De Stamboom Van Jezus Christus

Mattheüs begint zijn Evangelie anders dan de andere evangelisten. Markus zet in met het openbare optreden van Jezus, Lukas start met de geboortegeschiedenissen van Christus en Johannes begint in de eeuwigheid. Mattheüs begint zijn Evangelie echter met het opsommen van bijna vijftig namen. Hij is een Jood die schrijft voor Joden. Probeert u zich eens voor te stellen wat er gebeurt als een Jood het beginvers van dit Evangelie leest. Hij stuit dan op de namen van David en Abraham. Mattheüs begint zijn Evangelie met de stamboom van de Heere Jezus om zijn lezers te laten zien dat Jezus echt de Messias is.

Mattheüs doet iets opvallends in dit geslachtsregister. Hij noemt de namen van een vijftal vrouwen (Thamar, Rachab, Ruth, de vrouw van Uria en Maria). Wij zouden misschien andere namen hebben gekozen. De eerste vier namen zijn van vrouwen met een rafelrand. Wij zouden dit soort vrouwen liever niet in onze familiestamboom tegenkomen. Mattheüs laat hun namen niet weg. Hij vervangt hun namen niet door die van Sara, Rebekka en Lea. Het lijkt erop dat hij door het noemen van de naam van Uria juist het licht op deze rafelranden wil laten vallen. Mattheüs laat ons niet alleen zien dat Jezus voortkomt uit het geslacht van zondaars. Hij laat ook zien dat Jezus gegeven is aan een geslacht van zondaars.

Jaren geleden bezocht ik in de Grote Kerk van Maassluis een concert. De zangers en zangeressen stonden in een lange rij naast elkaar. Ze zongen één voor één hetzelfde refrein. Het is niet anders met de personen die we in het geslachtsregister van de Heere Jezus tegenkomen. Ze zingen één voor één hetzelfde refrein: ‘Schep moed uit mijn behoud.’ Het is een bevrijdend refrein voor iemand die zichzelf heeft leren kennen als een zondaar die elke dag tegen de rafelranden van zijn bestaan aanloopt.

Mattheüs heeft het in zijn geslachtsregister steeds over een vader die een zoon gewon. ‘Abraham gewon Izak, en Izak gewon Jakob, en Jakob gewon Juda en zijn broeders.’ Mattheüs maakt echter helemaal aan het eind van het geslachtsregister één uitzondering: ‘En Jakob gewon Jozef, de man van Maria, uit welke geboren is Jezus, gezegd Christus.’ Jozef is niet de vader van de Heere Jezus. We horen in deze woorden het mysterie van de maagdelijke geboorte doorklinken. Mattheüs begint zijn Evangelie met ‘het boek van het geslacht’. In het Grieks staat biblios geneseos. We worden in deze woorden meegenomen naar het begin van de Bijbel. We lezen in Genesis niet alleen over de wording van de mens (wat het woord 'genesis' betekent), maar ook over de zondeval. Adam en Eva zijn gevallen in zonde en het zondigen zit al hun nakomelingen in het bloed.

David zingt in Psalm 51 dat hij vanaf het uur van zijn ontvangenis onder Gods toorn ligt. Wij staan vanaf het prilste begin van ons leven schuldig tegenover God. Jezus was echter vanaf het prilste begin van Zijn leven anders. Hij is ontvangen van de Heilige Geest en geboren uit de maagd Maria. Daarom is er doen aan voor mensen die het met David mee moeten zingen. Wie op Hem ziet, mag weten dat hij vanaf het allerprilste begin van zijn leven tot zijn laatste doodsnik achter Hem wegvalt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen