Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

17 Eeuwen Geloofsbelijdenis van Nicea

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

17 Eeuwen Geloofsbelijdenis van Nicea

4 minuten leestijd

Het zijn juist de uitermate kernachtige en met eensgezindheid samengestelde belijdenissen die in de loop der eeuwen in de kerkgeschiedenis een uitermate belangrijke rol hebben gespeeld om de Bijbelse waarheid te bewaren. Je zou kunnen stellen dat ze de hoekstenen van de christelijke belijdenis op grond van het Woord vormen. Juist in tijden van grote veranderingen in politiek en cultuur in de geschiedenis bleek met name in de vroegchristelijke kerk de behoefte aan en de noodzaak van een heldere en duidelijke verwoording van de grondwaarheden van de Bijbelse religie zoals die door het christendom beleden werden. Het streven was dat de belijdenis van de Bijbelse waarheid met algemene stemmen aanvaard en beleden werd en als zodanig een katholiek karakter droeg en door alle kerken kon worden onderschreven. Dat streven vinden we ook in de belijdenis van Nicea terug.

Toch onenigheid …

Men schrijft 312. Constantijn de Grote, de eerste christenkeizer over het grote Romeinse rijk, kon tevreden zijn. Het christelijk geloof was algemeen aanvaard. Maar was er nu eindelijk rust en vrede? Het leek wel zo, maar ondertussen … Inderdaad, de bloedige vervolgingen van de eerste eeuwen waren voorbij. Nu kwamen echter dieperliggende filosofisch getinte leerstukken aan de orde bij belangrijke theologendiscussies. Hoe werden de hoofdzaken uit de Schriften in de belijdenis van de kerk precies verwoord en hoe was de uitleg ervan? Het christendom was wel niet de officiële godsdienst van het keizerlijke rijk, maar toch? Wat leerde de Bijbel nu eigenlijk? De keizer hield, als erevoorzitter, de theologische discussie strak in handen. Kerk en staat waren toch nauw met elkaar verbonden. De keizer voelde zich daar verantwoordelijk voor en hechtte erg aan een goede relatie met de kerk. Constantijn zette de gegroeide traditie voort van wat tot op de huidige dag in de Oosterse kerken te merken is. Hij riep in 325 een concilie van de hele kerk bijeen in Nicea in het noordwesten van Klein-Azië. Uit alle oorden van het grote keizerrijk stroomden de meer dan 300 afgevaardigde bisschoppen, presbyters en geestelijken naar Nicea, een kleine stad bij Constantinopel. Zelfs reis- en verblijfkosten werden door de keizer betaald. De klemmende vraag die voorlag was: hoe zat het met de twee naturen van Christus en hoe verhielden die zich tot elkaar? Was Hij wel echt God of had Hij voor een deel de menselijke natuur of was Jezus het eerste voornaamste schepsel, in Naam wel de Zoon van God, maar toch als eerste schepsel ondergeschikt aan God de Vader. Hoe moest dit juist geformuleerd worden?

Eigenlijk was Jezus niet van eeuwigheid de Zoon van God, zei Arius. Leerde de Schrift eigenlijk wel een Drie-enig God? Met dat laatste kon Arius, de presbyter uit Alexandrië, niet instemmen. Hij sprak: ‘De Heere Jezus is niet God als God de Vader. Hij is wel de eerste die geschapen is, maar Hij is niet van eeuwigheid. Er ontstond een diepgaand verschil tussen bisschop Alexander samen met zijn geleerde diaken Athanasius en Arius.

Arius / Bisschop Alexander / Diaken Athanasius

In de scherpe discussie die ontbrandde bleek de grote invloed van de denker Origenes uit de 2e en 3e eeuw. Zijn grote ideaal was een brug te bouwen tussen de Griekse filosofie en de Bijbel. Hij meende daarvoor een grond te vinden in Joh. 1:14. 'Het Woord is vlees geworden'. In het Grieks staat het woord Logos. De Logos is vlees geworden. Arius reduceerde dat tot: Jezus is een half-goddelijk wezen, maar geen God en niet van eeuwigheid. De logos is in de tijd geschapen. Arius concludeerde: er is wel één God, maar de Zoon en de Geest zijn geen Goddelijke personen! Dus geen Goddelijke Drie-eenheid. Hoewel in eerste instantie 18 bisschoppen het standpunt van Arius deelden, beschouwden de meeste theologen deze visie als ketterij. In het oosten van het keizerrijk bleef Arius invloed houden. In het westen voelde men veel meer voor de uitleg van Athanasius. Met lede ogen zag keizer Constantijn de eenheid in de kerk in zijn rijk afbrokkelen. Bijbelgetrouwe bisschoppen streden voor een heldere geloofsbelijdenis waarin de verhouding van Christus tot de Vader helder werd beleden. Constantijn hoopte zoveel mogelijk kerkleiders op één lijn te krijgen. Centraal stond de formulering ‘homo-ousios’; van hetzelfde wezen met de Vader. Toch konden de volgelingen van Arius zich daarin niet vinden. Zij voegden een ‘i‘ toe zodat het werd ‘homoi-ousios’; dat is gelijkend op de Vader. Athanasius streed moedig voor de eerste formulering overeenkomstig wat staat in de Schrift: ‘Ik en de Vader zijn één’ (Joh. 10:30).

‘Homo-ousios’

Toen uiteindelijk na veel verwarring en discussie op het Concilie van Constantinopel in 381 het dogma over de Drie-eenheid werd afgerond kreeg het een orthodox slot. Deze tekst is achter in ons psalmboek afgedrukt en spreekt ten aanzien van de Zoon een duidelijke taal: ‘En in één Heere Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader vóór alle eeuwen, God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God, geboren, niet geschapen, één van wezen met de Vader door Wie alles is geworden, Die om ons mensen en om onze zaligheid is nedergedaald uit de hemel en vlees geworden is door de Heilige Geest uit de maagd Maria en een mens is geworden.' Zo werden de twee kernwoorden van het geloof: De Drie-eenheid en de tweenaturenleer van Christus geloofd en beleden. Deze belijdenis biedt rijke troost aan arme zondaren omdat alleen Christus uit de kracht Zijner Godheid de last van de toorn Gods aan Zijn mensheid zou kunnen dragen en ons de gerechtigheid en het leven zou kunnen verwerven en wedergeven. (Heidelbergse Catechismus Zondag 6). De Heere had gewaakt over Zijn eer en het heil van Zijn Kerk!

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 2025

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

17 Eeuwen Geloofsbelijdenis van Nicea

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 2025

Zicht op de kerk | 32 Pagina's