Het Uitschrijven Van Leden
Regelmatig worden er via het kerkelijk bureau vragen gesteld over het in- en uitschrijven van leden van de gemeente en de kerk. In dit artikel bespreek ik enkele veel gestelde vragen over het uitschrijven van leden.
Ik geef enkele formele en praktische antwoorden. De diepere en theologische betekenis van het lidmaatschap van de gemeente beschrijf ik nu niet. Bij het lezen van het artikel is het echter goed om te beseffen dat lidmaatschap van kerk en gemeente niet zomaar een ‘vorm van inschrijving’ is zoals bij een willekeurige vereniging. Kerk en gemeente zijn immers openbaring van het lichaam van Christus. Een lid stelt zich onder Hem als het Hoofd van de kerk en behoort tot de gemeenschap die de kerk vormt. Binnen die zichtbare gemeenschap op aarde klemt de vraag of ons lidmaatschap ook een zaak van een hartelijke geloof in Hem als Redder en Zaligmaker is. De kerkorde stelt het lidmaatschap juist in dát licht.
1. Welke ‘soort leden’ kent de kerk?
De Hersteld Hervormde Kerk kent leden die door het afleggen van de openbare geloofsbelijdenis lid worden (lidmaten), leden die door de Heilige Doop lid worden (doopleden) en leden die uit hersteld hervormde ouders zijn geboren (geboorteleden). Zie hiervoor artikel I van de Romeinse artikelen van de kerkorde.
2. Is iemand lid van de kerk, van de gemeente, of van allebei?
Wie lid is van een hersteld hervormde gemeente is daarmee ook lid van de landelijke Hersteld Hervormde Kerk. Er wordt op landelijk niveau sinds 2004 echter geen ledenregistratie meer bijgehouden. Het is ook niet mogelijk om alleen lid te zijn van de landelijke Hersteld Hervormde Kerk.
3. Wanneer is iemand lid van een gemeente?
Elke gemeente heeft vaste geografische grenzen. Tot die gemeente behoren alle leden van de kerk die binnen haar grenzen hun vaste woonplaats hebben. Alleen bij hoge uitzondering kunnen leden van de kerk lid worden van een andere gemeente dan waar ze wonen. Dit kan alleen door middel van de perforatieregeling. Kerkenraden worden geacht hier voorzichtig mee om te gaan en niet zomaar mensen van elders in te schrijven. Wanneer iemand vertrekt naar een andere woonplaats en daar zijn of haar vaste woon- of verblijfplaats krijgt, vervalt het recht om lid te zijn van de oude gemeente en krijgt diegene het recht om lid te zijn van de hersteld hervormde gemeente waar de nieuwe woonplaats geografisch onder valt. Zie hiervoor ordinantie 2, artikel 1.
4. Een gemeentelid verhuist naar een andere hhg, wanneer moet dit lid worden overgeschreven?
Indien iemand vanwege verhuizing of perforatie overgaat naar een andere hersteld hervormde gemeente wordt het bewijs van lidmaatschap naar de (scriba van de) kerkenraad van de nieuwe gemeente verzonden. Het verzenden ervan dient zo snel mogelijk na de verhuizing plaats te vinden zodat de nieuwe gemeente spoedig contact kan leggen. In dit bewijs worden alle gegevens uit de ledenadministratie vermeld. Het bewijs van lidmaatschap geldt tevens als attestatie waarin het lid wordt aanbevolen in de pastorale zorg van de nieuwe gemeente. Indien er sprake is van een bijzondere maatregel tot handhaving van de kerkelijke tucht, wordt dit in een apart schrijven gemeld aan het consistorie van de betreffende gemeente. Zie hiervoor ordinantie 2-2-11.
5. Een gemeentelid gaat over naar een ander kerkgenootschap, welke gegevens moeten worden overgeschreven?
Wanneer iemand overgaat naar een ander kerkgenootschap wordt het bewijs van lidmaatschap verzonden naar (de (scriba van de) kerkenraad van) de betreffende gemeente. Dit bewijs is geen attestatie, maar slechts een bewijs van uitschrijving uit het ledenregister van de hersteld hervormde gemeente. Formeel is dit een document met daarop de gegevens uit de ledenadministratie en de melding dat diegene per genoemde datum is uitgeschreven. Dit bewijs kan gebruikt worden om het lid vervolgens in te schrijven in de ledenadministratie van de nieuwe gemeente. Het bewijs van lidmaatschap wordt dus in principe niét verstrekt aan gemeenteleden! Op deze manier wordt de pastorale zorg overgedragen aan het andere kerkgenootschap. Wanneer gemeenteleden overgaan naar een traditionele kerk zullen de gegevens door die andere kerk ook worden overgenomen. Veel evangelische gemeenten en gelijksoortige groepen kennen geen echte ledenadministratie en zullen dit waarschijnlijk niet overnemen. Zie ordinantie 2-1-3.
6. Een lid van de gemeente wil zich uitschrijven, wat nu?
Op grond van ord. 2-1-3 van de kerkorde is het de hoofdregel dat gemeenteleden overgeschreven worden naar een andere gemeente of kerk. Wanneer iemand nadrukkelijk verzoekt om uitgeschreven te worden uit de ledenadministratie zonder elders ingeschreven te willen worden, scheidt hij of zij ‘zich af van de gemeenschap der kerk’. In zo’n situatie dient het bewijs van lidmaatschap aan de betreffende persoon te worden afgegeven. Als kerkenraad is het verstandig om, voordat de uitschrijving plaatsvindt, zo mogelijk nog een gesprek met betrokkene te hebben. Een verzoek tot uitschrijving dient bij voorkeur schriftelijk en ondertekend te gebeuren. Een verzoek kan op grond van de kerkorde en de burgerlijke wetgeving niet worden geweigerd. Iemand kan immers niet tegen zijn wil lid zijn van een kerkgenootschap. Zie ordinantie 2-1-3.
7. Hoe om te gaan met meerderjarige / minderjarige leden van de gemeente bij over- of uitschrijving?
Elke meerderjarige dient zelf een verzoek tot overschrijving of uitschrijving te ondertekenen. Minderjarige leden hoeven niet zelfstandig te tekenen, zij gaan automatisch met hun ouders of voogden mee. Voor het overschrijven van minderjarige leden is wel toestemming van beide ouders/alle voogden nodig (!). Zeker in situaties van echtscheiding dienen gemeenten hier zeer zorgvuldig mee om te gaan (ook als één van de ouders inmiddels zelf geen lid meer is van de gemeente).
8. Kan een gemeente de leden die niet meer betrokken zijn eigenstandig uitschrijven?
Nee. Zolang leden zélf geen verzoek tot uitschrijving doen, kunnen leden niet worden uitgeschreven. Het lidmaatschap van de gemeente wordt immers niet bepaald door de betrokkenheid of activiteit van de leden, maar door het feit dat zij door het afleggen van geloofsbelijdenis, de Heilige Doop of geboorte lid zijn van de kerk. Zolang er een mogelijkheid is om leden te benaderen met huisbezoeken of evangelisatiewerk dienen die mogelijkheden te worden benut. Wie weet dat het tot hun eeuwig heil mag zijn. Alleen door het uitspreken van de zwaarste tuchtmaatregel (die van ban of uitsluiting) kan de kerk een lid ‘afscheiden van haar gemeenschap’.
9. Wie kunnen er gastlid worden?
De kerkorde noemt inderdaad het gastlidmaatschap. Het gastlidmaatschap is echter alleen voorbehouden aan hen die expliciet genoemd worden in ordinantie 20, artikel 6, te weten:
a. leden van een andere kerk in Nederland voor wie geldt dat in de naaste omgeving geen gemeente van de eigen kerk gevestigd is;
b. leden van een andere kerk in Nederland van wie geldt dat een ouder of een echtgenoot lid is van de plaatselijke gemeente;
c. en leden van een buitenlandse kerk die zich in Nederland vestigen.
In alle andere situaties mag het gastlidmaatschap niet worden gebruikt.
Uiteraard zijn er nog meer vragen. In een later artikel zal ik hier wellicht op ingaan. Dat geldt in het bijzonder over de aspecten rondom het inschrijven van nieuwe leden in de gemeente.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's