DL 1.6-1.7 (3)
Gods genadige verkiezing
Er liggen opnieuw twee zwaar beladen geloofsartikelen uit de Dordtse Leerregels voor ons. Voor mij zie ik een schip dat diep in het water ligt. De inhoud van de vracht is kostbaar en heeft veel gewicht. Het gaat eerst om artikel 1.6 uit de Dordtse Canones.
Twee Mensen Gingen Naar De Kerk
Bescheiden en beslist gaat dit artikel in op de vraag hoe het komt dat de ene mens het Evangelie wel gelovig aanneemt en de andere niet. Om het voorbeeld van Jezus naar vandaag te halen: Twee mensen gingen naar de kerk om te bidden. De één was een orthodoxe ouderling die voor de waarheid strijdt, de andere een postmoderne relativist die uit beleefdheid de doop van zijn buurmeisje meemaakt. De orthodoxe ouderling kijkt eens rond tijdens de kerkdienst, zijn oog blijft hangen bij de buurman van het te dopen kind. ‘Goed dat deze man de waarheid eens hoort’, denkt hij. Wat gebeurt er onder de dienst? De postmoderne relativist wordt aangeraakt door Gods absolute waarheid. Het dringt tot hem door dat zijn hele leven één grote leugen is geweest en dat hij een verloren mens is. Diep uit zijn ziel welt de bede om genade omhoog: ‘Verzoen de zware schuld die mij met schrik vervult.’ Hij kan het allemaal nog geen naam geven, maar op de bodem van zijn ziel is er verwachting van Hem in Wiens Naam zijn buurmeisje is gedoopt. Hij gaat af, gerechtvaardigd naar zijn huis. En de ouderling? Ach, helaas meent deze man nog steeds dat hij dichter bij de hemel is dan de genoemde buurman.
Is God Wel Eerlijk?
Vanwaar dit grote verschil? Beide horen hetzelfde Evangelie en toch zo’n verschillende uitwerking. Artikel 1.6 maakt duidelijk dat de eeuwige God dit verschil maakt. Het is alleen dankzij Gods eeuwig verkiezingsbesluit dat de relativistische buurman wordt behouden. Is het wel eerlijk dat iemand die zoveel voor Gods Koninkrijk heeft gedaan wordt gepasseerd? Hier komt de inzet van Dordt weer naar voren. Ook de brave ouderling verdient Gods eeuwige toorn. En dat heeft de beste man nog nooit onderkend en hartelijk erkend. Bovendien, God is niet onder de indruk van de beste werken van deze hedendaagse farizeeër. Integendeel, zijn werken zijn verdoemelijk voor God. Hij kan alleen uit pure genade behouden worden. Tja, wie ergert zich er niet aan dat al mijn ijver nul-komma-nul gewicht in de schaal legt bij God? Hier scharniert de aard van Gods genade. Is genade pure genade voor mij, of frommel ik heimelijk toch enige goede hoedanigheden van mijzelf naar binnen om door God in aanmerking te worden genomen? Nog een stapje dieper: aanvaard ik dat God mijn ijver veroordeelt met eeuwige vloek?
De Verwerping Als Niet-Verkiezing
Dordt formuleert hier fijnzinnig dat God de ouderling in zijn boosheid en hardheid laat. Gods verwerping en verkiezing zijn dus niet gelijkwaardig, omdat God op een andere manier bij de verwerping is betrokken dan bij de verkiezing. Dit gaat terug op Augustinus die ten aanzien van het kwaad sprak over Gods toelating, en over Gods actieve daden als het gaat om het goede. Zo laat God de ene zondaar doorgaan om Hem en Zijn Evangelie te verwerpen. Valt God iets te verwijten als de zondaar een vijand van God is? Als God toch eens verwerpers van Hem zou verwerpen … (zoals wel eens gepreekt wordt). Zou u/jij dan behouden worden? Het grote wonder is dat God verwerpers verkiest. Zo ook in dit verhaaltje. God verkiest de andere verwerper van Hem. Niet omdat de betreffende buurman ontvankelijker of geschikter is dan de ouderling. Zijn hart is ook zo hard als een diamant en onvermurwbaar. Hij heeft zich al jarenlang verhard tegen indrukken die hij eerder heeft opgedaan. Publiekelijk heeft hij zijn schouders opgehaald over het Evangelie. Als dat geen genade is om zo behouden te worden! Wat zal deze man reden hebben om de drie-enige God te loven! Nooit naar God gevraagd, maar God vroeg eeuwig naar Hem … Hij verdiende het oordeel, maar de Zoon droeg het. Hij bood alleen maar weerstand, maar Gods Geest werkte onweerstaanbaar in zijn hart.
Uitverkoren Om Christus’ Wil?
Artikel 1.6 noemt zowel de verkiezing als de niet-verkiezing. Het volgende artikel 1.7 gaat nog verder in op het geheimenis van de verkiezing. Hier komt de Naam van Christus naar voren. God verkiest ons ‘in Christus’. Wat betekent dit precies? Ik vroeg het eens aan een theologiestudent bij het kerkelijk examen. Hij vertelde dat dit betekent dat we om Christus’ wil uitverkoren worden. Ik heb hem toen geantwoord dat dit remonstrants was. Volgens de remonstrant zijn de verdiensten van Christus de grond van de verkiezing. Aangezien het bij de verkiezing ‘in’ Christus ook gaat om het geloof waardoor wij verbonden zijn met Christus, is het geloof dus ook mede grond voor de verkiezing. Vanuit dit gezichtspunt zou artikel 1.7 volgens de remonstrant dus eigenlijk vooraf moeten gaan aan artikel 1.6. Voordat we spreken over verkiezing en verwerping zou duidelijk moeten zijn, wie er (door het geloof) in Christus zijn. Dat zijn degenen die uitgekozen zijn.
De Volgorde Van Artikel 1.6 En 1.7
De theologen van Dordt hebben bewust voor de huidige volgorde gekozen. Onder gereformeerde theologen is overeenstemming dat artikel 1.7 niet vóór artikel 1.6 geplaatst kan worden. Er is wel eens discussie omtrent de precieze plaats van Christus in de verkiezing. Moet artikel 1.7 eigenlijk binnen artikel 1.6 worden geplaatst, is het alleen maar uitwerking van de verkiezing in artikel 1.6, of gaat artikel 1.6 in Gods orde vooraf aan artikel 1.7? Als dit laatste het geval is, dan is het behagen van de drie-enige God om zalig te maken de bron van Christus’ verkiezing. Gods verkiezing is het fundament van het Evangelie. Persoonlijk voel ik daar het meeste voor. Ik hoor daarin Johannes 3:16 klinken: Zo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn enige Zoon gezonden heeft. Zo gaat Gods eeuwige liefde vooraf aan de zending van Gods Zoon. Gods openbaart Zijn oneindige liefde in de Heere Jezus Christus.
Pastoralia
Daarom moeten we voor de kennis van Gods liefdehart ook bij de Zoon zijn. Wij krijgen geen briefje uit de hemel dat we uitverkoren zijn, we kunnen ook niet bij onszelf vaststellen of we een uitverkorene zijn, we kennen onze verkiezing alleen in het kennen van Christus. ‘Christus is de spiegel van de verkiezing’, naar een woord van Calvijn. Als dit geen onuitsprekelijke troost geeft! In het aangezicht van Jezus Christus weerspiegelt de eeuwige en onveranderlijke liefde van God. Deze liefde was er vóór mijn geloof, vóór mijn berouw, vóór mijn geboorte zelfs.
En dan te bedenken: God heeft niet alleen liefde, liefde is niet ‘slechts’ een eigenschap van God, maar God IS liefde. God zou geen God zijn zonder de eeuwige liefde van Vader, Zoon en Heilige Geest. Wat een diepte: God kan niet vergeten liefde te zijn. God hoeft niet te besluiten om vandaag lief te hebben. Het is Zijn eeuwige wezen. Dat maakt Zijn liefde voor mij zo vast en onwankelbaar. Harde gedachten over God verharden ons hart, maar de kennis van Gods erbarmen maakt mijn hart zacht en week. Het kan niet anders of ik heb Hem lief, omdat Hij mij eerst liefhad. Ik wens niets anders dan mijzelf als een levend dankoffer Hem op te offeren, en onberispelijk voor Hem te zijn in de liefde.
Nog een pastorale overweging: In het geloof in Christus ligt opgesloten dat God mij (! ...) eeuwig liefheeft met Zijn hele hart … Zo zijn we zeker van onze verkiezing. We kunnen echter niet weten dat we niet zijn uitgekozen. De Zaligmaker Die ons de kennis van onze persoonlijke verkiezing schenkt, is ons in het Evangelie gegeven. Zou het dan verboden zijn om Hem in ons hart te ontvangen? Of zou het geboden zijn?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 2025
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 2025
Zicht op de kerk | 32 Pagina's