Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WESTMINSTER CONFESSIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WESTMINSTER CONFESSIE

ARTIKEL 33 - HET LAATSTE OORDEEL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Dat zal een gelukkige dag zijn voor alle kinderen van God, als zij de Rechter tot hen horen zeggen: Komt, gezegenden Mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat voor u is weggelegd van de grondlegging der wereld. O, gelukkige dag! O, gezegende stem! Maar voor de goddeloze zondaar die in de zonde leeft, zoals de dronkaard, de godslasteraar, enz., zal dat een verschrikkelijke en vreselijke dag zijn, om de schrille stem van de Rechter te horen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is. O, sombere stem! O, zwaar nieuws! O, vreselijk vonnis! O, welk een wee, ja tienduizend weeën voor alle goddeloze zondaars.’ Bovenstaande woorden sprak de Engelse predikant Samuël Smith (1584-1662) in een preek over het laatste oordeel. Net als in onze Nederlandse Geloofsbelijdenis, is ook het laatste artikel van de Westminster Confessie aan dit troost- en ernstvolle onderwerp gewijd.

Wie spreekt het laatste oordeel uit? Wanneer zal het laatste oordeel zijn? In navolging van Paulus’ boodschap op de Areopagus (Hand. 17:31), wordt in dit artikel beleden ‘dat God een dag heeft bepaald waarin Hij de wereld in gerechtigheid zal oordelen door Jezus Christus’. Gods rechterstoel is dus ten diepste de rechterstoel van Chrístus, omdat God de Vader het oordeel en alle macht aan Zijn Zoon heeft gegeven om recht te spreken in Zijn Naam. God zal dus oordelen door Zijn Zoon.

Wie zullen er op die laatste dag geoordeeld worden? ‘Niet alleen de afvallige engelen, maar ook alle mensen die op aarde hebben geleefd.’ Het gaat dus ook over u, jou en mij! Allen moeten wij geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus. Daar zullen al onze gedachten, woorden en werken in het gericht worden gebracht. Zodat iedereen zal ontvangen naar wat hij in het lichaam heeft gedaan, hetzij goed of kwaad. Slechts één ding zal in dit oordeel de doorslag geven. Dat is niet of het aantal goede dingen, net als bij een weegschaal, het kwade in uw leven overtreft. Niets van ons kan immers in Gods gericht bestaan. De enige grond van vrijspraak in dit oordeel is of u in dit leven als een schuldige zondaar door het geloof deel hebt gekregen aan Christus’ bloed en Zijn gerechtigheid. ‘Want die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in de Naam van den eniggeboren Zone Gods’ (Joh. 3:18).

Wat is nu Gods doel met dit oordeel? Wat houdt dit laatste oordeel in voor zowel de goddeloze als de rechtvaardige? Het treft ons dat hier wordt beleden dat de Heere in dit oordeel hoe dan ook verheerlijkt zal worden. Gods genade en barmhartigheid schitteren op het heerlijkst in de eeuwige zaligheid van al Gods uitverkorenen. Tegelijk schittert Gods rechtvaardigheid op een ontzaglijke wijze in het verdoemen van de verworpenen, die hier worden omschreven als goddelozen en ongehoorzamen.

Net als in het vorige artikel over dood en opstanding, wordt ook hier op een heel indringende wijze het onderscheid getekend tussen de eeuwige straf en de eeuwige vreugde. Ten diepste is het beide niet in woorden uit te drukken: de heerlijkheid van de hemel en daar tegenover de verschrikkingen van de buitenste duisternis. Voor Gods kind houdt het laatste oordeel in dat hij eeuwige vrijspraak zal ontvangen. ‘De rechtvaardigen zullen ingaan in het eeuwige leven en de volkomen vreugde en verkwikking ontvangen die uit de aanwezigheid van de Heere voortvloeit.’ Wat houdt dat in? De bekende Engelse predikant Octavius Winslow (1808-1878) schreef eens: ‘Waarin bestaat de zaligheid van de hemel? Niet louter in het gevrijwaard zijn tegen beproeving en smart, niet slechts in het rusten van de arbeid en het bevrijd zijn van strijd. O, nee! Ze bestaat in de tegenwoordigheid, de volle aanwezigheid van onze Vader. Met Christus te zijn, Zijn heerlijkheid te aanschouwen, Zijn aangezicht te zien, Zijn stem te horen, het kloppen van Zijn hart te voelen, zich te baden in de glans van Gods tegenwoordigheid, dát is de hemel, dat is de hemel van de hemel!’

Voor de goddeloze, de zondaar buiten Christus, houdt het laatste oordeel echter in dat hij de eeuwige straf ontvangt en wordt verwezen naar de buitenste duisternis. In diepe bewogenheid wordt dit hier onder woorden gebracht: ‘Maar de goddelozen die God niet kennen en ongehoorzaam zijn aan het Evangelie van Jezus Christus, zullen in eeuwige pijniging geworpen worden. Ze zullen tot straf het eeuwige verderf ondergaan, ver van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht.’ Het valt op dat de zonde van het ongeloof hier in al haar scherpte wordt aangewezen, als een ‘ongehoorzaam zijn aan het Evangelie van Jezus Christus’. Inderdaad, hoe zal een mens ontvlieden als hij op zo’n grote zaligheid, en zo’n grote Zaligmaker geen acht heeft geslagen, maar het bloed van Christus onrein heeft geacht. Ten diepste krijgt een zondaar dan waar hij in het paradijs al om heeft gevraagd: ‘Heere, wijk maar van mij’. Om nu zonder God te zijn, en dat voor eeuwig in de poel van vuur. Op die plaats waar God niet is, behalve in Zijn brandende toorn en geduchte wraak.

Ten slotte gaat artikel 33 in op de vraag waarom de Heere de dag en het uur van de wederkomst voor ons verborgen houdt. Hiervoor worden enkele redenen genoemd. Zo wil Christus dat de vaste overtuiging van de komende oordeelsdag alle (!) mensen van de zonde zal weerhouden. Tevens dat het tot troost van de godvrezenden zal zijn in hun tegenspoed. Er komt een einde aan al hun tranen en hun lijden. Juist het feit dat wij niet weten op welk uur de Heere zal komen, dient als medicijn om ons te genezen van alle ‘vleselijke zekerheid’. Tegelijk ligt er de aansporing in om altijd waakzaam en bereid te zijn, om met de bruid te belijden: ‘Kom, Heere Jezus, ja, kom haastig’.

Wat roept het lezen van dit artikel over het laatste oordeel bij u op? Is er weleens heimwee en verlangen ‘naar die grote dag om ten volle te genieten de beloften Gods in Jezus Christus onze Heere?’ Laat die verwachting dan ook uw leven stempelen: ‘Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, namelijk den Heere Jezus Christus’ (Filip. 3:20). Of roept het schrik en vrees bij u op, omdat u weet dat u zo niet voor God kunt verschijnen? Dan wijs ik u op die gewillige Zaligmaker. Wat een wonder dat aan Christus’ laatste komst als Rechter, Zijn komst als Zaligmaker is voorafgegaan. Ook nu wil Hij nog komen in uw leven en staat Hij aan de deur van uw hart en klopt. Waar er voor de afvallige engelen, die in dit artikel genoemd zijn, geen genade meer is, is er bij Hem genade overvloeiende voor de grootste van alle zondaren. ‘Kom dan, en laat ons te zamen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol’ (Jes. 1:18).


WESTMINSTER CONFESSIE -ARTIKEL 33 – HET LAATSTE OORDEEL

1. God heeft een dag vastgesteld waarop Hij de wereld in rechtvaardigheid zal oordelen door Jezus Christus, aan Wie alle macht en bevoegdheid om te oordelen door de Vader gegeven is. Op die dag zullen niet alleen de afvallige engelen worden geoordeeld, maar evenzo zullen ook alle mensen die op aarde geleefd hebben voor de rechterstoel van Christus verschijnen om rekenschap af te leggen van hun gedachten, woorden en daden, en om te ontvangen naar wat zij in het lichaam hebben gedaan, hetzij goed hetzij kwaad.

2. Gods doel met het vaststellen van deze dag is de openbaring van de heerlijkheid van Zijn genade in de eeuwige zaligheid van de uitverkorenen, en van Zijn rechtvaardigheid in de verdoemenis van de verworpenen, die boos en ongehoorzaam zijn. Want dan zullen de rechtvaardigen het eeuwige leven binnengaan en de volheid van de vreugde en verkwikking ontvangen die van het aangezicht des Heeren komt. Maar de bozen, die God niet kennen en het evangelie van Jezus Christus niet gehoorzamen, zullen in eeuwige kwellingen worden geworpen en gestraft worden met een eeuwigdurende verwijdering van voor het aangezicht van de Heere en de heerlijkheid van Zijn kracht.

3. Zoals Christus ons vast overtuigd zou willen hebben dat er een oordeelsdag zal zijn, beide om alle mensen af te houden van het zondigen en tot sterkere vertroosting van de Godvrezenden in hun tegenspoed, zo wil Hij die dag voor mensen verborgen houden, zodat ze alle vleselijke zekerheden van zich afschudden en altijd waakzaam zullen zijn omdat zij niet weten op welk uur de Heere komen zal, en ze altijd bereid zijn om te zeggen: Kom Heere Jezus, kom spoedig. Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 2021

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

WESTMINSTER CONFESSIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 2021

Zicht op de kerk | 32 Pagina's