Van kerkvloer naar werkvloer
Wellicht hebben gemeenteleden onlangs openbare geloofsbelijdenis gedaan van het geloof. Meestal wordt een belijdeniskaart als aandenken meegegeven met het advies die kaart zichtbaar op te hangen om iedere dag aan het ja-woord herinnerd te worden. Op zich heel goed, maar zijn we ook buiten de kerkvloer op de werkvloer herkenbaar als lid van de gemeente?
Als lid van de gemeente kun je de vraag krijgen om een keer mee te gaan om te folderen bij de supermarkt of gesprekken aan te gaan op bijvoorbeeld een jaarmarkt. Het blijkt niet altijd eenvoudig om voldoende deelnemers voor activiteiten te krijgen. Er kunnen allerlei excuses zijn.
Iemand zegt: ‘Ik ben te druk, heb je die man, die vrouw al gevraagd?’ (en dan wordt er een naam genoemd). Druk is vaak een afkorting van Duivel Regeert Uw Keuzes. Te druk om een goed woord van de Heere te spreken?
Je hoort ook wel eens: ‘Ik weet niet of folderen (evangeliseren) wat voor me is’. In de Bijbel lees ik nergens dat de Heere Jezus vraagt eens na te denken of het wel iets voor je is om voor Zijn Naam uit te komen. In tegendeel. De Heere geeft bevel om een zoutend zout en een lichtend licht te zijn (Matthéüs 5). Ook om van Hem een goede geur te verspreiden. In 2 Korinthe 2:14 staat het zo: En Gode zij dank, Die ons allen tijd doet triomferen in Christus, en den reuk Zijner kennis door ons openbaar maakt in alle plaatsen.
Er is iemand die zegt: ‘Ik ben veel te verlegen en weet niet goed uit mijn woorden te komen’. Dan moet ik denken aan die doofstomme man die met zijn Bijbeltje open door een winkelstraat loopt en al lopend de mensen wijst op Johannes 3:16.
Van Mozes lezen we in Exodus 4:1-12 dat hij probeert onder de opdracht van de Heere uit te komen door te zeggen dat hij niet goed kan spreken. Dan krijgt hij te horen: Ga, want Wie heeft den mens den mond gemaakt, of wie heeft den stomme, of dove, of ziende, of blinde gemaakt? Ben Ik het niet, de HEERE?
Spurgeon schrijft ergens: ‘Laat uw christendom een confronterend christendom zijn dat elke gelegenheid aangrijpt om goed te doen. Als iemand die kan zwemmen een ander laat verdrinken, zal het nauwelijks als een excuus gelden als hij zegt: ‘Ik ben zo teruggetrokken en heb niet zo veel vrijmoedigheid om me er toe te zetten om me bij hem op te dringen. Evangelisatie is niets anders dan dat de ene bedelaar vertelt aan de andere bedelaar waar het brood te vinden is. Een ieder die evangeliseert is een boodschappenjongen van Jezus’. In de Bijbel worden we tot beide belijdenissen (in de kerk en op het werk) geroepen. Op een zeker moment vraagt de Heere Jezus aan Zijn discipelen Wie Hij voor de discipelen is. Petrus belijdt dan zijn geloof omringd door de andere discipelen. Je zou kunnen zeggen in de kerk (Matthéüs 16). Maar de Heere Jezus trekt de cirkel van het belijden breder in Matthéüs 10: 32 en 33 Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. Maar zo wie Mij verloochend zal hebben voor de mensen, dien zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.
Met ‘de mensen’ bedoelt de Heere hier de ‘mensenwereld’. De plaats waar we wonen en werken, de Heere Jezus roept ons om Hem daar te belijden. Het is lang niet altijd even makkelijk om woorden te vinden om te spreken. Je houding en je vriendelijke blik zijn ook belangrijk. Vaak zijn we geneigd om alles wat in de Bijbel staat als een samenvatting in een kort gesprekje te zeggen. Belangrijker is eerst te luisteren naar die ander. Wie is die ander? Het is een kunst om de ander ‘te voorschijn te luisteren’.
En dan hebben we te maken met wolven. Ze horen niet thuis in Nederland, wordt wel eens gehoord. Maar de ‘wolven’ zijn er altijd geweest, lees ik in de Bijbel. Ik zend u te midden van de wolven maar: zo zult gij niet bezorgd zijn, hoe of wat gij spreken zult; want het zal u in dezelve ure gegeven worden, wat gij spreken zult. Dan kun je verbaasd zijn over de woorden die je bij een bepaalde gelegen heid hebt gesproken. We kunnen de mensen niet overtuigen maar wel groot van de Heere spreken De uitwerking is aan God. We mogen ons niet schamen voor het evangelie. Er staat geschreven: Want ik schaam mij des evangelies van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk die gelooft, eerst den Jood en ook den Griek. Romeinen 1:16.
Laten we als (nieuwe) belijdende leden ook Zijn Naam belijden op de werkvloer en een leesbare brief zijn.
Gods Zegen gewenst
De HEERE zegene u,
en behoede u!
De HEERE doe Zijn over u lichten
aangezicht over u lichten
en zij u genadig!
De HEERE verheffe
Zijn aangezicht over u geve u vrede!
en geve u vrede!
Amen.
Nummeri 6:24-26
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2025
Zicht op de kerk | 32 Pagina's