Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kohlbrugge (1803-1875) Een Vat Door God Zelf Gevormd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kohlbrugge (1803-1875) Een Vat Door God Zelf Gevormd

7 minuten leestijd

Wie de kerkelijke pers een klein beetje volgt, zal het niet ontgaan zijn dat het dit jaar 150 jaar geleden is dat de bekende prediker en theoloog Hermann Friedrich Kohlbrugge overleed. Hij werd geboren op 15 augustus 1803 in Amsterdam en overleed op 6 maart 1875 te Elberfeld in Duitsland.

Levensloop

Zijn vader was van oorsprong luthers en zijn moeder behoorde tot de gereformeerde (= hervormde) kerk. De jonge Frits werd een week na zijn geboorte gedoopt in de Nieuwe Kerk te Amsterdam en het gezin ging in 1809 over naar de hersteld evangelisch-lutherse gemeente in Amsterdam. Als kind viel hij al op. Typische kinderspelletjes konden hem niet bekoren. Veel liever zat hij met zijn neus in de boeken. Een ernstige oogziekte bepaalde hem al in zijn jonge jaren bij de gebrokenheid van het leven en de ernst van de eeuwigheid.

Vader en moeder vreesden de Heere. Maar ook oma van moederszijde heeft een onuitwisbare indruk op hem gemaakt. Zij onderwees hem in de Bijbelse geschiedenissen aan de hand van voorstellingen op tegeltjes aan de wand van de haard. Op latere leeftijd getuigt Kohlbrugge dat toen ze hem de geschiedenis van de zondeval vertelde, het voor hem voelde alsof hij zelf(!) uit de hof van Eden werd verdreven. En toen zij hem vertelde over de verloren zoon die tot zichzelf kwam bij de varkenstrog, was het alsof hij zijn eigen beeld geschilderd zag:

Daar zat een uitgehongerde jonge man met erg fijne gelaatstrekken die begeerde te eten, wat de zwijnen aten, maar hij kon niet bij de trog komen. Dan dacht ik maar steeds, dat ik daar zat.

Het laat ons zien hoe ook vandaag een godvrezende oma door de Heere gebruikt kan worden om tot zegen te zijn voor haar kleinkind(eren).

Vanwege de Franse overheersing hadden vader en moeder Kohlbrugge het niet breed. Toch mocht de jonge Frits gaan studeren. De klassieke en oosterse talen interesseerden hem bovenmate. Daarbij kwam hij in de beginjaren van zijn studie zo onder de indruk van de heidense klassieke denkers dat hij dreigde te vervreemden van wat hem in zijn kinderjaren was bijgebracht. Zelf getuigt hij:

Ik dacht niet meer aan het vroeger geleerde en begon eindelijk alle behagen te scheppen in heidense deugd en wijsheid, in joodse godsdienstigheid en eigengerechtigheid.

Maar God greep in en bracht hem terug tot het eenvoudige geloof van zijn voorgeslacht. Toen zijn vader op sterven lag, riep hij Frits bij zich en bond hem op het hart: ‘Beloof me dat je de studie theologie zult afmaken.’ Het sterven van zijn vader maakte diepe indruk op hem. Ook hij moest immers sterven. In datzelfde jaar (1825) kwam de Heere op een bijzondere wijze tot hem over:

Toen, in een donkere, diepe weg, ja, in de angst der hel, had ik de Bijbel voor mij. In een ogenblik drong er iets in mijn hart, dat ik niet kan beschrijven. Het was vlugger dan de bliksem, en de vurigheid kan ik al evenmin beschrijven. Maar in het vuur las en hoorde ik de woorden uit Jesaja 54 vers 7,8: ‘Voor een klein ogenblik heb Ik u verlaten, maar met grote ontfermingen zal Ik u vergaderen. In een kleine toorn heb Ik Mijn aangezicht van u een ogenblik verborgen, maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij over u ontfermen, zegt de HEERE, uw Verlosser.’ Een wolk van diepe vrede was in mij en om mij heen en al mijn zonden waren van mij verdwenen.

Het Vat Verder Gevormd

Maar de hemelse Pottenbakker was nog niet klaar met het vormen van dit vat. Er wachtte hem nog een diepe weg om tot verdere Godskennis, zelfkennis en Christuskennis te komen en zo gevormd te worden tot de prediker die tot zulk een rijke zegen is gesteld voor het geheel van Christus’ Kerk. Vast overtuigd van de waarachtigheid van Gods Woord kwam hij in conflict met een van de plaatselijke predikanten van de hersteld evangelisch-lutherse gemeente in Amsterdam vanwege diens door de Verlichting gestempelde prediking. Het mondde daarin uit dat hij werd ontslagen als proponent en als hulpprediker van de gemeente. Daarop zocht hij aansluiting bij de Nederlandse Hervormde Kerk, maar het synodale bestuur wilde hem als ‘onruststoker’ niet toelaten. Ook met de Afscheiding kon hij niet mee. Hij meende dat deze niet uit God was.

Zo liep hij kerkelijk compleet vast. Maar ook in geestelijk opzicht liep hij opnieuw vast. Acht jaar nadat de Heere op zulk een bijzondere wijze tot hem was overgekomen, was hij alles weer kwijt. Hij meende dat, wilde het wel met hem zijn, hij steeds heiliger en godzaliger diende te worden. Maar zijn ervaring was tegengesteld. Eind juli 1833 is hij bezig een preek voor te bereiden over Romeinen 7 vers 14: ‘Want wij weten dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.’ De Heere opende zijn ogen voor de komma tussen ‘vleselijk’ en ‘verkocht onder de zonde’. Gods Geest liet hem zien dat de apostel hier niet wil zeggen: Voor zover ik nog vleselijk ben, ben ik verkocht onder de zonde, maar gelukkig ben ik voor een ander deel ook geestelijk en als zodanig vrij van de zonde. Maar precies andersom. De apostel belijdt hier dat hij ook na zijn bekering, ook als gelovige, in zichzelf vleselijk is en verkocht onder de zonde, en dat tot in zijn heiligste verrichtingen toe. En dat hij daarom zowel tot zijn rechtvaardiging als tot zijn heiliging volkomen is aangewezen op de gerechtigheid en heiligheid van Christus. Het was voor hem een nieuwe openbaring. Later schrijft hij:

Ik heb lang volgehouden met de wet in mijn hand tot volmaaktheid te komen en te strijden ten bloede toe. Ik zonk daarbij al dieper weg en waar ik niet dieper kon, maar ver beneden de duivel verzonken lag, daar, in mijn verlorenheid en radeloosheid, kwam de Heere mij tegemoet en heeft mij gezegd: ‘Zoals je bent, zo ben je Mij heilig. Daar niets af, daar niets toe!’ Ik zag een Lam ter rechterhand van God en daar heb ik afstand gedaan van alles buiten Christus.

Deze grondige overtuiging stempelde sindsdien zijn prediking en publicaties. Zij riep velerlei weerstanden op en zorgde zelfs voor een breuk met zijn vroegere Réveil-vrienden. Maar met dit diepe, geestelijke inzicht was en is hij vele eenvoudige vromen tot zegen geweest. Tot op de dag van vandaag. De ‘komma-preek’ heeft blijvende zeggingskracht en heeft als zodanig een blijvende plaats in de theologische lectuur.

Goede Vrijdag En Pasen

Dit nummer van Zicht op de kerk verschijnt in de dagen voorafgaand aan Goede Vrijdag en Pasen. Met het oog daarop een aansprekend citaat uit een preek van Kohlbrugge die eveneens overbekend is geworden. Het is een preek naar aanleiding van Johannes 19 vers 16b en 17: ‘En zij namen Jezus, en leidden Hem weg. En Hij, dragende Zijn kruis, ging uit naar de plaats genaamd Hoofdschedelplaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Golgotha.’ Hij eindigt deze preek met een indrukwekkend zelfgetuigenis. Rustend in de gekruisigde en opgestane Zaligmaker Die alles heeft volbracht en daarmee in de heilsfeiten van Goede Vrijdag en Pasen, mag hij getuigen:

Daarom, wanneer ik sterf, – ik sterf echter niet meer, – en iemand vindt mijn schedel, zo verkondigt hem deze schedel nog: ik heb geen ogen, nochtans zie ik Hem; ik heb geen hersenen, geen verstand, nochtans omvat ik Hem; ik heb geen lippen, nochtans kus ik Hem; ik heb geen tong, nochtans zing ik Hem lof met u allen, die Zijn Naam aanroept. Ik ben een harde schedel, nochtans ben ik zeer week gemaakt en gesmolten in Zijn liefde; ik lig hier buiten op het kerkhof, nochtans ben ik in het Paradijs! Al het lijden is vergeten! Dat heeft Zijn grote liefde teweeggebracht, toen Hij voor ons Zijn kruis droeg en uitging naar Golgotha.’

Zalig hij of zij die hem dit mag nabelijden!

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 2025

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Kohlbrugge (1803-1875) Een Vat Door God Zelf Gevormd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 2025

Zicht op de kerk | 32 Pagina's