Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vertrouwens-crisis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vertrouwens-crisis

6 minuten leestijd

Er zijn dingen in het leven waarover de uitdrukking bestaat dat ze te voet komen, maar te paard gaan. We bedoelen daarmee dat het lange tijd duurt voordat iets met inspanning tot stand is gekomen, maar er niets voor nodig is om dat teniet te zien gaan. Voorbeelden: gezag, geloofwaardigheid en vertrouwen. Heel wat voor over gehad om dat te bereiken, maar door weinig kan zoiets in duigen vallen. Dat zagen we in de Haagse politiek in de achterliggende maanden gebeuren. ‘Den Haag’ is verworden tot een verward Babel: een heuse vertrouwenscrisis. Beschamend!

Onze staatsinrichting – we zetten het maar eens op een rijtje – is opgebouwd als een constitutionele monarchie met een parlementair stelsel. Een hele mond vol, maar eenvoudig gezegd: de koning (ons staatshoofd) en de dienaren van de kroon (de bewindslieden van het kabinet), met daartegenover de volksvertegenwoordiging, het parlement: de beide Kamers der Staten-Generaal. Het kabinet komt door onderhandelingen tussen fracties in de Tweede Kamer tot stand; fracties die op grond van afspraken (regeerakkoord) de coalitie vormen. De andere fracties vormen de oppositie, hoewel die rol voor de ene fractie inhoudelijk mogelijk sterker speelt dan voor de andere.

De zo gevormde rechtsorde noemen we een parlementaire democratie, waarin meerderheden bepalen wat er gebeurt. Eén van de belangrijkste regels hierin is de zogeheten vertrouwensregel, namelijk dat er vertrouwen tussen de diverse geledingen is totdat het tegendeel blijkt.

Dat vertrouwen moet dan uitdrukkelijk worden opgezegd, bijvoorbeeld via een motie van wantrouwen. Als een dergelijke motie door een meerderheid wordt gesteund, is degene tegen wie die motie zich richt, gehouden daaraan de ultieme consequentie te verbinden: aftreden en ontslag indienen. Het gebeurt nogal eens dat degene die een dergelijke motie ziet aankomen, de eer aan zichzelf houdt, het niet op stemming erover laat aankomen, maar eigener beweging terugtreedt.

Actualiteit.

Er is de laatste jaren iets heel erg fout gegaan, wat leidde tot ‘de toeslagenaffaire’. Na heel wat gedoe is er uiteindelijk een parlementaire commissie ingesteld om een en ander eens grondig te onderzoeken. Deze commissie kwam (zoals bekend) met een uiterst kritisch rapport: ‘Ongekend onrecht’.

Het kabinet verbond daaraan de conclusie ontslag in te moeten dienen bij de koning. Het ging daardoor in demissionaire status de toch al uitgeschreven verkiezingen in maart jongstleden tegemoet. Daarna werden er twee verkenners aangesteld die in kaart moesten brengen hoe een coalitie kon worden gevormd, die een volgend kabinet kon schragen. En daar ging het opnieuw gigantisch mis, door een vervelend incident. Een attente journalist wist een pikante aantekening op de papieren van de verkenners in het nieuws te brengen. Grote gevolgen, iedereen heeft dat wel meegekregen. Enkele ongemeen felle debatten in de Tweede Kamer over wat er nu echt door wie wel of niet is gezegd. Grote ontreddering, en eerlijk gezegd ongeloofwaardige verklaringen van direct betrokkenen, met als resultaat een diepe vertrouwenscrisis. Onderling vertrouwen is juist nodig om verder te komen met elkaar. Zoals op zo veel plekken in onze samenleving.

Er blijft een breed gedragen bezorgdheid over de bestuurscultuur achter, die door deze pijnlijke gebeurtenissen (opnieuw) schrijnend zichtbaar werd. Het vertrouwen (over en weer dus nodig!) werd geschokt door de wijze waarop met de informatieplicht van het kabinet aan het parlement bleek te zijn omgegaan. Die informatieplicht is een grondwettelijk verankerde zaak; daar mag niet mee worden ‘gerommeld’. De verplichting tot het verstrekken van informatie wordt slechts ingeperkt door de vraag of iets niet openbaar mag komen in verband met het gevaar dat schade wordt aangebracht aan staatsgeheimen of rechtmatige persoonlijke belangen. Zou dat dreigen, dan kan uitgeweken worden naar een besloten bijeenkomst waarin vertrouwelijke informatie wordt gedeeld. Waar het in dit alles om gaat is de waarheid, en niets anders dan de waarheid. In dat verband is het eerlijk gezegd ongeloofwaardig dat drie ervaren politici, vakbekwame mensen, zich niets meer meenden te herinneren van een gesprek over een kritisch en daardoor ‘lastig’ lid van de Tweede Kamer, zelfs in alle toonaarden ontkenden zijn naam te hebben genoemd, terwijl de verslagleggers van die gesprekken dat wél noteerden. Kortom, een vertrouwensbreuk. Hoe dit op te lossen, zeker nu daardoor de voortgang van de vorming van een nieuw kabinet ernstig wordt opgehouden? De heer Tjeenk Willink, die daarna als informateur was aangesteld om na te gaan hoe de impasse kon worden doorbroken, heeft intussen gerapporteerd en een zekere wijsheid getoond in het vinden van wegen om het vertrouwen te herstellen dat men in de politieke leider van de VVD kan/wil hebben na alles wat er is gebeurd. Hij doet een beroep op alle betrokkenen om de gemoederen tot bedaren te brengen, immers ‘Voor het herstel van de democratische rechtsorde is vertrouwen en matiging nodig en geen wantrouwen en escalatie’. Daarover is eergisteren (we schrijven dit vrijdag 14 mei) gedebatteerd, met als resultaat dat een volgende stap is gezet met het aanwijzen van een volgende informateur, mevr. M. Hamer, voorzitter van de SER. Het wordt spannend of het haar lukt om voldoende bouwstenen te vinden voor een stevig coalitiegebouw.

Daar ziet het land naar uit; immers, er zijn veel complexe problemen op te lossen. Daarbij denken we niet zozeer aan dreigende besluiten over medisch-ethische kwesties die verruimde baan maken voor het (vermeende!) zelfbeschikkingsrecht van mensen over vraagstukken van leven en dood, of over herijking van de vrijheid van onderwijs, om maar enkele thema’s te noemen die ons verder kunnen afbrengen van de Bijbels te verantwoorden kaders. Want al deze thema’s kunnen wel worden geparkeerd en wachten, of nog liever afgevoerd. Maar dan denken we aan bijvoorbeeld een kwestie als de stikstofproblematiek of de beleidsreactie op de coronapandemie. Zo is uiteraard veel meer te noemen.

Het gaat om een betrouwbare overheid, een overheid die zegt wat hij doet en doet wat hij zegt. Een overheid die mensen niet in de steek laat. Een overheid die luistert naar gerechtvaardigde verlangens van burgers. Niet dat die burgers een verlanglijstje kunnen indienen waaraan dan wel meteen of op termijn wordt voldaan, maar wel een overheid die alle argumenten afwegend tot evenwichtige keuzes komt en die verantwoordt. Transparantie heet dat, iedereen heeft het daarover! Maar eerste vereiste is dat het onderlinge vertrouwen wordt hersteld, de vertrouwenscrisis wordt opgelost. Voorstellen daartoe buitelen over elkaar heen, bijna dagelijks staat er iets over in de krant. Dat hoeven we hier niet te herhalen. Maar het wordt al met al best ingewikkeld, naar het lijkt. Terwijl het zo eenvoudig kan zijn! Als persoonlijke en partijbelangen niet de boventoon voeren, maar het landsbelang domineert, men voor elkaar buigt, de ander uitnemender acht dan zichzelf. Daar is moed voor nodig en zelfverloochening. Maar het gaat ergens over: Vertrouwen schenken, vertrouwd worden.

Vertrouwen is een voluit Bijbels begrip. Tientallen malen treffen we dat in de Heilige Schrift aan. Boven Psalm 11 staat in mijn zakbijbel: Vertrouwen op God.

Dáár gaat het in het bijzonder om! Ons geheel en al, zonder enig voorbehoud en onvoorwaardelijk, toe te vertrouwen aan God. Dat leert onze natuur niet, dat is geen vrucht van onze eigen akker. Dat is genade en een onverdiende verwaardiging. Een gelukkig mens die dat leren mag, Dezulken komen er nimmer beschaamd mee uit. Eeuwig onveranderlijk als Hij in Zijn trouw en goedheid is voor mensen die dat niet verdiend hadden, maar toch kregen en hun vertrouwenscrisis opgelost zagen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 2021

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Vertrouwens-crisis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 2021

Zicht op de kerk | 32 Pagina's