Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweeërlei kinderen van het verbond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweeërlei kinderen van het verbond

4 minuten leestijd

De christelijke kerk en het Joodse volk zijn de afgelopen tweeduizend jaar heel vaak tegenover elkaar komen te staan. Daar hebben de kwalijke beelden die over en weer van elkaar rondgingen een grote rol in gespeeld. De christelijke kerk en het Joodse volk staan echter niet tegenover elkaar, maar naast elkaar. De christelijke kerk is immers niet in de plaats van het Joodse volk gekomen, maar heeft een plaats naast het Joodse volk gekregen. Het Joodse volk is het verbondsvolk, maar tegelijkertijd blijft dat verbond niet beperkt tot het Joodse volk. Het verbondsvolk Israël is uitgebreid met de christelijke kerk. Ze horen zozeer bij elkaar dat er in stelling 10 over de christelijke kerk gesproken wordt als dat deel van de kerk dat uit de volken is. We mogen echter niet vergeten dat zowel onder het verbondsvolk Israël als in dat deel van de kerk dat uit de volken is, tweeërlei kinderen van het verbond zijn. Er zijn zowel onder het verbondsvolk Israël als in de christelijke kerk twee soorten verbondskinderen. Ze zijn wel allemaal in het verbond, maar ze zijn niet allemaal van het verbond.

Het verbondsvolk israël

Israël is het volk van Gods verbond. Paulus is daar in Romeinen 9:4 heel duidelijk in. ‘Welke Israëlieten zijn, welker is de aanneming tot kinderen, en de heerlijkheid, en de verbonden, en de wetgeving, en de dienst Gods, en de beloftenissen.’ Er valt echter een tweedeling onder dat ene verbondsvolk. De apostel schrijft aan de gemeente van Korinthe dat ze allemaal onder de wolk waren en dat ze allemaal door de Rode Zee gegaan zijn. Ze zijn allemaal in Mozes gedoopt in de wolk en in de zee. Ze hebben allemaal dezelfde geestelijke spijs gegeten en dezelfde geestelijke drank gedronken. Maar hij schrijft ook dat God in het merendeel van hen geen welgevallen heeft gehad. De schuld daarvan lag niet bij de HEERE, maar bij het verbondsvolk. Zij hebben immers lust gehad tot het kwaad. Daarom zijn ze terneergeslagen in de woestijn. En zo valt er een tweedeling. Er waren twee soorten verbondskinderen. En die tweedeling is er nog steeds onder het verbondsvolk Israël: ‘Alzo is er dan ook in deze tegenwoordige tijd een overblijfsel geworden naar de verkiezing der genade.’

Het is van groot belang om dit voor ogen te houden. Er zijn de eeuwen door immers Joden geweest die zich op hun verbondsafkomst beriepen. Ze zijn het zaad van Abraham en daarmee is eigenlijk alles wel gezegd. Het komt met hen wel goed, want zij zijn verbondskinderen. Er zijn echter de eeuwen door ook christenen uit de volken geweest – en het zijn er nu misschien wel meer dan ooit tevoren – die er net zo over denken. Ze zijn zo vol van de bijzondere plaats van het verbondsvolk Israël dat ze er geen oog voor hebben dat er onder dat verbondsvolk tweeërlei kinderen van het verbond zijn. Het komt voor Jood en heiden aan op het geloof in de Heere Jezus: ‘En de zaligheid is in geen ander; want er is ook onder de hemel geen andere naam, die onder de mensen gegeven is, door welken wij moeten zalig worden.’

De kerk uit de volken

Het is in dat deel van de kerk dat uit de volken is, niet anders dan onder het verbondsvolk Israël: er zijn twee soorten verbondskinderen. Wij lopen ook het gevaar om te rusten in onze verbondsstatus, in onze doop of in ons lidmaatschap van de kerk. De apostel heeft in zijn brief aan de gemeente van Korinthe, waarin hij ingaat op de tweedeling die in de woestijn onder het verbondsvolk Israël valt, een boodschap voor ons: ‘En deze dingen zijn geschied ons tot voorbeelden, opdat wij geen lust tot het kwaad zouden hebben, gelijkerwijs als zij lust gehad hebben.’ Als wij niet geloven in de Koning zullen wij als kinderen van het Koninkrijk buitengeworpen worden.

Verbondsspanning

Het verbondsvolk Israël bestaat, evenals dat deel van de kerk dat uit de volken is, uit tweeërlei kinderen van het verbond. Er zijn verbondskinderen die wel in het verbond zijn, maar niet van het verbond. Het komt er echter wel op aan dat we hier op een goede manier mee omgaan. We kunnen zowel over het verbond als over de doop zeggen: we mogen het verbond niet overwaarderen en niet onderwaarderen en we mogen onze doop niet overschatten en niet onderschatten. Het gevaar is dan wel aanwezig dat er een grijs midden ontstaat waarbij het verbond vlees noch vis is. Het midden tussen het overwaarderen en het onderwaarderen van het verbond is echter geen futloos midden, maar een spanningsvol midden. Het is het spanningsvolle midden waar Zijn macht en onze onmacht, Zijn gewilligheid en onze onwilligheid, en Zijn trouw en onze ontrouw gevoeld wordt. Deze spanning moet ons niet verlammen maar uitdrijven naar de God van het verbond: voor onszelf, voor ons nageslacht en voor Israël.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juni 2022

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Tweeërlei kinderen van het verbond

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juni 2022

Zicht op de kerk | 32 Pagina's