Meten Met Twee Maten
Sommige voorvallen die je meemaakt blijven in je geheugen gegrift. Geen idee waarom je je het ene wel herinnert en het andere niet, terwijl het in beide gevallen om iets ‘kleins’ kan gaan. Zo doemt er uit mijn herinnering altijd een scène op van zeker dertig jaar geleden als er over recht, gerechtigheid of rechtvaardigheid gesproken wordt. Het precieze jaar waarin het gebeurde, weet ik niet meer.
Ik gaf les aan een havo-3 klas. In het lokaal aan de overkant van de gang had een collega op dat uur een havo-4 groep. Alle leerlingen wisten dat deze docent ‘geen orde kon houden’. Het was regelmatig chaos. Opeens vloog de deur van zijn lokaal open. Daar stond de collega, schreeuwend: ‘D’r uit jij! Ga je maar melden!’ Verwijtend legde hij de leerlinge die hij uit de les verwijderde op luide toon nog even uit wat zij misdaan had. Waarna hij het lokaal weer inging en de deur met een knal achter zich dichtsloeg.
Een bleek weggetrokken pubermeisje bleef beduusd op de gang achter, zag ik door het raam. Ook ik had haar een paar keer per week in de les en kende haar als een gezellige, betrokken jongedame die altijd keurig haar huiswerk deed. Terwijl de havo-3 leerlingen verder gingen met de opdracht waaraan ze werkten, maakte ik een praatje met haar. Wat was er aan de hand? ‘Nou, een paar jongens zetten de boel weer eens op stelten, en toen zei ik zachtjes iets tegen mijn buurvrouw. En toen werd meneer heel boos op mij en stuurde hij mij eruit.’ Ze heeft zich netjes gemeld bij de conrector, die de kwestie verstandig heeft afgehandeld. Het hele lesuur ging de wanorde in de les van mijn collega overigens onverminderd door.
Was zij terecht uit de les gestuurd? Ik had en heb daar geen oordeel over. Maar ik herken(- de) wel een patroon: een ‘gezagsdrager’ met weinig of geen moreel gezag die niet durft op te treden tegen brutale onruststokers, en die zich van de weeromstuit daarom krachtig laat gelden tegenover andere, minder ‘bedreigende’ ordeverstoorders, treiteraars of pestkoppen. Onder het mom van orde- of rechtshandhaving. Dat is wat je noemt ‘meten met twee maten’ – en dus in wezen puur onrecht.
Slap Optreden
Als je het nieuws volgt, herken je regelmatig dit patroon. Een burgemeester die een luidruchtige anti-Israël demonstratie toestaat – en achteraf zelfs verdedigt – bij de opening van het Nationaal Holocaustmuseum ruim een jaar geleden (nota bene vijf maanden nadat Hamas een slachting had aangericht in Israël!) Dierenactivisten die wederrechtelijk een stal binnendringen, waarna de rechter oordeelt dat dit weliswaar niet was geoorloofd, maar vervolgens beargumenteert dat er toch geen straf opgelegd moet worden. Demonstranten van Extinction Rebellion die bij herhaling een snelweg blokkeren, maar zelden geverbaliseerd en vervolgd worden, laat staan dat hun actie doeltreffend beëindigd wordt.
En dan de onophoudelijke stroom van pro-Palestina betogers. Gemaskerde vernielers en relschoppers die voor miljoenen schade aanrichten in de Universiteit van Amsterdam en door de rechter veroordeeld zijn; waarna het universiteitsbestuur besluit dat de schade niet op hen verhaald zal worden omdat dat ‘juridisch waarschijnlijk onhaalbaar’ zou zijn. Pro-Hamas betogers die stationshallen domineren, terwijl christen-jongeren die daar zingend een betere boodschap tegenover stellen worden weggestuurd. Betogers uit dezelfde hoek die bijeenkomsten van Christenen voor Israël verstoren en bezoekers intimideren, zonder dat er adequaat ingegrepen wordt.
Krachtig Ingrijpen
Stel daar eens tegenover de straffen voor Friese beschermers van de Sinterklaasintocht in Dokkum in 2017, die daarom een file op de A7 veroorzaakten. De bussen met actievoerders werden daardoor verhinderd het festijn te verstoren. Rijkswaterstaat deed aangifte en de rechter legde werkstraffen op variërend van 80 tot 240 uur. Want dit was ‘eigenrichting’ (het recht in eigen hand nemen) en dat is kwalijk, vond de rechtbank.
Of denk aan de manier waarop nog maar een paar jaar geleden demonstraties tegen de coronamaatregelen werden aangepakt: de knuppel erover, keihard, uiteengedreven. Of denk aan de veroordeling van boerenactievoerders die in 2022 rommel op afritten van de snelweg dumpten als uiting van verzet tegen het stikstofbeleid van het toenmalige kabinet. Inderdaad, en zeer ondoordachte en afkeurenswaardige actie, maar is het vreemd dat het publiek zich afvraagt waarom demonstranten die een hele snelweg blokkeren met fluwelen handschoenen aangepakt lijken te worden?
Misschien is de manier waarop regelmatig stille, vaak kleine acties bij abortusklinieken worden verhinderd wel het meest schrille voorbeeld van rechtsongelijkheid. Zoals recent weer in Utrecht, waar een mevrouw die een hulpfolder aanbood aan zwangere vrouwen door de politie gesommeerd werd daarmee te stoppen. Vanwege ‘verstoring van de openbare orde’ … Over het recht op demonstratie gesproken.
Rechtsgevoel
Gelukkig geldt dit patroon lang niet voor alle publieke autoriteiten en andere gezagsdragers. Er zijn er ook veel die wél hun rug recht houden tegenover moedwillige ordeverstoorders en kwaadwillige activisten. Die onderkennen dat slap optreden tegen hen niet alleen indruist tegen het rechtsgevoel van de goedwillende burgers, maar ook de rechtsgelijkheid en de rechtsorde fundamenteel aantast.
Ondertussen vraag je je af waar het gebrek aan ruggengraat van die zwakke gezagsdragers uit voortkomt. Is het gebrek aan moed? Is het angst voor nog meer ongeregeldheden als ze wel paal en perk zouden stellen aan ongeregeldheden? Is het gebrek aan overtuigend moreel gezag? Een gevoel van machteloosheid? Of is het misschien zelfs sympathie voor de missie van de relschoppers? We zullen dat waarschijnlijk nooit aan de weet komen, want hun (niet-)optreden wordt afgedekt door een beroep op het demonstratierecht, op het ‘algemeen belang’ dat ermee gediend zou zijn, op ‘juridische onhaalbaarheid’. Dat soort argumenten, die weinig anders dienen dan ‘pappen en nathouden’. En je vraagt je af of zij zich realiseren dat ze op deze manier bijdragen aan het ondergraven van het gevoel van veiligheid in de samenleving. Dat ze hierdoor verzuimen bescherming te bieden aan kwetsbare groepen (denk bijvoorbeeld aan de Joodse studenten aan de Universiteit van Amsterdam). En dat de doorgaans gezagsgetrouwe burgers de dupe worden van hun houding. Daarin verschilt de samenleving niet zoveel van een klas met leerlingen. Als gezagsinstanties hun wezenlijke plichten verzaken (zoals ordehandhaving, veiligheid bieden, zorgen voor rechtszekerheid en rechtsgelijkheid), is het niet vreemd dat het vertrouwen in hen afneemt. Met als gevolg een groeiend risico op eigenrichting. Dat is nooit goed te praten, maar soms wel begrijpelijk, net als zelfverdediging en noodweer. Je houdt als docent geen orde door raddraaiers te ontzien en minder brutale leerlingen die een foutje maken – of zelfs dat niet – stevig te straffen. Dat geldt voor alle gezagsdragers.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 2025
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 2025
Zicht op de kerk | 32 Pagina's