Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERTEERD IN DE DIENST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERTEERD IN DE DIENST

DS. G. BOER

5 minuten leestijd

Op 7 januari 1973 vond er een doopdienst plaats in de Oude Kerk van Katwijk aan Zee. In die dienst ging voor ds. C. Treure, die zijn kleindochter doopte (onze oudste dochter). Hij was de opvolger van ds. G. Boer. Die preekte in de avonddienst in de Nieuwe Kerk. De stof van de verkondiging in die dienst was Lukas 2:25-28. Ik zie hem in gedachten nog op de kansel van de Nieuwe Kerk staan: als een Simeon! Dat beeld is me altijd bijgebleven. Tien dagen later ging deze dienstknecht onverwacht, maar op Gods tijd, heen in vrede.

WIE WAS HIJ?

Geboren in 1913 in Bodegraven in een groot gezin dat gestempeld was door de vreze des Heeren. Naar zijn getuigenis stond aan zijn wieg een biddende moeder en een geestelijk beschroomde, afhankelijke vader. Hij kreeg het verlangen predikant te worden en de weg daartoe werd door de Heere gebaand. Het was geen gemakkelijke weg, die weg ging bovendien met veel strijd gepaard over de roeping tot het ambt. Op de universiteit was wel duidelijk dat hij begaafd was. Er kwam mij ooit een tekening onder ogen van een aantal wielrenners (studenten van Voetius) waarop te zien was dat Boer een ronde voorlag. Op de universiteit kwam hij via ds. L. Kievit (1918-1990) in contact met diens vader ds. I. Kievit (1887- 1954). Het was een man – aldus Boer bij zijn 25-jarig ambtsjubileum – die voor hem een vader was geweest en die veel had bijgedragen aan zijn vorming. Hij leerde hem en leefde hem voor wat het was om God te dienen in het ambt en – zo nodig – geen mens te ontzien. Dat hij dit ter harte had genomen bleek wel toen hij vanuit Lunteren in het ziekenhuis in Ede op een zaal met meerdere patiënten hardop bad. Hij kreeg commentaar van een arts die juist de zaal opkwam. Zijn vlijmscherpe reactie: ‘Dokter, er zijn er meer onder uw handen gestorven dan onder de mijne!’

WAAR DIENDE HIJ?

Ds. I. Kievit bevestigde Boer op 31 oktober 1943 in Eemnes-Buiten. Vervolgens diende hij de gemeenten Putten (1946), Gouda (1949), Lunteren (1956), Huizen (1960), Katwijk aan Zee (1965) en Zoetermeer (1969). Putten was voor hem een tweede leerschool. De razzia in oktober 1944, waarbij honderden mannen werden weggevoerd en niet terugkeerden, had er diepe sporen nagelaten. In Gouda kwam hij in aanraking met de vrijzinnigheid en de middenorthodoxie. De ruimte voor de hervormd-gereformeerden was en bleef er klein. In Lunteren kwam hij in een situatie na ds. J.H. van Schuppen (1883-1969), die daar in 1929 bevestigd was door ds. I. Kievit. Van Schuppen ging in 1953 met emeritaat. De gemeente was intussen verscheurd en verstrooid, omdat ds. Van Schuppen was ‘opgeschoven’. Boer mocht daar zegenrijk en samenbindend werk doen tot herstel van de gemeente. In Huizen trof hij een diepe belangstelling aan voor het Woord. De samenstelling van de bevolking wijzigde sterk in die jaren en dat ging aan kerk en gemeente niet voorbij. De beslissing om het beroep naar Katwijk aan Zee aan te nemen werd naar zijn zeggen ten hevigste aangevochten mede door een ingrijpende operatie. Daar voelde hij zich thuis en mocht tot zegen zijn. Hij was inmiddels tweede voorzitter geworden van de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk. Nadat de voorzitter – prof. Severijn – in 1966 overleed nam Boer die plaats in. Treffend is wat Boer opmerkt dat Severijn het hoofdbestuur bijeen had geroepen en de leden daarvan ten krachtigste en ten stelligste vermaand en op het hart gebonden, dat men bij het Woord van God en bij de belijdenis van de Kerk zou blijven. Daarop was in het verleden zegen ontvangen. De laatste gemeente die Boer diende was Zoetermeer. Daar werd hem in 1971 in verband met zijn gezondheid vervroegd emeritaat verleend. Hij overleed op 17 januari 1973 en werd na een rouwdienst die geleid werd door ds. J.H. Cirkel, in Zoetermeer begraven.

PREDIKING

Naast alle andere taken – en dat waren er nogal wat – bleef voor hem de verkondiging van het Evangelie het hart van de dienst. Het ging hem daarbij om de kern van het Evangelie dat God de goddeloze rechtvaardigt. De levende prediking noemde hij het beademingscentrum van de Heilige Geest of ook wel het kroonjuweel in de dienst van God. Zijn verkondiging had een sterk Kohlbruggiaanse inslag. Boer merkt op dat bij Kohlbrugge noch aan de Wet noch aan het Evangelie tekort wordt gedaan omdat ze bij hem stevig verankerd liggen in de handen van Christus. Hij moest dan ook niets hebben van wat hij noemt het lieve, zoetsappige christendom. Hijzelf verkondigde het Evangelie op een dringende en aangrijpende wijze.

In de genoemde preek over Simeon maakt hij front tegen het versteende farizeïsme en sadduceïsme. Hij doelt daarmee op mensen die alles afkraken en alle gebreken opblazen. Die moeten oppassen, zegt Boer, dat ze hun vingers niet branden. Want God laat Zich niet bespotten. Ook benadrukt hij het gebruik van de middelen. Want wie zo eigenwijs is, dat hij meent gelovig te kunnen zijn zonder onder het Woord te komen, die is als een vogel zonder vleugels, die vliegen wil, maar plat op de grond valt. Hoe ging Simeon naar de tempel? De Heilige Geest was op hem. Als we zo eens naar de kerk zouden gaan, klinkt het dan, vol van de Geest en leeg van onszelf. Dan lag onze boterham klaar. Want God verwekt geen honger die Hij niet vervult. Boer stelde ruim en breed de Christus voor en plaatste de mensen in de tegenwoordigheid van God en voor de rechterstoel van Christus. Hij vroeg zijn hoorders hoe ze het daar zouden maken! Ze zouden buitengewoon oppervlakkig zijn als ze zich daar niet druk om maakten.

Door zijn verkondiging was hij het middel – in de hand van de Heilige Geest – tot bekering van velen. In verschillende gemeenten die we mochten dienen waren de getuigenissen daarvan te horen. De Heere had hem begiftigd met rijke gaven van hoofd en hart. Hij was bovendien vaardig met de pen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 maart 2021

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

VERTEERD IN DE DIENST

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 maart 2021

Zicht op de kerk | 32 Pagina's