Wat Is De Orde Van Het Heil (3)
De roeping
Nadat in een eerdere aflevering van deze reeks aandacht is besteed aan de uitverkiezing, willen we in deze bijdrage stilstaan bij de roeping.
In Romeinen 8:30a lezen wij: ‘En die Hij tevoren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen.’ Hoewel door sommigen de roeping als het begin van de gulden keten van de genade wordt gezien, mogen wij niet vergeten dat er geen roeping was als er geen verkiezing zou zijn. Het is juist op grond van en voortkomend uit de verkiezing dat Vader, Zoon en Heilige Geest in de tijd mensen door de roeping tot het zaligmakend geloof brengen. Uit louter genade op grond van Zijn welbehagen komt de Drie-enige God in de tijd tot zondaren die dood liggen in zonden en misdaden. Daarin schittert iets van de heerlijkheid van Gods genade. Er is geen enkele verdienste op grond waarvan God zondaren zou roepen uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht!
Nu is het belangrijk op te merken dat de roeping het werk is van de Heilige Geest. Hij is het Die door het Woord Christus en al Zijn weldaden deelachtig maakt aan de Kerk.
Met de levende stem van het Woord richt God Zich door de kracht van de Heilige Geest tot zondaren. Hieruit kunnen wij afleiden hoe belangrijk het is om Woord en Geest wel te onderscheiden, maar niet te scheiden. Wij worden dus niet geroepen op voorspraak van of naar het goeddunken van mensen. Hoewel God voor de verkondiging van Zijn Woord nietige, zondige mensen inschakelt, hebben zij Zijn stem te vertolken. Midden in onze dood, klinkt de boodschap van Gods wege. Dát die stem van God door het Woord tot ons komt, is reeds een onbegrijpelijk wonder. Immers hoeveel mensen op deze aarde horen deze stem niet!
Het gaat er echter om dat wij Gods stem tot zaligheid leren verstaan. Daarmee komen wij bij het onderscheid tussen uitwendige en inwendige roeping. Hiertegen is wel bezwaar gemaakt, als zou deze onderscheiding duiden op een verschil in roeping. Wij kunnen echter deze onderscheiding gebruiken om te verwoorden dat de roeping van Godswege gericht is op het innerlijk van de mens. Dit is in lijn met de Dordtse Leerregels III/IV, par. 8. Daar lezen wij: ‘Doch zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden ernstiglijk geroepen. Want God betoont ernstiglijk en waarachtiglijk in Zijn Woord, wat Hem aangenaam is; namelijk, dat de geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven.’ Wie zal op grond van deze belijdenis de welmenendheid van God in twijfel durven trekken! Het verschil in beantwoording aan de roeping is de verantwoordelijkheid van de geroepene.
Hoe belangrijk dat het Woord in alle eerlijkheid verkondigd wordt. ‘De liefde des Vaders, de genade des Zoons, en de werking van de Heilige Geest moet in het hart van de prediker werken als een motor om dit Woord te spreken niet als degenen die in de lucht slaan’ (W.L. Tukker). Er dient een sterk en hartelijk verlangen te zijn om in gehoorzaamheid aan het Woord het Woord te bedienen. De inhoud van de roeping waarmee God zondaren roept is de inhoud van het gehele Woord van God. Zowel de wet in haar ontdekkende functie als ook het Evangelie met haar bevrijdende kracht, zal aan de orde komen. Volgens Olevianus komt Christus tot ons met in de ene hand de wet en in de andere het Evangelie.
Het besef van de diepe nood vanwege de zonde werkt God door de kracht van Zijn Woord. Hartelijk en overtuigend. Buigen voor het oordeel over ons leven is daarvan het gevolg. Heeft Jezus het Zelf niet gezegd: ‘Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam des eniggeboren Zoons van God’ (Joh. 3:18). Het was een taak van de profeten om de zonde voor de ogen van het volk te stellen. Zonde en schuld roepen Gods toorn en straf op. Dit gebeurt als het goed is nooit koud en onbewogen en zonder meer! Integendeel, God laat ons de ernst van zonde en schuld verkondigen met het oog op ons behoud. Daarom kan het ook nooit blijven bij eenzijdige wetsprediking, maar zal ook altijd het Evangelie in zijn veelkleurigheid voor ogen geschilderd moeten worden. De rijkdom van de Persoon en het werk van Christus als Gods Gezalfde Die gezonden is tot verzoening van de zonden van de Kerk is onuitputtelijk. De Geest werkt altijd aan op Christus, ook in de overtuiging van zonde. Daarom gordt die Geest aan om de vergeving van zonden en het eeuwige leven te verkondigen aan eenieder die gelooft. Dat is met twee woorden spreken. Enerzijds klinkt het oordeel, anderzijds de genadige verkondiging van vergeving en zaligheid.
Deze roeping komt tot allen die onder het Woord leven. Zonder onderscheid roept God tot Zichzelf. Deze roep leren zondaren verstaan door de crisis van hun eigen onmogelijkheden heen. Het is het roepen en smeken om genade op grond van Gods genadige toezeggingen in de Zoon van Zijn eeuwige liefde. Daaraan verbindt God Zelf Zijn belofte. Daarom klinkt ook het bevel tot geloof en bekering. ‘Want een iegelijk, die de Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden’, lezen wij in Rom. 10:13. Zonder dat er sprake kan zijn van enig automatisme is dat buitengewoon hoopvol. God belooft ons in de Heilige Doop ook de Geest Die wil toe-eigenen hetgeen wij in Christus hebben. Tegelijk zien wij in de Bijbel en ook om ons heen in de christelijke gemeente, een tweeërlei uitwerking. Er zijn er die aan de krachtige, levende stem van God geen weerstand meer kunnen bieden en gebroken worden in hun vijandschap en geleid worden tot de gehoorzaamheid van het geloof. Zij smeken om genade en ontvangen die wonderlijke bevrijding van al hun zonde en schuld. Er zijn er ook die dezelfde roeping tot zich horen komen, maar zich verharden en op geen enkele manier week gemaakt worden. Deze aangrijpende werkelijkheid mag ons niet doen twijfelen aan Gods welmenende roepen in de Evangeliedienst. Evenmin moeten wij in een heilloos activisme belanden.
Eeuwenlang is gebleken dat velen van hen die tot waarachtig geloof kwamen, door de gestadige verkondiging van de boodschap van het Evangelie getrokken werden. Hier zijn de woorden van wijlen ds. W.L. Tukker passend: ‘Ten diepste is dat de soevereiniteit van God, hoewel hier op een onnaspeurlijke wijze doorheen speelt de verantwoordelijkheid van de mens.’ De roeping van God die tot kleine kinderen, jongeren en ouderen komt, is een ernstige roeping, zoals wij in de Dordtse Leerregels lazen. Wij kunnen niet lichtvaardig of naar eigen believen hiermee omgaan. Het is een roep om met een verbroken geest en verslagen hart te rusten aan de voeten van de Zaligmaker. Wie de roeping veronachtzaamt, speelt met vuur! Er is geen grotere zonde dan in ongeloof de Christus der Schriften verwerpen. Het buigen voor het Woord, het verliezen van Hem, betekent juist het vaste fundament van de Rots der eeuwen vinden. God heeft geen lust aan de dood van de goddeloze, maar daarin dat de goddeloze zich bekere en leve. Die wonderlijke roep die al de eeuwen door in de bediening van de verzoening tot ons komt. Zij die tot Christus de toevlucht leren nemen, kunnen dit niet anders dan geheel aan Gods vrije genade toeschrijven. Wie zal begrijpen dat hij/zij door God Zelf zo wordt geraakt, dat onweerstaanbaar het besef zich aan je opdringt dat Hij je kent en ziet met oog op je eeuwig behoud. Zondaren met een besneden hart en omgebogen wil, zingen het lied van de rijkdom van Gods genade in Christus. Is dat ook uw/jouw verlangen? Voortgaand graven en steeds opnieuw door de lokstem van het Woord onderwijs van de Geest ontvangen, waardoor je hoe langer hoe meer in Christus de rijkdom van Gods genadeverbond vindt!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's