Appiusmarkt en de Drie Tabernen
Bijbelse plaatsen
In de serie over Bijbelplaatsen lijkt de titel van dit artikel misplaatst. ‘Appiusmarkt’ klinkt als nabij Groningen en ‘de Drie Tabernen’ zou maar zo op het bord van een plaatselijke kroeg aldaar kunnen staan. Toch zijn Appiusmarkt en de Drie Tabernen twee Bijbelse plaatsen. Niet in Israël maar in Italië. Deze laatste constatering is al een preek op zich. ‘Gaat dan heen, onderwijst al de volken…’ Juist díe preek bedoel ik. En wat betreft Israël, daar kom ik zo nog op.
We komen deze twee plaatsen tegen in Handelingen 28:15. Zulke namen kunnen we bij ons Bijbellezen behandelen als een vuiltje in het oog. Eén of twee keer knipperen en weer verder lezen. Maar dan doen we de Bijbel geen recht. Ook namen die ons op het eerste gezicht niets zeggen, hebben betekenis. Loop in gedachten maar even mee naar ergens halverwege de laars van Italië. In Handelingen 28 is Paulus op weg naar Rome. Onderweg daarnaartoe komen de broeders hem tegemoet. Sommigen reisden tot aan Appiusmarkt, dat zo’n 60 km bij Rome vandaan lag. De kanttekenaren omschrijven de afstand als ‘omtrent 16 uren gaans van Rome’. Een andere groep broeders was minder ver gegaan. Zij wachtten Paulus op bij de Drie Tabernen. Dit plaatsje lag een kilometer of dertig dichter bij Rome.
Valt er iets te zeggen over deze plaatsen? Dat is zeker het geval. De Appiusmarkt (of 'Forum Appii') was een bekende halteplaats, een poststation voor reizigers naar Rome, genoemd naar Appius Claudius Caecus, de man die in 312 v. Chr. begon aan de bouw van de beroemde Via Appia. Dat was de hoofdweg Rome – Alexandrië. Als we even inzoomen op de Drie Tabernen, blijkt ook dát een halteplaats aan de Via Appia. Haar naam dankte ze aan de drie taveernen ofwel herbergen die daar gevonden werden.
De winst van dit kleine onderzoekje naar die twee minder bekende plaatsen in de Bijbel zit in de ontdekking dat het halteplaatsen zijn aan die hoofdweg richting Rome. Over die Via Appia bewegen Paulus en de broeders zich naar elkaar toe. Via die ‘via’ draagt Paulus het Evangelie van Gods Zoon verder de wereld in. Claudius plaveide mede onder Gods toeziend oog de weg. Het doet Paulus iets wanneer hij de broeders hem tegemoet ziet komen. Hij dankt God en grijpt moed. Bij de handelingen van de apostelen is dat een repeterend patroon. God danken en moed grijpen. Dat eerste vanwege de windkracht van de Geest die de gang erin houdt. Het tweede vanwege de obstakels in het tegenstaan van de verkondiging van de Naam en de weg tot behoud.
Twee halteplaatsen met namen die ons op het eerste gezicht weinig zeggen, trekken ons dichter bij Rome. En daar bij Rome opent zich een perspectief dat menigeen ontroert die het al eerder ontdekte. Wat bedoel ik? Wel, toen Paulus later Rome binnenkwam heeft hij op een gegeven moment bij de gouden mijlpaal gestaan. Bij dat punt begonnen vijf hoofdwegen die dwars door het hele rijk heen liepen naar de einden van de aarde, tot Spanje, tot Katwijk en tot die in Azië. Tussen die hoofdwegen was een web van wegen over heel ‘de bewoonde wereld’ gespannen tot in uithoeken waar in onze tijd heg noch steg te vinden is. Bij opgravingen vindt men nog steeds delen van die wegen terug.
Het begon met Paulus op weg naar Damascus. Het loopt uit op Paulus op weg naar Rome. Maar voor mij betekent het stilstaan bij die twee vreemde namen nog net iets meer. Het Evangelie kwam in beweging naar mij! De boodschap van behoud en genade werd ook daarnaartoe gedragen waar ik geboren werd. God vond wegen naar waar mijn wieg stond. Hoe aangrijpend ook dat een groot deel van het Joodse volk zich tegen het Evangelie verzette, toch kwam het wel onze kant op. En voor hen komt er ook een ommekeer. Paulus schrijft later aan de gemeente van Rome: Want gelijkerwijs ook gijlieden eertijds Gode ongehoorzaam geweest zijt, maar nu barmhartigheid verkregen hebt door dezer ongehoorzaamheid; Alzo zijn ook dezen nu ongehoorzaam geweest, opdat ook zij door uw barmhartigheid zouden barmhartigheid verkrijgen. O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods! Hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen! (slot Romeinen 11).
Gods wegen zijn onnaspeurlijk. Of het nu is via de Drie Tabernen naar Veenendaal, of van Zacharia 13 en 14 naar het jaar dat deze profetieën onze kranten halen. Maar voor wie gelooft, is er hoop. Ook vandaag mogen wij doorgaan. Eerst het ene been en dan het andere. God danken en moed grijpen. Welzalig hij en zij in wiens hart de gebaande wegen zijn. Zij mogen hun Heiland straks tegemoet gaan. Bij Zijn weggaan, ooit ergens nabij Bethanië, was Hij al vastbesloten terug te keren. Maar niet eerder dan dat de laatste is bereikt.
‘En vandaar kwamen de broeders, van onze zaken gehoord hebbende, ons tegemoet tot Appiusmarkt, en de Drie Tabernen; welke Paulus ziende, dankte hij God en greep moed.’
Handelingen 28:15
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 2024
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 2024
Zicht op de kerk | 32 Pagina's