Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kapernaüm

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kapernaüm

Bijbelse plaatsen (8)

4 minuten leestijd

Kapernaüm was, in de tijd dat de Heere Jezus op aarde wandelde, de belangrijkste stad aan de noordelijke oever van het Meer van Galilea, 4 km verwijderd van de Jordaan. Het was een belangrijke douanestad, gelegen aan de Via Maris, de Romeinse hoofdweg die vanuit het zuiden langs de kust omhoog via het binnenland en het Meer van Galilea richting Damascus liep. Het stadje telde zo’n 1000 tot hooguit 1500 inwoners.

De mensen leefden er van de visvangst, landbouw en handel. Kooplieden brachten zijde en specerijen uit Damascus mee en namen gedroogde vruchten en vis mee terug. De opgravingen geven ons een goed beeld van hoe men leefde in die tijd. De huizen werden in blokken gebouwd rondom een centrale binnenplaats en waren gebouwd van zware basalt.

Kapernaüm is de vergriekste naam voor Kfar Nahum, ‘het dorp Nahum’. In de dagen van Jezus was het een vrij bekend stadje aan de heirweg die van het meer noordoostwaarts naar Neder-Syrië leidde. In de 6e eeuw raakte het stadje in verval. De franciscanen kochten het in 1894 van de Turken en bouwden een klooster dichtbij de resten van de synagoge. Kapernaüm speelt een grote rol in veel Bijbelse geschiedenissen. Dat Kapernaüm aan het meer lag blijkt uit de Schrift, bijvoorbeeld Joh. 6:16 en 17: ‘En als het avond was geworden, gingen zijn discipelen af naar de zee; En in het schip gegaan zijnde, kwamen over de zee naar Kapernaüm.’ Vanuit Kapernaüm verrichtte de Heere het grootste deel van zijn dienst en overnachtte er in een huis. In het Nieuwe Testament wordt het Meer van Galilea vele malen genoemd als de plaats waar Jezus Zijn wonderen verrichtte, maar ook waar zich meer prozaïsche gebeurtenissen voltrokken in het leven van Hem en Zijn discipelen.

In Mattheüs 4, de verzen 12 en 13 lezen we: ‘Als nu Jezus gehoord had, dat Johannes overgeleverd was, is Hij wedergekeerd naar Galilea; En Nazareth verlaten hebbende, is komen wonen te Kapernaüm, gelegen aan de zee, in de landpale van Zebulon en Nafthali;’ Kapernaüm werd Zijn uitvalsbasis. Het centrum van Zijn verkondiging in Galilea. Hiervandaan reisde Hij naar de omliggende dorpen en hier keerde Hij ook steeds weer terug. Dit is de stad die Hij Zijn stad noemde (Matth. 9:1). En zij (de Heere Jezus met Zijn discipelen Simon, Andréas, Jakobus en Johannes) kwamen binnen Kapernaüm; en terstond op den sabbatdag in de synagoge gegaan zijnde, leerde Hij (Mark. 1 vers 21). Vlakbij het meer ligt in Kapernaüm de ruïne van een oude synagoge. Deze is in de 2e of 3e eeuw gebouwd, naar men meent dicht bij het gebedshuis waar Jezus predikte.

Woonplaats

Ten minste drie van Jezus’ leerlingen kwamen uit Kapernaüm: Petrus, Andreas en Mattheüs. Petrus en Andreas kwamen oorspronkelijk uit Bethsaïda (Joh. 1:45), maar waren blijkbaar verhuisd naar Kapernaüm (Mark. 1:29). Mattheüs werkte er voor de belastingen - er was een belastingkantoor (tolhuis) – maar hij gaf zijn baan op om Jezus te volgen (Matth. 9:9).

Werkterrein Van De Heere

De Heere heeft in en rond Kapernaüm gepredikt en veel machtige werken gedaan. Hij genas bijvoorbeeld in de synagoge een bezetene (Luk. 4:33-36). ‘En in de synagoge was een mens, hebbende een geest eens onreinen duivels, en riep uit met grote stem, zeggende: Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus Nazarener? Zijt Gij gekomen om ons te verderven? Ik ken U wie Gij zijt, namelijk de Heilige Gods. En Jezus bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil en ga van hem uit. En de duivel hem in het midden geworpen hebbende, voer van hem uit zonder hem iets te beschadigen.’ Hij genas een knecht van een hoofdman over honderd (Matth. 8:5-13); Hij richtte een verlamde op, die door vier vrienden was gebracht en door een opening in het dak was neergelaten in het huis waar Jezus was (Markus 2:1-12); en de schoonmoeder van Petrus werd genezen van koorts (Matth. 8:14-15; Mark. 1:29-31; Luk. 4:38-39). ‘En een gerucht over Hem ging uit naar elke plaats in de omgeving’ (Luk. 4:37).

In Mattheüs 11 vers 23 lezen we van de Heere Jezus dat Hij Kapernaüm vermaant. Thomas Scott schrijft in zijn Bijbelverklaring het volgende: ‘Want indien de machtige werken die in Kapernaüm gedaan waren, in Sodom waren verricht, zou die plaats tot die dag bewaard gebleven zijn en gebloeid hebben. Daarom wachtte het volk van Kapernaüm een nog zwaarder lot op de dag des oordeels dan de verdorven inwoners van Sodom. Waarschijnlijk beweerden vele inwoners van deze bevoorrechte steden dat zij in Christus geloofden, maar zij hadden zich niet bekeerd en geen werken gedaan ‘der bekering waardig’. Dit wordt hen door onze Heere verweten, en Hij geeft daarmee duidelijk te kennen dat een onboetvaardig geloof nergens toe dient.’

De profetie van Jezus over de ondankbare stad is in vervulling gegaan. Lange tijd heeft men niet geweten waar Kapernaüm lag, zo woest was het geworden. Wat je vandaag de dag aantreft zijn slechts restanten van het eens zo bloeiende stadje.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 2025

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Kapernaüm

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 2025

Zicht op de kerk | 32 Pagina's