Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sanering in geval van verontreiniging van de bodem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sanering in geval van verontreiniging van de bodem

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoewel de plenaire zittingen nauwelijks meer enige tijd in beslag nemen, staat het parlementaire werk toch niet geheel stil. Hoorzittingen, commissievergaderingen en schriftelijke inbrengen gaan, zij het in mindere mate, gestaag door. Een van de wetsontwerpen waarover de laatste tijd schriftelijk van gedachten werd gewisseld heette „Tijdelijke regelen inzake sanering in geval van verontreiniging van de bodem." Een hele mondvol, maar het is me dan de problematiek ook wel. Deze wet heet tijdelijk, omdat men in afwachting is van een „Wet op de bodembescherming" - inmiddels ook reeds in het schriftelijke circuit opgedoken laat het zich echter aanzien dat de behandeling behoorlijk wat tijd zal vragen, meer tijd dan wenselijk kan worden geacht om de om spoed schreeuwende gifstortplaatsen af te graven. In het voorlopig verslag spraken de leden van de SGP-fractie als hun mening uit het een goede zaak te vinden dat de regering zodanig ernst maakt met de bodemverontreiniging dat zij deze „Interimwet" heeft ontworpen. Maar zoals te doen gebruikelijk tijdens de eerste fase van de parlementaire behandeling rezen er toch nog vele vragen, vragen die om beantwoording vragen alvorens een afgerond standpunt kan worden ingenomen. Om u een blik te geven in de gaarkeuken van de schriftelijke voorbereiding geef ik u wat betreft het onderhavige wetsontwerp een kleine proeve hiervan.

DE INBRENG

De leden van de SGP-fractie vonden het een goede zaak dat de regering zodanig ernst maakt met de bodemverontreiniging dat zij deze Interimwet heeft ontworpen. Er leefden bij deze leden echter nog wel een aantal vragen. Zo zouden deze leden gaarne een nadere uitwerking zien van het tweede gedeelte van het verzoek van de minister gericht tot Gedeputeerde Staten van de provincies. Kunnen de genoemde hoofdcriteria wat meer geobjectiveerd worden? Kan met name wat uitvoeriger worden beschreven wat onder „direkte bedreiging van de gezondheid van de mens" moet worden verstaan? Verder wilden deze : leden weten of zij het goed hadden i begrepen dat niet alle provincies de ; hun bekende illegale stortplaatsen i hebben gemeld. Tevens wilden deze ! leden weten wat er bedoeld wordt met t de „interpretatie van de reikwijdte van 1 de inventarisatie".

De leden van de SGP-fractie vroegen 1 zich verder af wat de oorzaak is van 1 het feit dat de onderzoekscapaciteit t slechts beperkt is? In dit verband wilden zij tevens weten hoe diepgaand de ; onderzoeken zullen plaatsvinden gezien het feit dat diepgaand onderzoek i de uitvoering van de sanering financieel voordeliger kan maken. Worden 1 richtlijnen gegeven m.b.t. de aard van 1 het onderzoek?

Met betrekking tot het overleg tussen 1 Gedeputeerde Staten en gemeenten 1 vroegen de leden van de SGP-fractie i het volgende: Wat is het karakter van 1 het overleg dat is voorgeschreven tussen Gedeputeerde Staten en de gemeenten? Bestaan er waarborgen dat t de inbreng van de gemeenten ook c wordt gehonoreerd? In dit verband 1 vroegen de leden van deze fractie zich 1 tevens af, of het niet verstandig zou 1 zijn dat de gemeenten verplicht bij de ; uitvoering worden betrokken. De leden van de SGP-fractie vonden 1

het niet verstandig dat de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de saneringsprogramma's niet ligt bij die instanties die de saneringsprogramma's moeten bekostigen. Zij hadden graag gezien dat aan de provincies (slechts) een coördinerende taak was toegewezen en dat de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de saneringsprogramma's bij de betalende instanties zou liggen. Met betrekking tot het 3e lid van artikei 7 vroegen deze leden welk karakter het overleg heeft dat plaatsvindt tussen de eigenaar van het vervuilde grondgebied en de inspecteur. In hoeverre heeft de eigenaar nog enige zeggenschap over hetgeen op zijn grondgebied wordt gedaan? De leden van de SGP-fractie wilden meer duidelijkheid t.a.v. de kwestie welke gevallen in aanmerking komen waarbij de kosten verbonden aan de sanering op de veroorzaker wordt verhaald. Zij vroegen zich af of niet meer objectieve criteria kunnen worden gegeven. In de Memorie van Toelichting wordt de indruk gewekt dat in een aantal gevallen de rechtvaardigheid eist dat de kosten worden verhaald op de veroorzaker maar dat uit practische overwegingen de overheid de sanering moet financieren. *

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1981

De Banier | 8 Pagina's

Sanering in geval van verontreiniging van de bodem

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1981

De Banier | 8 Pagina's