Het Joodse Slavinnetje in Naämans Huis

In gedachten zijn we in het huis van Naäman. Naäman, een succesvolle Syrische generaal, is melaats. De Heere heeft hem veel roem gegeven. Maar nu dreigt de dood. Ongetwijfeld zal hij vele artsen bezocht hebben voor genezing. Niemand kan hem helpen. Maar dan spreekt er een Joods slavinnetje: Och, of mijn heer ware voor het aangezicht van den profeet die te Samaría is; dan zou hij hem van zijn melaatsheid ontledigen (betekent: genezen). Een kleine jongedochter, als slavinnetje naar Syrië weggevoerd, spreekt tot Naämans vrouw. Zij heeft het over een profeet te Samaría. Dat leert ons dat dit meisje een goede opvoeding gehad heeft. Van haar ouders lezen we niets, maar ongetwijfeld hebben zij hun kind opgevoed zoals Mozes hen dat voorgehouden heeft. Haar ouders hebben haar verteld van de Heere en Zijn dienst. Zij hebben bij dit meisje - haar naam weten wij niet eens - al jong het zaad van de wedergeboorte mogen strooien in haar hart. En de Heilige Geest gaf dat het op jonge leeftijd ontkiemde.

Ouders, voedt u uw kinderen zo op, dat zij leren naar Wie zij mogen gaan met al hun vragen, moeiten en zorgen? Vermoedelijk leven de ouders van dit slavinnetje niet meer. Wij weten niet hoe oud wij worden, ook jonge ouders sterven. De Heere zal aan u vragen: hoe heeft u uw kinderen opgevoed? Wat een zegen als u mag antwoorden: Heere, in alle gebrek hebben we geprobeerd Uw Woord als het Fundament aan onze kinderen mee te geven. Wat is het nodig om uw kinderen biddend te onderwijzen, en daarnaast om er zelf uit te leven! Immers, juist kleine kinderen zien heel scherp of hun ouders het menen wat zij hen voorhouden.

Dit Joodse slavinnetje laat zien wat het geloof inhoudt. Zij heeft Naäman en zijn vrouw lief. Ze hoort van Naämans melaatsheid en denkt niet: eigen schuld, dat gun ik je, hadden ze mij maar niet als gevangene moeten meenemen. Nee, het is bij haar zo anders. Ze zegt: Naäman moet naar de profeet te Samaría gaan, die kan hem van zijn melaatsheid genezen. Hoe weet zij dit? Was het vaker voorgekomen? Nee, de Heere Jezus zegt: Er waren vele melaatsen in Israël ten tijde van de profeet Elisa, en geen van hen werd gereinigd dan Naäman de Syriër. Dit meisje had een kinderlijk geloof! Zij had het geleerd: bij de Heere mogen we alle zorgen neerleggen. Zoals een klein kind in eenvoudigheid kan zeggen: de Heere Jezus kan ons toch genezen? Zo mocht zij in alle eenvoudigheid hiervan getuigen.

Dat kinderlijk geloof, hadden we er maar meer van. Christus zegt het ons: we moeten worden als een kind. Dit meisje is, net als Jozef in Egypte, ons ten voorbeeld, om zo te leven zoals de Heere dat van ons vraagt. Bent u al als een geestelijk onreine door de Profeet Jezus Christus genezen, en een volgeling van Hem geworden?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen