Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onveranderlijke Trouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onveranderlijke Trouw

4 minuten leestijd

Niemand zal ontkennen dat we moeilijke tijden beleven. Hoewel, beleven? Praten wij nu óver wat er allemaal gebeurt, of kennen wij onszelf mede schuldig en spreken wij dus vanuit de beleving? Het ware gebed is vanuit de diepte, in verootmoediging. Dat zien we ook bij de dichter van Psalm 102. Bij deze dichter is het over Sion gekomen oordeel Gods de bodem van persoonlijk zielenlijden. Immers: de heidenen zijn gekomen en hebben Gods erfdeel ingenomen. Wat is er gebeurd? Het volk Juda was in ballingschap gevoerd. Van Jeruzalem en van de tempel, Sion, was niet meer dan een puinhoop, gruis, overgebleven. 70 jaren van ballingschap volgden. Waarom heeft de Heere die gesel der Babyloniërs willen gebruiken? Waarom die heidenen? Omdat het volk God en Zijn inzettingen verlaten had. Er was nog wel een godsdienstig vernisje aan de buitenkant, en men beriep zich in Jeruzalem wel op de aanwezigheid van de tempel, roepende: ‘Des HEEREN tempel, des HEEREN tempel, des HEEREN tempel zijn deze.’, maar de ware godsvreze ontbrak maar al te zeer: leer en leven strookten niet met elkaar. Daarom moest het volk in ballingschap. Nu gaf dat aanvankelijk enige moeilijke jaren, maar voor velen bleek toch al gauw dat het met die ballingschap wel meeviel. Men vergat over het algemeen dat men vanwege het oordeel Gods aan Babels stromen vertoefde. Toch waren enkele van Gods knechten dat niet vergeten. Zo zij Jeruzalem zouden vergeten, zo zou hun rechterhand zichzelf vergeten. Zij dachten aan de tempel. Zij liepen niet over het oordeel heen: zij kwamen in de schuld. Dat was ook het geval bij de dichter van deze psalm, wiens naam wij niet weten.

Er zijn verklaarders die menen, dat deze psalm geen boetpsalm genoemd zou kunnen worden, omdat er nergens enige belijdenis van zonden in voor zou komen. Maar dit lijkt mij een misvatting. In vers 11 spreekt hij over verstoordheid en toorn bij de HEERE, en hij weet echt wel waarom. Hij verkwijnt als het ware bij de gedachte, dat de Heere Zich niet meer zou ontfermen. Dat brengt hem in het gebed. Maar in dat gebed is ook verwachting: dat de Heere Zich zal ontfermen. Al lijkt alles duister vanwege de zonde; Híj is geen land van uiterste duisternis! Hij zal uitkomst geven. Hij zal op noodgeschrei nog grote wonderen doen. Hij zal Zich wenden tot het gebed desgenen die gans ontbloot is. Letterlijk staat er: die helemaal uitgeschud zijn, zoals slachtoffers van berovingen. Nou, zo iemand heeft niets meer over. Die staat met lege handen. Is dat nu ook bij u zo? Staat u met lege handen? Of verwacht u het van uw eigen sterkte, krachten, gezondheid? Wat doet u dan in de kerk? Aan des HEEREN zegen is immers alles gelegen. Aan armen wil Hij, uit genade, Zijn hulpe ter verlossing zenden. Zo mag de dichter krediet oefenen op de Heere. Hij zal Zich ontfermen, ook al zijn er geen redenen in de mens.

Waarom mag de dichter weten, dat de Heere Zich zal ontfermen? Vanwege de trouw des Heeren. Ondanks de ontrouw van mensen, ondanks de onmogelijk lijkende omstandigheden: de dichter mag hogerop zien. In alles wat woelt, in alles wat verandert en benauwt, met eerbied gezegd: God is de enige constante factor. Zijn gedachtenis is van geslacht tot geslacht. Dat betekent ook dat Híj gedenkt. Het gaat dan ook om Zijn werk en Zijn Kerk. En als u dát bedenkt, dan gaat het niet om ons werk, en wat wíj gaan verdienen, maar of alles gedaan mag worden ‘Coram Deo’, voor het Aangezichte Gods. De bestemde tijd is gekomen, na het holste van de nacht is de dageraad nabij. In Christus, en om Zijnentwil. Ook voor de kerk en maatschappij van heden ten dage.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 2023

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Onveranderlijke Trouw

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 2023

Zicht op de kerk | 32 Pagina's