Het Vierde Gebod
De Rustdag
Negentien vragen en antwoorden van de Catechismus van Genève gaan over het vierde gebod: gedenk de sabbatdag, de rustdag, om die te heiligen.
Uitgelegd wordt als eerste dat een deel van dit gebod ceremonieel is en dus met de komst van Christus opgeheven. Hij heeft door Zijn middelaarswerk de rust aangebracht, waar de wekelijkse rustdag een afbeelding van was. Dit is het geestelijke bestanddeel in dit gebod, namelijk om te rusten van onze zondige werken. Het gebod is erop gericht om ons dit steeds in herinnering te brengen. We vinden dit onderwijs ook in onze eigen Catechismus, waar het laatste stukje van antwoord 103 luidt: dat ik alle dagen van mijn leven zal rusten van mijn boze/goddeloze werken en de Heere toelaat door Zijn Geest in mij te werken, om zo de eeuwige rustdag in dit leven aan te vangen.
In de tweede plaats is het belangrijk om elke week een dag apart te zetten om ‘het Woord des Heeren te horen en aan de openbare gebeden en aan de sacramenten deel te nemen.’ Ook dit vinden we in onze Catechismus: dat we op de rustdag tot Gods gemeente komen. We gaan naar de bijeenkomst van Gods volk, de gemeente van Jezus Christus. Wat doen we daar? Vier dingen, zegt onze Catechismus:
• Gods Woord horen,
• doop en avondmaal gebruiken,
• de Heere aanroepen (bidden),
• christelijke handreiking doen aan de armen (voor hen collecteren).
Dit omschrijft de Geneefse Catechismus in antwoord 179 als volgt:
• Gods waarheid horen,
• de publieke gebeden doen,
• belijdenis van zijn geloof afleggen.
In de derde plaats heeft dit vierde gebod betekenis voor het maatschappelijke leven, namelijk om niet onophoudelijk te werken, maar ook rust te nemen en je ondergeschikten rust te geven / te gunnen.
We kunnen met deze drie zaken op onszelf reflecteren:
(1) Hoe staat het bij mij wat betreft het stoppen met goddeloze daden? Laat ik de Heere door Zijn Geest in mij werken of verzet ik mij daartegen? Wil ik graag de geestelijke bedoeling van de rustdag in mijn leven gestalte geven, of: dat God die geestelijke bedoeling in mijn leven gestalte geeft, werkelijkheid laat worden? De Geneefse Catechismus gebruikt in dit verband de volgende omschrijving: ‘ons vlees doden, dat wil zeggen niet toegeven aan onze natuur, opdat God ons door Zijn Geest zal regeren.’ Over het doden of kruisigen van onze zondige natuur schrijft Paulus in Romeinen 8 vers 13: als wij volgens het vlees, onze zondige verlangens, leven, zullen wij sterven, maar als wij door de Geest de werkingen van het lichaam doden, zullen wij leven. En volgens de Statenvertalers is het doden van de zonde voor ons niet onmogelijk, als we het doen door Gods Geest, Die in ons woont, en ons al kracht daartoe heeft gegeven, als wij die kracht door gebeden en andere oefeningen van godzaligheid maar behoorlijk opwekken. Belangrijk is dus het gebed en de oefening van godzaligheid.
(2) Hiermee komen we op het terrein van kerkgang. Behalve veel andere dingen is de kerkgang immers ook een oefening van godzaligheid. We komen samen om door Gods Woord onderwezen te worden. Daar wordt ons van keer tot keer verteld wat zonde is en wat genade is. Daar wordt ons van week tot week voorgehouden wat God in Zijn wet van ons eist, opdat we in verootmoediging schuldbelijdenis doen en als gemeente verwonderd horen hoe God die vergeving in Zijn Zoon heeft gelegd, door het werk van verzoening, door te voldoen aan al die eisen van Gods wet. Daar, in de samenkomst als gemeente van Jezus Christus, naderen we ook in gebed tot de God van alle genade om kracht en hulp in het strijdperk van dit leven tegen de driekoppige doodsvijand: duivel, wereld en eigen ik.
(3) De Heere heeft in het gebod om de rustdag aan Hem te wijden en ons dus bezig te houden met de dienst van Hem, ook ten derde geboden te rusten; geen werk te doen. Hierin worden speciaal de werknemers genoemd: knechten en andere ondergeschikten, het personeel. Zij moeten een dag van rust ontvangen. In de weergave van de tien geboden in Deuteronomium 5 verwijst Mozes naar het volksverleden als slaven in Egypte. Ze weten het nog heel goed hoe zwaar hun dienstbaarheid was. Ze weten wat het slavenleven inhield. Daarom moesten ze humaan omgaan met hun ondergeschikten.
Ook voor ons eigen psychische en emotionele welzijn is het heel belangrijk om op tijd rust te nemen. En dat doen we als we de wekelijkse rustdag in ere houden. Rusten naar het lichaam en de geest, en werkzaam zijn in de verzorging van onze ziel en zaligheid.
Hierbij kunnen heel wat vragen in ons opborrelen over zondagswerk en ontspanning. Maar onze Heidelbergse Catechismus gaat er niet op in en die van Genève evenmin. Dit is opmerkelijk, omdat in de loop der eeuwen heel wat gesproken en geschreven is over die vragen. En tot in onze tijd is daar heel wat meningsverschil over; niet alleen in het grote geheel van het maatschappelijke leven, maar ook in elk gezin en bij de opvoeding van elke nieuwe generatie. We moeten heel praktisch onze kinderen bijbrengen wat wel en wat niet bij het gehoorzamen aan dit heilzame gebod hoort. Maar hoe belangrijk ook de invulling ervan is en hoe verschillend er ook over gedacht wordt, bij een Bijbelse gezindheid om de Dag des Heeren te heiligen horen niet in de eerste plaats vragen over wat op die dag wel en wat niet mag, maar veel meer wat we zingen in Psalm 111 vers 1 en 2:
Loof, Halleluja, loof de HEER!
Mijn ganse hart verheft Zijn eer.
Ik zal Zijn Naam en grootheid prijzen.
‘k Zal met d’ oprechten onderling
Vereend in hun vergadering
En raad Hem plechtig eer bewijzen.
Des HEEREN werken zijn zeer groot;
Wie ooit daarin zijn lust genoot,
Doorzoekt die ijv’rig en bestendig.
Zijn doen is enkel majesteit,
Aanbiddelijke heerlijkheid,
En Zijn gerechtigheid onendig.
Hier vraagt de Geneefse Catechismus wel aandacht voor. We lezen in het vierde gebod over de Schepper, Die op de zevende dag heeft gerust. Wat dat voor ons inhoudt bij het houden van dit gebod schijft vraag en antwoord 177: wat wil het zeggen, dat wij moeten rusten zoals onze Heere het heeft gedaan?
Het antwoord luidt: Na alles in zes dagen te hebben geschapen heeft Hij de zevende dag gewijd aan de beschouwing ervan. En om ons er beter toe te brengen dit ook te doen, voert Hij Zichzelf voor ons als voorbeeld aan. En daar voegt de Catechismus aan toe: Er is immers niets zo begerenswaardig als gelijkvormig aan Hem te zijn.
Welke werken komen vooral in aanmerking om op die heerlijke rustdag te overdenken? De werken van onze Schepper. De zorg van onze trouwe Verbondsgod in de voorzienigheid. En vooral de werken van onze genadige Verlosser in het zalig maken van zondeslaven en satansknechten.
In het laatste Bijbelboek lezen we over ‘de Dag des Heeren’. De kanttekening luidt: Dat is de eerste dag der week, zo genoemd omdat Christus op die dag is opgestaan van de doden, en omdat de dienst des Heeren toen al door de christenen in plaats van de sabbat, werd gehouden.
DE BEHANDELDE VRAGEN EN ANTWOORDEN 166 T/M 184
HET VIERDE GEBOD
Vraag 166: Laten wij komen tot het vierde gebod.
Antwoord: Gedenk de Sabbatdag, dat gij die heiligt. Zes dagen zult gij arbeiden, en al uw werk doen; doch de zevende is de Sabbath van de Heere uw God. Daarop zult gij geen werk doen, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch de os, noch de ezel, noch de vreemdeling die binnen uw poorten woont. Want in zes dagen heeft God de hemel en de aarde, en al wat daarin is voltooid; op de zevende heeft Hij gerust. Derhalve zegende Hij de Sabbathdag, en heeft hem als Hem heilig afgezonderd.
Vraag 167: Beveelt Hij zes dagen te arbeiden, om de zevende te rusten?
Antwoord: Niet eenvoudigweg; maar zes dagen voor het werken der mensen toestaande, neemt Hij de zevende er uit om voor de rust te bestemmen.
Vraag 170: Hoe dan? Is er niet iets in behalve een ceremonie?
Antwoord: Het is om drie redenen gegeven.
Vraag 171: Deel mij die mede.
Antwoord: Om de geestelijke rust af te beelden; om de kerkelijke orde te bewaren; tot verlichting der dienstbaren.
Vraag 172: Wat verstaat gij onder de geestelijke rust?
Antwoord: Wanneer wij met eigen werken ophouden; opdat God in ons Zijn werken volvoere.
Vraag 176: Waarom wordt toch liever de zevende dag voorgeschreven, dan een willekeurige andere?
Antwoord: Dit getal betekent in de Schrift een volkomenheid. Het is dus geschikt om de voortduur aan te geven. Tevens wijst het aan, dat deze geestelijke rust in dit leven slechts begint, en niet eerder volmaakt zal zijn, dan wanneer wij uit de wereld heengaan.
Vraag 177: Maar wat wil dat zeggen, dat de Heere ons door Zijn voorbeeld tot rusten aanspoort?
Antwoord: Toen Hij binnen zes dagen een einde gesteld had aan het scheppen der wereld, heeft Hij de zevende gewijd aan het beschouwen van Zijn werken. Om ons daartoe des te sterker aan te sporen, heeft Hij ons Zijn voorbeeld voorgesteld. Want niets is méér na te streven, dan dat wij naar Zijn beeld gevormd worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 2022
Zicht op de kerk | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 2022
Zicht op de kerk | 36 Pagina's