Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Herman Bavinck (1854 – 1921) (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herman Bavinck (1854 – 1921) (1)

Een Geestelijk Wetenschapper

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 23 september 1874 verliet de negentienjarige Herman Bavinck de pastorie van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Kampen om theologie te gaan studeren in Leiden. Deze universiteit stond bekend om de moderne theologie die daar beoefend werd. De jonge Herman was niet naïef. Hij wist wat hem te wachten stond. In zijn dagboek proeven we dat hij zich zorgen maakte over de aanvallen die op zijn geloof zouden worden uitgeoefend. Hij schreef: ‘Zal ik staande blijven? Moge God het geven.’

Waarom ging hij dan studeren in Leiden? Zijn ouders hadden hem aangeraden om een jaar op de theologische school in Kampen te studeren. Herman had erin toegestemd, maar zijn wens om een meer academische opleiding te ontvangen dan op de theologische school mogelijk was, bleef. Bovendien wilde hij de moderne theologie vanuit de eerste hand leren kennen.

Anthony Brummelkamp zag als docent in Kampen grote gevaren. Hij zei tegen vader Jan Bavinck: 'Gij vertrouwt uw zoon aan de leeuwenmuil toe.' Vader Bavinck was er echter evenals zijn zoon van doordrongen dat een grondige opleiding nodig was om weerbaar te zijn in de grote vragen van die tijd. Hij antwoordde: 'Ik vertrouw op de genade van God, die machtig is om mijn kind te bewaren.'

Vader en zoon zijn in hun vertrouwen op de Heere niet beschaamd. De studie in Leiden heeft Herman niet losgeweekt van zijn geestelijke wortels. Het bevindelijke klimaat van het gezin en van de Afscheiding wortelde in zijn ziel en zou zijn hele leven doortrekken. Ook kerkelijk voelde hij zich thuis in deze lijn. Tijdens zijn promotie (over de ethiek van Ulrich Zwingli) op 10 juni 1880 verdedigde hij in het modernistische bolwerk van Leiden dat de Afscheiding van 1834 in het licht van de Nederlandse Geloofsbelijdenis nodig en wettig was.

Geestelijk en modern

Deze trekken zijn typerend voor Bavinck. We merken in zijn werk een bevindelijke grondtoon, terwijl hij zich tegelijk grondig heeft ingelaten met de vragen die door de moderne cultuur werden opgeworpen. Aan zijn vriend Snouck Hurgronje zou hij schrijven: 'Heb ik iets aan Leiden te danken, dan is het dit: de tegenstander trachten te begrijpen.’

Deze gezindheid legde hij ook aan de dag in de omgang met de vrijzinnige Christiaan Snouck Hurgronje. Ze ontmoetten elkaar tijdens de studie in Leiden. Uiteindelijk richtte Christiaan zich in zijn studie op de islam. Hij vertrok naar Mekka om nader onderzoek naar deze religie te doen. Dat leidde ertoe dat hij zich tot de islam bekeerde en zich liet besnijden. Later vestigde hij zich op Java waar hij met verschillende vrouwen was getrouwd. Zo kon hij de grootste kenner van de oosterse culturen en talen worden.

Ondanks de grote verschillen tussen deze mannen, zijn ze levenslang met elkaar in contact gebleven. Ze koesterden het ideaal van de ‘kritische vriendschap’. Ze beseften dat scherpe denkers een vertrouweling met een ander wereldbeeld nodig hebben om scherp te blijven. Zo wisselden zij van gedachten over de Bijbel en het kennen van God, de islam en het christelijk geloof, secularisatie en de religieuze toekomst van de wereld. Ze hadden dezelfde vragen, maar hun antwoorden stonden diametraal tegenover elkaar.

Hierin zien we een groot verschil met Abraham Kuyper. Bavinck was (aanvankelijk) onder de indruk van Kuyper en hij was gegrepen door diens denken. Samen met Kuyper heeft hij meegewerkt aan het neocalvinisme. Toch was er een groot verschil tussen deze beide mannen. Kuyper was de strateeg, de polemist en zelfs ruziemaker. Hij dacht vanuit de macht van partijen. Bavinck was veel geestelijker, nederiger. Hij luisterde naar de ander en nam die serieus. Zodoende waren zijn gedachten ook dieper gerijpt.

Vroomheid in kerk en school

De tweeslag van vroomheid en wetenschap zou voor Bavinck kenmerkend zijn voor zijn hele leven. Nadat hij in 1880 in Leiden afgestudeerd was, heeft Bavinck een beroep aangenomen naar de gemeente van Franeker.

Voor deze gemeente was dit een gezegende tijd. De eenheid werd hersteld en het geestelijke leven kwam tot bloei. De zorg die Bavinck aan de dag legde voor gehandicapten gaf een krachtig getuigenis van Jezus’ ontferming. Onderwijl knaagde het aan hem dat hij weinig aan wetenschappelijk onderzoek toekwam.

Des te treffender dat hij in 1880 een aanbod om hoogleraar aan de Vrije Universiteit van Kuyper te worden afsloeg.

De aanvaarding van dit aanbod zou te veel eer voor Kuyper zijn geweest en daar had Bavinck geen zin in. In 1882 werd Bavinck opnieuw gevraagd om naar de VU te komen. Hij bedankte opnieuw. Zijn hart lag bij de theologische opleiding van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Kampen. Het laat ons zien dat hij de kerk niet wilde opofferen aan de wetenschap, maar dat hij de wetenschap plaatste in dienst van de kerk. Of anders gezegd: Bavinck was een man van de kerk.

Niettemin pleitte hij voor een wetenschappelijker karakter van de opleiding. Toen de Christelijke Gereformeerde Kerken in 1892 samengingen met de dolerende Nederduits Gereformeerde Kerken van Kuyper, heeft Bavinck zich sterk gemaakt voor het samengaan van de VU en de Theologische School. Maar hij kreeg van twee kanten kritiek. Aan de ene kant was er het kamp van Kuyper dat inzette op wetenschappelijke theologie aan de universiteit, terwijl aan de andere kant christelijke gereformeerde leiders de theologische opleiding onder de vleugels van de kerk wilden bewaren. Dit betekende dat er twee theologische opleidingen bleven.

Een lezing over de geloofszekerheid uit deze tijd laat zien dat Bavinck in zijn wetenschappelijke werk altijd een link legde naar de vragen omtrent de persoonlijke praktijk van het geloofsleven. De voor hem niet achterhaald, maar zekerheid van het geloof waren vanuit zijn traditie en vanuit zijn eigen geestelijk leven had hij een pastoraal hart om deze vragen op een evenwichtige wijze te bespreken en geestelijke leiding te geven. Tegelijk bleef hij en groeide de lezing uit tot een nadenken over deze thematiek gerijpte publicatie die nog altijd den Belt publiceerde in 2016 de lezenswaardig is. Collega Van verschillende teksten onder de titel Geloofszekerheid.

Naar de vu

Bavinck zou twintig jaar in Kampen blijven voordat hij in 1902 (met zijn collega Petrus Biesterveld) overging naar de VU. In tot een figuur van deze periode ontplooide hij zich maatschappelijke betekenis die ook actief was in de politiek en het christelijk onderwijs. Zo zat hij van 1911- 1921 voor de Antirevolutionaire Partij in de Eerste Kamer en publiceerde hij over pedagogiek en psychologie.

De geestelijke grondtoon bleef. Treffend zijn de woorden die hij in 1904 in een voorwoord van werken van de Erskines schreef: ‘Er is hier een belangrijk element dat ons veelszins ontbreekt. Wij missen de geestelijke zielekennis. Het is of wij niet meer weten wat zonde en genade, wat schuld en vergeving, wat wedergeboorte en bekering is. In theorie kennen wij ze wel; maar wij kennen ze niet meer in de ontzaggelijke realiteit van het leven.’

In 1921 is Herman Bavinck gestorven. Snouck Hurgronje schreef kort daarvoor aan zijn vrouw: ‘Anders dan vroom heb ik mijn goeden vriend trouwens niet gekend.’ Dit getuigenis van een ongelovige is het beste getuigenis van de godsvrucht van Herman Bavinck. Het laat zien dat hij een ongelovige denker niet afschreef, zonder het getuigenis van het christelijk geloof na te laten. Op zijn sterfbed gaf Bavinck het laatste getuigenis van zijn geloof: ‘Aan mijn geleerdheid heb ik nu niets meer; mijn dogmatiek baat mij ook nu niet meer; alleen door het geloof word ik zalig.’

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 2021

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Herman Bavinck (1854 – 1921) (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 2021

Zicht op de kerk | 32 Pagina's