inderdaad een andere context. Maar is daar alles mee gezegd of maken we het onszelf zo te gemakkelijk?

Ik stel zomaar een paar vragen. In de nieuwe bedeling vindt inderdaad een concentratie plaats op het heil in Christus en het geestelijke karakter daarvan. Maar gaat het daarbij om een reductie? Mogen we zo het Oude Testament uitspelen tegen het Nieuwe? Zijn we dan niet dopers en spiritualistisch bezig? Ook is het waar dat de aarde nu voller is dan in de tijd van Genesis. Maar kan er echt niemand meer bij? Ligt het probleem niet veel meer bij de ongelijke verdeling van rijkdom en de verspilling van goederen en grondstoffen? En wordt in Europa het schip van de geboortebeperking inmiddels niet gekeerd door de wal van een dreigende bevolkingsimplosie? 1 Kortom, zijn de genoemde argumenten voor een kleiner kindertal soms ook geen gelegenheidsargumenten? Willen we onszelf nog iets ontzeggen? Of zijn we het diep in ons hart eens met de bekende spreuk van ‘vadertje’ Cats?

Bijzonder Voorrecht

De dichter van Psalm 127 (een bedevaartspsalm) wijst vooral op het grote voorrecht van de kinderzegen. Daarin lijkt deze psalm op het volgende pelgrimslied, bekend van het klassieke huwelijksformulier. Ontberen doet waarderen, zegt het spreekwoord. Nogal wat huwelijken blijven ongewild kinderloos. Dat doet pijn. Missen zulke echtparen Gods zegen? Zeker niet. Zij missen wel een zegen, maar de grote zegen is toch de zegen die vloeit uit Sion: die van de verzoening met God en de gemeenschap met Christus. Paulus is het bewijs ervan. Hij is nooit getrouwd geweest en heeft geen kinderen gehad, maar hij mocht de grote zegen kennen en had een ‘vervuld leven’. Hij kreeg niet een troostprijs maar de hoofdprijs! Hij bezat Jezus Christus als zijn Bruidegom en kon vol verwondering zeggen: “Zie, ik en de kinderen die Gij mij gegeven hebt!”

Dit alles neemt niet weg dat het krijgen van kinderen een groot voorrecht is. De Heere wil Zijn kerk bouwen uit het jonge geslacht. Het mag waar zijn dat kinderen soms veel zorgen met zich meebrengen. Het is ook waar dat de financiële lasten van een groter gezin niet onderschat moeten worden, vooral nu door het overheidsbeleid eenverdienersgezinnen fiscaal worden afgestraft. Jonge mensen die trouwen staan bovendien voor grote kosten nu de huizenprijzen torenhoog zijn geworden. En toch, “kinderen zijn een erfdeel des HEEREN; des buiks vrucht is een beloning”. Dat wordt vooral ervaren als we de Heere kinderlijk mogen vrezen. Een Schotse predikant kreeg eens de opmerking: “U hebt net zoveel kinderen als Jakob”. “Ja”, zei hij, “en ik heb Jakobs God om voor hen te zorgen”. Dat is geloofstaal!

Grote Verantwoordelijkheid

Er is echter ook een andere kant. De puriteinse prediker Thomas Manton (1620-1677) wijst daarop in een preek die is opgenomen in het magistrale boek A Theology of the Family. Kinderen zijn niet alleen een erfdeel ván de Heere; ze moeten ook een erfdeel zijn vóór de Heere. We krijgen hen als het ware te leen om ze op te voeden “in de lering en vermaning des Heeren” (Efeze 6:4). Wie zijn kinderen verwaarloost, hetzij geestelijk, lichamelijk of emotioneel, doet daar een groot kwaad mee. Wie er afgoden van maakt, zal met zijn afgoden worden geslagen. Gezinnen zijn “de seminaries van de kerk en het gemenebest”, zegt Manton. De dienst aan God begon in het gezin; toen gezinnen groeiden, ontstonden er samenlevingen; en binnen die samenlevingen komen kerken tot bloei. Als de duivel dus de kerk en de samenleving wil verwoesten, begint hij bij het gezin. De wijze waarop de farao het volk Israël probeerde te breken, is daar een duidelijk voorbeeld van (Exodus 1:15-16).

Waar we mee begonnen, blijft echter staan. Kinderen zijn een erfdeel van de HEERE (met vijf hoofdletters). Hij is de God van Abraham, Izak en Jakob. Hij gaf Zijn eigen Kind om te lijden en te sterven aan het kruis. Hij zal al Zijn gekenden toebrengen en Hij gaat daarmee door. Er moeten nog kinderen geboren worden. Dat mag moed geven in een moed-benemende tijd. De Koning van de Kerk heeft een bijzondere liefde voor kinderen. Hij zegt: “Laat de kinderkens tot Mij komen en verhindert hen niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods” (Markus 10:14). Kinderen zijn hinderen? Laten we maar oppassen dat we hen niet vérhinderen!


Noten

1 Met gemiddeld 1,45 kind per vrouw zit Nederland inmiddels ver onder het vervangingsniveau van gemiddeld 2,1 kind per vrouw. Ook ligt het lager dan het Europees gemiddelde van 1,61.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 2024

Zicht | 96 Pagina's

Kinderen zijn hinderen?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 2024

Zicht | 96 Pagina's