Heinrich Bullinger (1504-1575) (2)
In het eerste artikel hebben we vooral stilgestaan bij de invloed van Bullinger op de Nederlandse kerk. Nu gaan we in op de boeken die hij geschreven heeft en de betekenis daarvan voor de kerk in Nederland.
De 5 decaden
Als het over de boeken van Bullinger gaat moeten we in eerste plaats wel denken aan zijn bekende Huisboek. De naam is al veelzeggend. De oorspronkelijke titel luidt: De 5 Decaden. Deca is 10, dus: 5 keer tien preken, dus 50 preken. Maar in Nederland is het bekend geworden onder de naam Huisboek, zoals ik al zei: een veelzeggende naam: het boek was in vele Nederlandse huizen te vinden. In 1563 verscheen de eerste Nederlandse vertaling in Emden. In 1622 verscheen een zesde druk, dat betekent dat er in 60 jaar tijd 6 drukken verschenen. Voor een boek met zo’n forse omvang was dat, zeker voor die tijd, een ongehoord succes. Het werk van Bullinger, dat bedoeld was als een praktische dogmatiek, had een even groot gezag als Calvijns Institutie. Het Huisboek van Bullinger stond bovenaan op de boekenlijst van de schepen van de VOC en de WIC. Zo hebben de preken van Bullinger hun weg gevonden naar Nederlands-Indië (Ceylon, Ambon, Jakarta, Timor en Formosa) en Amerika (vooral de Hollandse kolonie op Manhattan, Nieuw-Amsterdam, het latere New York).
Maar naast het Huisboek verschenen er in die tijd nog zo’n 15 andere Nederlandse vertalingen van werken van Bullinger. Ik noem onder andere zijn verklaring van het Bijbelboek Openbaringen, in 1567 waarschijnlijk ook te Emden uitgegeven. Daar verscheen twee jaar later, in 1569, een boek tegen de wederdopers. In 1611 verscheen in Amsterdam zijn boek:
Over de genade Gods, die ons rechtvaardig maakt om Christus’ wil, alleen door het geloof, zonder goede werken, het geloof nochtans zijn vruchtbaarheid bewijzend door goede werken.
De titel is zeer typerend voor Bullinger. Hij beleed van ganser harte het sola fide en het sola gratia. Maar tegelijk vroeg hij nadrukkelijk aandacht voor de levensheiliging. Bullinger was een theoloog van formaat, maar het ging hem uiteindelijk om de praktijk der godzaligheid.
In 1922 verscheen er een vertaling van een belangrijk boek van Bullinger, waarin hij een bondige samenvatting geeft van zijn verbondstheologie, Van het enig en eeuwig Testament of Verbond Gods. Er zouden nog meer titels te noemen zijn, maar één ding is wel duidelijk: in de 16e eeuw was Bullinger de meest gelezen theoloog van Nederland. Dat blijkt ook uit wat Bullinger zelf in 1566 aan een vriend schreef:
Ja, waarlijk, de Heere onze God is een wonderbaarlijk God, die onverwachte en ongelooflijke dingen werkt. Dikwijls moet ik daarbij aan de zalige drukker Froschauer denken, die reeds twintig jaar geleden (1546) vaak tegen mij zei: Ik verkoop nergens meer van uw boeken, dan in Nederland, en ik geloof, dat gij het nog zult beleven dat grote veranderingen daar zullen komen en deze leer er niet zonder vrucht zal blijven.
De betekenis
Om de betekenis van Bullingers’ geschriften nog beter te verstaan is het goed om te bedenken dat er in die tijd wel veel geschriften van Lutherse theologen beschikbaar waren, maar dat er nauwelijks gereformeerde theologie voorhanden was. Bullinger was een van de eersten die in deze behoefte heeft voorzien. Via de predikanten die zijn werken bestudeerden heeft hij bijgedragen aan de geestelijke opbouw van Neêrlands kerk.
Daarbij moet bedacht worden dat hij ook via andere kanalen de Nederlandse theologie, zij het indirect, duidelijk heeft beïnvloed. Te denken valt aan de Heidelbergse Catechismus. De opstellers, Ursinus en Olevianus, hebben beiden niet alleen in Genève, maar ook in Zurich, bij Bullinger gestudeerd. Vooral met Ursinus, die de belangrijkste opsteller van de HC is, onderhield Bullinger nauwe vriendschapsbanden. Ursinus heeft zelf ook ronduit de grote invloed van Bullinger op de Catechismus bevestigd. Hij schreef aan Bullinger:
Als er duidelijkheid en helderheid in te vinden is, hebben wij dat vooral aan u en de andere grote lichten van Zwitserland te danken.
Bullinger op zijn beurt, had ook oog voor de grote betekenis van de Heidelbergse Catechismus. Hij liet Ursinus weten: Ik beschouw het als de beste catechismus die er ooit verschenen is. En dat, terwijl hij zelf, 4 jaar eerder, in 1559, een eigen Catechismus had geschreven. Aan het slot van de synode die in januari 1563 te Heidelberg werd gehouden, gaf keurvorst Frederik de Vrome de Heidelbergse Catechismus aan theologen en predikanten ter beoordeling mee. Maar wat kregen ze daarbij? Ik citeer uit een brief: Een boekje van Bullinger, waarin de gronden van de catechismus terug te vinden zijn. Welk boekje dat was, is helaas niet bekend, maar het wijst wel op de grote invloed van Bullinger op onze catechismus. Op de rijksdag in Augsburg van 1566, drie jaar na het verschijnen van de HC, werd verteld dat keurvorst Frederik zijn catechismus in Zurich, door Bullinger en zijn medewerkers had laten opstellen. Het was een gerucht, maar wel een veelzeggend gerucht. Verder zijn er in de HC ook letterlijke citaten uit het Huisboek terug te vinden. De formulering van de veel bekritiseerde vraag 8, die zegt dat wij onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad, is letterlijk in het Huisboek aan te wijzen. Behalve de catechismus mogen we ook nog wijzen op ons rijke doopformulier; de verbondsrijkdom die daar te vinden is, komt regelrecht bij Bullinger vandaan.
Tot zover iets over de sporen van Bullingers’ invloed in Nederland. In de volgende aflevering wil ik ingaan op zijn verhouding tot Calvijn. Door ze naast elkaar te zetten komt de eigenstandige positie van Bullinger binnen het gereformeerd protestantisme des te duidelijker naar voren. De laatste jaren wordt door voortgaand wetenschappelijk onderzoek steeds meer duidelijk dat ‘het calvinisme’ wel door Calvijn is gestempeld, maar dat deze beweging tegelijk veel breder en veelkleuriger is geweest dan de theologie van Calvijn alleen. Daarom is het eigenlijk beter om in plaats van ‘het calvinisme’ over het gereformeerd protestantisme te spreken, als een brede beweging waaraan, naast Genève, ook Zurich, Bazel en Straatsburg en ook Wittenberg, ieder hun eigen accenten en kleur hebben gegeven. Die breedte heeft juist de kracht en de vitaliteit aan deze beweging gegeven. Juist die veelkleurigheid gaf de mogelijkheid om de volle rijkdom van de Schrift te kunnen vertolken.
‘Opdat gij ten volle zou kunnen begrijpen met al de heiligen, welke de breedte, en lengte, en diepte, en hoogte zij, En bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot al de volheid Gods.’
Wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 2021
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 2021
Zicht op de kerk | 32 Pagina's