Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Wonderlijk Voorval In Rotterdam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Wonderlijk Voorval In Rotterdam

5 minuten leestijd

Tijdens één van de toerustingsmorgens van de commissie evangelisatie die op de locatie in Katwijk werd gehouden, vertelde ds. B. Reinders uit Katwijk terloops het volgende bijzondere voorval.

‘Zoals u wellicht wel weet ben ik opgegroeid in Rotterdam. Tot mijn 18e jaar heb ik in de stad gewoond. Nu was ik beslist geen liefhebber van het stadsleven. De dorpen en het platteland hadden veel meer mijn voorkeur. En het is er in de loop van de tijd in de stad niet beter op geworden. Toch moet ik ook weleens met heimwee terugdenken aan het kerkelijke leven in de stad in mijn jeugd. Toen waren er nog volle kerken. Wij kerkten aanvankelijk in de Christelijk Gereformeerde Gemeente in Rotterdam-West. Enkele jaren geleden is de gemeente daar opgeheven.

Mijn ouders zijn verhuisd. Direct na de oorlog was de woningnood in Rotterdam heel groot. Toen ik vier jaar oud was kregen zij een eigen huurwoning. Door een echtpaar dat bij ons om de hoek van de straat woonde, ging mijn moe-der mee naar de Gereformeerde Gemeente in Rotterdam-Centrum. Ook wel genoemd de Boezemsingelkerk. Later ging mijn vader daar ook kerken en werden wij daar ook lid. De kerk zat in die tijd tot de laatste plek toe vol. Dat betekent dat er zo’n tweeduizend mensen in de kerk zaten. Als de kerk uitging dan zag de Boezemsingel zwart van de mensen. De gemeente werd toen gediend door ds. A. Vergunst.

Tijdens zijn bediening begon de neergang al. Voor de coronatijd kwamen er nog zo’n tachtig mensen. De kerken in de stad zijn door de jaren heen leeggelopen. De coronatijd doet daar ook geen goed aan. Dat kan je best weleens met heimwee vervullen. En dan gaat het niet alleen over de hoeveelheid kerkgangers, maar ook over het geestelijke leven. De kern van de gemeente vormen toch Gods kinderen. De heilige vergadering der ware Christgelovigen, zoals ze in onze Nederlandse Geloofsbelijdenis worden genoemd. Het gaat om het geestelijke leven. Als dat ontbreekt dan komen de oordelen over de kerk. De Heere Jezus heeft dat voorspeld in de rede die Hij heeft gehouden over Zijn wederkomst. Hij heeft daarvan gezegd: ‘Want alwaar het dode lichaam zal zijn, daar zullen de arenden vergaderd worden’ (Matth. 24:28). Toen de stad Jeruzalem in het jaar 70 werd verwoest was het een stad waar nog wel veel godsdienst was, maar het leven was er uit. Toen kwam de Romeinse adelaar om de stad te verwoesten. Wat komt het er toch op aan dat er werkelijk geestelijk leven gevonden wordt. Wij kunnen de naam hebben, dat wij leven, terwijl wij toch dood zijn. En waar werkelijk geestelijk leven mag zijn daar worden er ook toegebracht tot die schare, die eenmaal zal zalig worden. Ook dat hoorde je toen nog. Eén voorval wil ik u niet onthouden.

Wij hadden in Rotterdam een ouderling, die in zijn eertijds graag bier dronk. Op een warme dag liep hij door een bekende straat in de Rotterdamse wijk Crooswijk waar ook de Boezemsingelkerk stond. In de straat waar hij doorheen liep waren heel wat cafés. Zonder te overdrijven, op elke hoek zat een café. Hij had erge dorst en trek in een pilsje. Hij wilde echter als ouderling geen café binnengaan. Daar hoorde hij niet thuis. Toch kon hij op de duur de innerlijke aandrang niet langer weerstaan. Hij ging het café binnen en nam plaats aan een tafeltje. Er kwam een vrouw naar hem toe, die in dat café bediende. Ze zei tegen hem: ‘Meneer, wat is het toch warm.’, waarop de ouderling antwoordde: ‘Mevrouw in de hel daar is het nog veel warmer. Daar brandt een vuur dat niet geblust wordt. Wat zal het daar vreselijk zijn.’ De vrouw reageerde daarop niet, maar vroeg of hij wat wenste te drinken. Daarop bestelde de ouderling een pilsje. Dat dronk hij op en hij rekende af en wist niet hoe snel hij het café weer moest verlaten. Hij voelde zich diep schuldig dat hij de verleiding niet had kunnen weerstaan om dat café binnen te gaan. De jaren verstreken en nooit zou die ouderling dat voorval vergeten. Het bleef hem maar bij. Totdat hij in een dorp in de Hoekse Waard op een gezelschap kwam. Daar ging een vrouw vertellen uit haar leven. Ze vertelde dat ze altijd een café hadden gehad in Rotterdam Crooswijk en dat er op een dag een man binnenkwam. Ze vertelde wat hij tegen haar gezegd had en die enkele woorden hadden haar innerlijk diep geraakt. Ze wist het te verbergen, maar het liet haar niet meer los. Haar oma had nog een Bijbel op zolder en die mocht ze wel hebben. Die vrouw leerde zich als een verloren zondares kennen. Ze leerde haar oordeel aanvaarden. Ze werd het met haar vonnis eens, maar ze kon het niet nalaten om haar Rechter om genade te smeken. De Heere heeft Zich niet onbetuigd gelaten. Ze heeft Christus leren kennen als de Weg, de Waarheid en het Leven.

Wat was die ouderling verwonderd. Hij kon zijn emoties niet de baas. En hij werd sterk bepaald bij de woorden: ‘En Hij moest door Samaria gaan.’ (Joh. 4:4). Hij moest daar dat café binnengaan want het was het uur van Gods welbehagen. Die vrouw moest worden toegebracht. Er werd in alle eenvoudigheid een pijl afgeschoten, die doel trof. Ook dat was Rotterdam.’

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 mei 2021

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Een Wonderlijk Voorval In Rotterdam

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 mei 2021

Zicht op de kerk | 32 Pagina's