DE eerste BEDE
De naam van uw man of vrouw is voor u niet zomaar ‘een naam’... Integendeel, zodra die naam klinkt ziet u hem of haar voor u. Het is een naam die innerlijk gevoelens van liefde bij u oproept. Daarom raakt het u ook zo pijnlijk diep als iemand anders zijn of haar naam belastert. U wilt niets liever dan zijn of haar naam ‘hooghouden’! Maar wat betekent Gods Naam voor u? Wat is Zijn eer u waard?
In het Gebed des Heeren geeft de Heere Jezus Christus Zijn discipelen en daarmee ook alle christenen gebedsonderwijs. Hij leert ons om de HEERE aan te roepen in het geloof, vol diepe eerbied en tegelijk in kinderlijke overgave, als ‘onze Vader, Die in de hemelen zijt’. Direct daarna volgt (wat wij noemen) de eerste bede. ‘Uw Naam worde geheiligd.’ In de vragen en antwoorden 266-267 gaat Calvijn in op de inhoud van deze eerste bede. De hoofdsom van deze eerste bede is (antwoord 266) dat de Schrift onder de Naam van God verstaat ‘de bekendheid en de roem waarmee Hij onder de mensen geëerd wordt’. In de Bijbel openbaart God Zich aan ons met verschillende Namen. Al deze verschillende Namen leren ons wíe en hóe God is. We kennen allereerst de Naam God, een vertaling van het Hebreeuwse Elohim. Het is de Naam die Gods almacht en majesteit benadrukt. Maar we lezen ook over de Naam HEERE, de vertaling van het Hebreeuwse Jahweh. Het is de Naam waarin Gods genade en trouw aan Zijn genadeverbond krachtig doorklinken. In het Nieuwe Testament ontmoeten we de Zoon van God, Die mens geworden is, in Zijn Namen Heere Jezus Christus. Ook deze Namen werpen licht over wie Hij is en wat Hij doet! Heere is de vertaling van het Griekse Kurios, wat Eigenaar, Gebieder betekent. Jezus is Zijn Persoonsnaam en betekent Zaligmaker, Redder. Christus is Zijn Ambtsnaam (Gezalfde); en wijst Hem aan als door de Vader gezalfd met de Heilige Geest tot Profeet, Priester en Koning. Zo zijn al de Namen van de drie-enige God als het ware verschillende kanten van een diamant. Daarin schittert Zijn hoogheid, heiligheid, genade, liefde en trouw. Zijn uw ogen er al voor opengegaan?
Wanneer we bidden om de heiliging van Gods Naam, vragen we, volgens Calvijn in antwoord 266, dat Gods glorie overal en in alles vermeerderd moge worden. De uitleg van de Catechismus van Genève is daarmee sterk gericht op de verheerlijking van God. Het is wellicht leerzaam om op dit punt ook de Heidelbergse Catechismus hierbij te betrekken, die in Zondag 47 ook deze eerste bede uitlegt. Als we beide geschriften met elkaar vergelijken vallen zowel overeenkomsten als ook een enkel verschil op. Ook in de Heidelbergse Catechismus vinden we in de uitleg een sterk accent op de verheerlijking van Gods Naam. In Gods Naam schitteren Zijn heerlijke eigenschappen: Zijn almacht, wijsheid, goedheid, gerechtigheid, barmhartigheid en waarheid. Het roemen en prijzen daarvan is het doel van het leven van een christen; ‘daarna ook dat wij al ons leven, gedachten, woorden en werken, alzo schikken en richten, dat Uw Naam om onzentwil niet gelasterd, maar geëerd en geprezen worde.’ Wel valt op dat de Heidelbergse Catechismus dit heel expliciet verbindt aan het persoonlijk kénnen van Gods Naam. Daarmee begint antwoord 122: ‘Geef ons eerstelijk dat wij U recht kennen’. Sterker dan Calvijn legt het troostboek uit Heidelberg daarmee de lijn naar het christenhart dat Gods Naam heel persoonlijk leert kennen in de Heere Jezus Christus, door de kracht van Zijn Geest. Dat is ook niet verwonderlijk aangezien ‘de enige troost van een christen’ de rode draad vormt die door heel dit geschrift heen loopt.
Vraag 267 van de Catechismus van Genève zal ongetwijfeld herkenning oproepen. We bidden wel om de heiliging van Gods Naam, maar is dat wel nodig? ‘Kan Zijn glorie dan toenemen of verminderen?’ Calvijn maakt in het antwoord duidelijk dat Gods glorie in zichzelf niet kan toenemen of verminderen. ‘Maar wij vragen dat zij verheerlijkt wordt onder de mensen naardat Hem toekomt; dat al wat God doet, al Zijn werken, zo heerlijk uitkomen, als ze zijn, zodat Hij op alle manieren verheerlijkt wordt.’
Onze gebeden doen dus op zichzelf niets af of toe aan de heerlijkheid van Gods Naam. En tóch is het nodig om te bidden om de heiliging van Zijn Naam. We vragen daarmee dat wij (en alle mensen) Zijn Naam zullen kennen uit al Zijn werken, zodat Hij steeds meer verheerlijkt zal worden op deze aarde. Hij is het immers waard om álle lof en eer te ontvangen! ‘Uw Naam worde geheiligd.’ Wat is deze eerste bede een ontdekkend gebed. Dit gebed gaat lijnrecht in tegen ons natuurlijk hart. We zijn weliswaar éénmaal geschapen met het hoge doel om te leven tot eer van Gods Naam. Dat is en blíjft het doel van ons leven, ook na de zondeval. Maar sinds de zondeval is de werkelijkheid van ons leven precies het tegenovergestelde. We leven alleen voor de eer van ónze naam. Wat zijn we erop gericht om onze eigen naam hoog te houden voor de mensen. Wat kunnen we hoogmoedig en trots zijn als mensen onze naam met respect en ontzag uitspreken. Wat kunnen we boos en hatelijk zijn als mensen onze naam door het slijk halen. Dan blijkt hoe totaal verdorven ons hart is door de zonde. Wie bekommert zich om de eer van Gods Naam? Niemand, tenzij Gods Geest ons geestelijk levend maakt en we door het zaligmakend geloof verbonden worden aan de Heere Jezus Christus.
Alleen de Heere Jezus Christus heeft Gods Naam volkomen geheiligd op de aarde. Door de wet van God te vervullen. Door Gods toorn over de zonde te dragen. Door ál Zijn gedachten én woorden én werken áltijd te richten op de eer van Zijn Vader. Door Gods Naam te verheerlijken, zelfs in de nacht waarin Hij verraden en gevangengenomen werd. ‘En als zij den lofzang gezongen hadden, gingen zij uit naar den Olijfberg’ (Mark. 14:26). Wie met Hem verenigd is door het geloof gaat ernaar verlangen om Hem ook dáárin na te volgen. Zeker, dat blijft hier op de aarde levenslang met vallen en opstaan. Maar Hij léért het de Zijnen om gericht te zijn op de eer van Gods Naam. In hun gebedsleven; zeker. Daarin allereerst. Zodat het ‘Uw Naam worde geheiligd’ ook werkelijk de éérste bede daarin wordt.
Maar niet alléén daarin. Het wordt óók ons verlangen om op andere momenten in het christenleven op aarde Gods Naam te verheerlijken. Door Hem aan te wijzen en aan te prijzen aan onze naasten! Opdat ook anderen de HEERE zullen zoeken, zullen kennen en zullen leven tot de eer van Zijn Naam.
De heiliging van Gods Naam blijft in het hier en nu altijd in alle gebrokenheid. Zowel in het gebed van een christen als ook daarbuiten in het hele christenleven. Maar ééns breekt het moment aan dat al Gods kinderen van alle gebrokenheid verlost zullen worden. In de eeuwige heerlijkheid zullen ze niet meer bidden om de heiliging van Gods Naam, maar zullen ze eeuwig zingen tot glorie van Zijn Naam. ‘En zij zongen het gezang van Mozes, den dienstknecht Gods, en het gezang des Lams, zeggende: Groot en wonderlijk zijn Uw werken, Heere, Gij almachtige God; rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij Koning der heiligen. Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Want Gij zijt alleen heilig; want alle volken zullen komen en voor U aanbidden; want Uw oordelen zijn openbaar geworden’ (Openb. 15:3-4).
De Behandelde Vragen En Antwoorden 266 En 267
De eerste bede
Vraag 266: Zeg mij de hoofdsom van de eerste bede.
Antwoord: Onder de Naam van God verstaat de Schrift de bekendheid en de roem waarmee Hij onder de mensen geëerd wordt. Wij vragen dus dat Zijn glorie overal en in alles vermeerderd moge worden.
Vraag 267: Maar kan Zijn glorie dan toenemen of verminderen?
Antwoord: In zichzelf wordt ze niet groter en vermindert niet. Maar wij vragen dat zij verheerlijkt wordt onder de mensen naar dat Hem toekomt; dat al wat God doet, al Zijn werken, zo heerlijk uitkomen, als ze zijn, zodat Hij op alle manieren verheerlijkt wordt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's