Opening academisch jaar

Onze Hulp

‘Onze hulp is in de Naam des HEEREN.’ Met deze tekst (Ps. 124:8a), soms aangevuld met andere Bijbelteksten, begint elke eredienst. Als de predikant of kandidaat deze woorden uitspreekt, belijdt hij met en namens de gemeente dat men zich afhankelijk weet van God. Die afhankelijkheid geldt zowel voorganger als gemeente. De predikant of kandidaat staat in dienst van zijn Zender. Evenals Johannes de Doper stelt hij zichzelf niet centraal, maar wijst hij van zichzelf af naar Christus. Als voorganger rust op hem de verantwoordelijke taak de dienst goed voor te bereiden. Bij de tekstkeuze volgt hij niet zijn eigen voorkeur, maar laat hij zich leiden door de Heilige Geest. Biddend richt hij zich niet alleen op de uitleg van de Bijbeltekst (‘Heere, wat staat er? Wat bedoelt U met deze woorden?’) maar ook op de formuleringen in de preek (‘Heere, hoe moet ik spreken, zodat harten van jongeren en ouderen geraakt worden?’). In die afhankelijkheid kiest hij ook woorden voor de gebeden en zoekt hij Psalmen uit die bij de preek passen. Tijdens de dienst is hij degene, die het Woord bedient; het is echter de Heere Die ervoor zorgt dat het gestrooide zaad wortelschiet en Die de wasdom geeft. Als het goed is zijn ook de hoorders er zich van bewust dat ze afhankelijk zijn van de werking van de Heilige Geest. Alleen Hij kan ervoor zorgen dat de woorden die ze met hun oren horen ook hun hart zullen bereiken. Wie in deze afhankelijke houding de eredienst bijwoont, verwacht het niet van mensen. Niet van die dominee die het zo mooi kan zeggen; niet van die kandidaat die zo veel weet van de reformatoren of de oudvaders; niet van die voorganger met die duidelijke voorbeelden. Vanuit de genoemde afhankelijkheid richt men het oog en hart omhoog, met de bede of de Heere alles wil geven wat nodig is om tot Zijn eer te leven.

Hulp Is Nodig

Op verschillende plaatsen in de Bijbel wordt de HEERE beleden als ‘(mijn) Hulp’ (Psalm 33:20; 115:9-11; 118:7; 121:2; 146:5). Bij dit woord ‘hulp’ moet men niet denken aan een hulpje of knechtje, dat hand- en spandiensten verleent voor de opdrachtgever. De hulp, die de HEERE biedt, is juist van doorslaggevende aard om het vol te kunnen houden in een moeilijke situatie. Hij biedt bescherming in de zware strijd en geeft de overwinning. Hij ondersteunt de pelgrim op zijn gevaarlijke reis, zodat deze het beoogde doel bereikt. Wie door genade zijn verwachting op Hem stelt en Jakobs God tot zijn hulp heeft, is welgelukzalig.

Deze Bijbelse boodschap is moeilijk te verteren voor moderne mensen. Zij vertrouwen liever op zichzelf, op eigen kennis en kunde of op wetenschap en techniek en menen Gods hulp niet nodig te hebben. Dit gedachtegoed hangt in de lucht en wordt ook door ons ingeademd.

Voordat we het beseffen, kunnen we er zomaar door besmet raken, met alle rampzalige gevolgen daarvan. De boze doet zijn best om dit te bereiken. Vanuit onszelf zijn we niet bestand tegen dit gevaar. Daarom is het zaak biddend te waken opdat we ervan doordrongen blijven dat we Gods hulp niet kunnen missen. Dat we Hem er altijd om mogen bidden. Want alleen met Zijn hulp, die Hij uit genade wil schenken, kunnen we staande blijven in een wereld die hoe langer hoe verder van Hem en Zijn Woord verwijderd raakt.

Voorbede Om Hulp

Ook studenten en docenten van het Hersteld Hervormd Seminarium (HHS) voeren dagelijks strijd tegen het moderne gedachtegoed. Het is te vrezen dat de boze juist zijn pijlen op hen richt. Zij staan (als het goed is) vooraan in de strijd. Als zij vallen, zal dat zijn doorwerking hebben in de gemeenten. De kerkdienst begint dan nog wel met de woorden ‘Onze hulp is in de Naam des HEEREN.’, maar de diepe waarheid en de grote waarde van die woorden verdwijnt uit het zicht.

De woorden van de afhankelijkheidsverklaring zijn dan niet meer dan holle klanken. De voorganger gaat dan steeds meer vertrouwen op eigen inzichten en ervaringen. Wat God zegt staat dan niet meer centraal. De hoorders worden kittelachtig van gehoor en zijn uit op wat hun oren streelt. De eredienst lijkt dan meer op een bijeenkomst van een organisatie waar mensen de dienst uitmaken, dan op een samenkomst van de gemeente, waar Christus centraal staat. De HEERE behoede ons ervoor dat dit werkelijkheid wordt. Daarom zou iedere dag aan het HHS wel mogen beginnen met ‘Onze hulp is in de Naam des HEEREN.’

Wie doordrongen is van het feit dat Gods hulp onmisbaar is voor het kerkelijk leven en het persoonlijk geestelijk leven zal keer op keer voorbede doen, met name voor hen die geroepen zijn om in Gods wijngaard te dienen. Voorbede voor docenten, voor studenten, voor voorgangers, maar ook voor de leiding van de JV en de juf van de zondagsschool. Dat zij doordrongen zijn van het feit dat ze Gods hulp nodig hebben. Dat ze onder de leiding van Gods Geest de hun geschonken gaven en talenten inzetten tot Zijn eer. Ook al zal satan er dan alles aan doen om hen van dat afhankelijke pad af te brengen en zijn vurige pijlen op hen richten, het zal hem niet lukken. ‘Want God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtiglijk bevonden een Hulp in benauwdheden’ (Ps. 46:2). Soli Deo Gloria!

Bent u doordrongen van het feit dat Gods hulp onmisbaar is voor het kerkelijk en persoonlijk leven? Kom dan op D.V. 30 augustus naar Elspeet om met elkaar om Gods hulp te bidden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen