Pinksteren

Op de dag van het Pinksterfeest zijn de apostelen bij elkaar gekomen. Plotseling kwam er een geluid uit de hemel. De apostelen kijken op. Wat is dat nu? Het lijkt wel een enorme windvlaag. Ze horen het in het hele huis. Hoe kan dat nu? Er is helemaal geen storm buiten. Toch horen ze het geluid als van een geweldige gedreven wind. Wat zien ze nu toch? Dat is ook al zo vreemd. Bij iedereen is op het hoofd een soort vlammetje te zien. Het zijn tongen als van vuur. Dan worden de apostelen vervuld met de Heilige Geest. Zij beginnen allemaal te praten. Allemaal praten ze in een andere taal.

De apostelen konden helemaal niet in een andere taal praten. Zij kenden alleen hun eigen taal. De Heilige Geest gaf het dat ze dat toch konden. Hij liet hen deze vreemde talen spreken. Jij zult misschien denken: waarom liet de Heilige Geest de apostelen nu in andere talen spreken? In Jeruzalem woonden Joden, maar er woonden ook heel veel andere mensen. Mensen uit andere landen en volken. Zij spraken juist wel die vreemde talen.

Deze mensen horen al dat gepraat en ze gaan eens kijken. Wat is hier nu aan de hand? Wat zijn ze verbaasd als ze het horen. De apostelen praten ineens in hun taal. Hoe kan dat nu? Dat zijn toch gewoon Galileeërs die daar aan het praten zijn? Hoe kan het dat zij ineens in onze taal spreken? Ze zeggen tegen elkaar: ‘Hoor je dat? Ze spreken over de grote werken van God.’

Daarom liet de Heilige Geest dus in zoveel verschillende talen spreken. Zodat deze mensen konden horen van God en Zijn grote werken in hun eigen taal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen