De Nederlandse Geloofsbelijdenis

Wie de vraag opwerpt welke waarde aan een belijdenis moet worden toegekend, kan verschillende antwoorden krijgen. Regelmatig valt te horen dat deze belijdenis gedateerd is, het gaat over de vragen van de tijd waarin de belijdenis is opgesteld. Elke nieuwe tijd brengt andere en nieuwe opvattingen. Dan valt al spoedig het woord tijdgebonden. De in de confessie verwoorde opvattingen zijn verouderd en gedateerd. Nu is het zeker waar dat we in de belijdenis het geloof van de vaderen tegenkomen. Maar daarmee is niet alles gezegd. Zij beleden niet slechts wat zij ervan dachten, gaven niet hun eigen mening, maar ze spelden de woorden van de Heilige Schrift en spraken die na! En omdat de belijdenis gebaseerd is op en geput is uit Gods Woord is ze niet verouderd. Gods Woord is de enige regel van ons geloof. Daaraan worden alle leringen getoetst en vervolgens aangenomen. Maar dan is er het feit dat de Bijbel door ketters wordt misbruikt tot een deksel voor dwalingen. Wie dan ook grondig thuis is in de Heilige Schrift vindt in de Geloofsbelijdenis geen nieuws meer. Daarom ligt de noodzaak van belijdenisgeschriften in het bestaan van de kerk zelf, in de noodzaak van zelfverdediging, het bewaren van de zuiverheid van de leer en in het openlijk betuigen van de eenheid in de leer.¹

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

Om dit essentiële gedachte- en erfgoed der Dordtse vaderen levend te houden heeft het bestuur van onze Mannenbond ds. K. ten Klooster gevraagd enkele artikelen van de Nederlandse Geloofsbelijdenis nader te verklaren. Het is een niet te weerspreken feit dat de 37 Geloofsartikelen - algemeen gesproken - nog door betrekkelijk weinig kerkmensen gekend worden. Maar deze Geloofsbelijdenis, gevloeid uit de pen van de martelaar Guido de Brès, is gegrond op de Heilige Schrift en vormt mede de grondslag van de Hersteld Hervormde Kerk waartoe we behoren. Ze heeft dan ook nog altijd gezag en is ten volle bij de tijd.

In het studieboekje genaamd Het geloof beleden worden 7 artikelen van de Nederlandse Geloofsbelijdenis vanuit Gods Woord verklaard en toegelicht. Hiermee bieden we een doorwrocht werk aan om de gezaghebbende en hedendaagse waarde van de Nederlandse Geloofsbelijdenis te onderstrepen. De auteur legt op duidelijke, indringende en heldere wijze het verband tussen Schrift en Belijdenis. Dit boekje is onzes inziens dan ook zeer geschikt om binnen uw mannenvereniging te gebruiken. Maar dat niet alleen, ook in de gezinnen en in andere verbanden waar Gods Woord overdacht wordt kan het zeker nuttig zijn. Het studieboekje komt D.V. eind augustus 2023 uit.

Van de behandelde stof halen we als voorbeeld aan wat in artikel 1 o.a. geschreven wordt: Dat er één enig God is. Dat er één enig eenvoudig geestelijk Wezen is, hetwelk wij God noemen. Dat is geen dorre formule. In artikel 1 wordt geen bewijs geleverd dat God bestaat, want het bestaan van de enige en waarachtige God is niet te bewijzen. Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt, moet geloven dat Hij is, en een Beloner is dergenen die Hem zoeken (Hebr. 11:6). De Bijbel doet nergens een poging het bestaan van God te bewijzen. Men heeft dat wel geprobeerd, maar geen enkele poging daartoe heeft ooit iemand kunnen overtuigen. Dat is trouwens geen wonder. Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? Zal ook het maaksel tot dengene die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt? (Rom. 9:20). God wil Zijn bestaan eenvoudig niet afhankelijk stellen van menselijk bewijs. Hij ís er en dat hebben we te geloven. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God (Psalm 14:1). Ook ten aanzien van de sacramenten, de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal, wordt duidelijk verwoord wat deze geestelijk betekenen en wat het ons te zeggen heeft in de praktijk van ons dagelijks leven.

Alle behandelde artikelen worden afgesloten met enkele gespreksvragen. Niet zozeer om te discussiëren maar temeer om er met elkaar van gedachten over te wisselen en uiteindelijk de Schrift tot ons te laten spreken. Als Mannenbond wensen we dat dit boekje veel gebruikt mag worden tot lering van wat we als kerk belijden maar bovenal dat de Heilige Geest ons wil leiden op het pad tot de Godzaligheid; Zijn eeuwige naam ter ere.

Dat onze bede maar mag zijn: Wil ons Uw heilig Woord naar Uw Goddelijken wil te verstaan geven, opdat wij daaruit leren al ons vertrouwen op U alleen te stellen, en van alle schepselen af te trekken. Dat ook onze oude mens met al zijn begeerten van dag tot dag meer en meer gekruisigd worde, en dat wij ons U opofferen tot een levend dankoffer, ter ere van Uw heiligen Naam, en tot stichting van onzen naaste.

Repos Ailleurs

Inmiddels ligt het verenigingsleven zo goed als stil, wachtende op het nieuwe seizoen 2023-2024. Velen onzer zullen een korte periode elders verblijven, of hebben elders verbleven, om uit te rusten van de dagelijkse beslommeringen. Voor anderen was, of is, dit niet mogelijk om welke redenen dan ook. In het bijzonder denken we aan de gezinnen of anderen onder ons, die door allerlei, sterk verschillende omstandigheden geen periode van rust elders hebben of kunnen houden. We denken hierbij met name aan hen die werkzaam zijn in de agrarische of de visserijsector, waar onzekerheid over het voortbestaan van bedrijf c.q. werkkring een telkenmale terugkerend onderwerp van gesprek aan de keukentafel is. We hopen en bidden dat voor hen de zondag dé rustdag is, waarnaar ze iedere week opnieuw weer verlangend mogen uitzien, om al het aardse even te laten voor wat het is. Dat ze oprecht van harte mogen zingen: Hier wordt de rust geschonken… Dit wensen we allen oprecht hartelijk toe.

Als we wel op vakantie zijn geweest of nog gaan, hebben we er, denk ik, goed voor te waken dat de vakantie niet het één en het al van ons leven wordt, dat de vrije tijd heel ons levenspatroon gaat beheersen. De gesprekken worden er dan veelal door bepaald, van het vroege voorjaar tot de late herfst toe: eerst waar we heengaan, en later waar we geweest zijn én veelal hoe verder hoe beter, hoe indrukwekkender. Laten we echter beseffen dat we geen vakantie houden om het vakantie houden, maar om in die tijd nieuwe krachten op te doen, zodat we de taak die op onze schouders rust kunnen dragen. Laten we ook in de vakantie bedenken dat we alle dagen van ons leven hebben te besteden in de dienst van de Heere onze God. Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods.

1. Overgenomen van ds. Ten Klooster

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen